Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Lego - Een modern leesboek Latijn, deel 1

5 Metamorfosen van Ovidius: Woorden Latona&Pygmalion

Jaar 4 (Gymnasium)

LATONA EN DE LYCISCHE BOEREN

Accedere= gaan naar
Sic = zo
Titania = de Titaanse
Premere= drukken op
Haurire=(op)scheppen
Gelidus=ijskoud
Poturus=om te drinken {futurum van poto}
Liquor=vocht, water
Rusticus=boers, boeren-
Affata=ppp van affor: toespreken
Prohibere=weghouden (van +abl), tegenhouden
Usus=het gebruik
Communis=gemeenschappelijk
Proprius=eigen, privé-bezit
Natura=de natuur
Facere=maken tot {+ dubbele accusativi}
Tenuis=helder
Publicus=voor algemeen gebruik
Munera=gaven
Detis=conj. van dare: geven
Petere=vragen
Supplex=smekeling
Abluere=afspoelen
Artus=ledematen, lichaam
Lassare=vermoeien, afmatten
Parare= van plan zijn (om)
Membra=ledematen
Sitim relevare= de dorst lessen
Umor, umoris= vocht
Os…loquentis=de mond…van de sprekende, de mond … van mij, terwijl ik spreek
Fauces, faucium=keel
Arere=droog zijn
Carere=missen
Haustus=slok
Fatebor=ik zal bekennen
Simul=tegelijkertijd
Hi=deze(n)
Bracchium=(een) arm
Tendere=uitstrekken
Parvus=klein
Sinus=boezem(kleed)
Casu=door toeval
Blandus=smekend, vriendelijk
Nati=kinderen
Orantem=hij/zij die smeekt
Perstare=doorgaan (met + inf)
Mina=bedreiging
Procul=ver
Abscedere=weggaan
Convicium=scheldwoord
Insuper=bovendien
Satis=genoeg
Turbare=troebel maken
Lacus=meer
Gurges=draaikolk, water
Imo e gurgite=uit het diepst van het water
Limus=modder, slijk
Saltus= gespring
Malignus=kwaadaardig
Sitis=dorst
Ira=woede
Supplicare = smeken {+dat}
Indigni=de mensen die het niet waard zijn
Nec…ultra=en niet langer
Sustinere=(het) verdragen
Minor dea=kleiner dan een godin, onwaardig voor een godin
Tollere=pakken
Sidera=sterren
Palma=hand(palm)
Aeternum=eeuwig
Stagnum=meertje, water
Optatum=wens
Evenire=in vervulling gaan
Cavus=diep, hol
Palus, paludis=moeras, moerassig water
Submergere=onderdompelen
Proferre=tevoorschijn laten komen
Summo…gurgite=aan de oppervlakte van het water
Nare=zwemmen
Super=boven(op)
Ripam=oever
Consistere=(te)gaan staan
Resilire=terug (te) springen
Exercere=(be)oefenen
Turpes=schandelijke
Lingua=tong
Lis, litis=scheldwoord
Quamvis=hoewel
Pulso=de schaamte
Pudore=verdreven
Maledicere=kwaad te spreken, schelden
Vox=stem
Rauca=schor
Inflata=opgeblazen
Collum=nek
Tumescere=beginnen (te) zwellen
Dilatare=breed maken
Rictus=bek
Patulos=wijd openstaande
Terga=rug
Intercepta=weggenomen
Videri=schijnen
Spina=rug
Viret=groen
Venter=buik
Albet=wit zijn
Salire=springen
Rana=kikker
PYGMALION
Niveus=sneeuwwit
Mira=wonderbaarlijk
Arte=vakmanschap
Feliciter=succesvol, met succes
Ebur, eboris=ivoor
Sculpsi=pf v. sculpere:beeldhouwen, bewerken
Forma=schoonheid, vorm
Nasci=geboren worden
Nulla=geen enkele
Opus, operis=werk
Concepi=pf van concipere: opvatten
Facies=gezicht
Virgo=meisje, maagd
Vera=echt
Reverentia=schroom, gêne
Obstare=in de weg staan
Latere=verborgen zijn
Moveri=zich bewegen
Mirari=bewonderen, zich verwonderen
Haurio, ire…ignes= het vuur (van de liefde) indrinken, (in zich) opnemen
Pectus=borst
Simulati=nagebootste
Temptare an=aftasten of {+conj}
Admovere=brengen naar, leggen (op+dat)
Fateri=toegeven
Adhuc=nog
Putare=menen
Reddi=teruggeven
Tenere=vasthouden
Digitus=vinger
Insidere=verzinken in {+dat}
Metuit=hij vreest
Livor, livoris=blauwe plek
Artus= ledematen
Blanditiae= vleiende woordjes
Adhibere=gebruiken
Grata=aangenaam
Munera=geschenken
Concha=schelp
Teres, teretis=glad
Lapillus=(edel)steentje
Flos, floris=bloem
Volucris=gevleugeld, vogel
Color=kleur
Lilium=lelie
Picta pila=beschilderde bal
Arbores=bomen
Heliadum=van de Heliaden
Lapsas=gegleden
Ornare=versieren
Vestis=kleren
Gemma=edelsteen
Monile=halsketting
Auribus=aan het oor
Baca=parel
Leves=lichte
Redimiculum=ketting
Pendere=hangen
Cuncta=allen
Decere=goed staan, passen
Minus=minder
Formosus=welgevormd, mooi
Collocare=plaatsen (op + dat)
Stratum=sprei, kussen
Hanc=haar
Concha Sidonide tinctus= met Sidonisch purper geverfd
Torus=bed
Appellare=noemen
Socia=deelgenote, metgezellin
Adclinatus=leunend
Reponere=neerleggen
Simulacra=beelden
Incumbens=liggend
Tepere=warm zijn
Temptare=aftasten, aanraken
Mollere=zacht worden
Rigor=hardheid
Subsidere=meegeven aan {+dat}
Cedire=wijken voor {+abl}
Remollescere=weer zacht worden
Pollex=duim
Facies,faciei=vorm
Utilis=bruikbaar
Stupere=stomverbaasd zijn
Sua vota=zijn wens, het voorwerp van zijn wens
Dubie=aarzellend
Fallere=bedriegen
Veretur=hij vreest
Amans=beminnend
Rursus=opnieuw
Retractare=opnieuw betasten, aanraken
Vena=ader
Concipere=voelen opkomen, uitspreken
Plenissima…verba=een vloed van woorden
Grates agere=dank brengen
Non falsus=wel degelijk echt
Premere=drukken (op+acc)
Erubui=pf v. erubescere: beginnen te blozen
Timidus=schuchter
Attollere ad=oprichten naar, opslaan (+acc)
Pariter cum=tegelijk met (+abl)
Adsum esse=aanwezig zijn bij (+dat)
Coniugio=bij het huwelijk
Cornu…lunare=de sikkel van de maan
In plenum…orbem=tot een volle cirkel
Coactis=verzameld zijn
Noviens=negen maal
Tenere=ontlenen (aan:de+abl)
Genuit=zij baarde

Ingezonden op 10-01-2015 - 1632x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 12-01-2015.
Waardering 10 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

De woorden in de teksten van 'Latona en de Lycische boeren' en 'Pygmalion'. De basiswoorden staan er niet in..
Succes met leren

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Lego - Een modern leesboek Latijn, deel 1

5 Metamorfosen van Ovidius: Woorden Latona&Pygmalion