Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Inge eigen lijst

3 Schmeckt's

Jaar 1 (mavo/havo)

de aardbeienjam = die Erdbeermarmelade
de appel = der Apfel, die Äpfel
het avondeten = das Abendessen
het blikje = die Dose, die Dosen
de boter = die Butter
het brood = das Brot, die Broteb
het broodje = das Brötchen, die Brötchen
de chocolade = die Schokolade
de dorst = der Durst
het eten = das Essen
het fruit = das Obst
het gebak = der Kuchen
het glas = das Glas, die Gläser
de groente = das Gemüse
de hamburger = der Hamburger
de honger = der Hunger
het ijs = das Eis
de italiaan = der Italiener
de kaas = der Käse
het kopje = die Tasse, die Tassen
de melk = die Milch
het middageten = das Mittagessen
het ontbijt = das Frühstück
de pot = das Glas, die Gläser
het sinaasappelsap = der Orangensaft
de soep = die Suppe
de supermarkt = der Supermarkt
de winkel = das Geschäft
's avonds eten= abend essen
drinken = trinken
eten = essen
gaan eten = essen gehen
genoeg gegeten hebben = satt sein
geven = geben
koken = kochen
lusten = mögen
maken = machen
nemen = nehmen
ontbijten = frühstücken
openen = öffnen
praten = reden
regenen = regnen
rekenen = rechnen
smaken = schmecken
snijden = schneiden
tussen de middag eten = mittag essen
uitnodigen = einladen
vinden = finden
wassen = waschen
een beetje = ein bisschen
genoeg = genug
graag = gern
iets te drinken = etwas zu trinken
de aardappels = die Kartoffeln
de azijn = der Essig
de bar = die Bar
het bord = der Teller
de citroen = die Zitrone
de cola = die Cola
de fles = die Flasche
het flesje = die Fläschchen
de keuken = die Küche
de kop = das Huhn
de lepel = der Löffel
de limonade = die Limo
de menukaart = die Speisekarte
het mes = das Messer
het mineraalwater = das Mineralwasser
de mosterd = der Senf
de olie = das Öl
de pasta = die Nudeln
de patat = die Pommes
de peper = der Pfeffer
de rekening = die Rechnung
het restaurant = das Restaurant
de rijst = der Reis
de sinaasappel = die Orange
de sla = der Salat
de stoel = der Stuhl
de suiker = der Zucker
de tafel = der Tisch
de trek, de eetlust = der Appetit
de vis = der Fisch
het vlees = das Fleisch
de vork = die Gabel
het vruchtenijs = das Fruchteis
het water = das Wasser
het zout = das Salz
bestellen = bestellen
betalen = (be)zahlen
proberen = probieren
reserveren, bespreken = reservieren
zou graag willen = möchten
bezet = besetz
droog = trocken
Eet smakelijk! = Guten Appetit!
fijn = fein
goed = gut
hard = hart
heet = heiß
Kan ik betalen? = Zahlen bitte!
Neemt u me niet kwalijk. = Entschuldigen Sie bitte.
Ober! = Herr Ober!
Op je gezondheid = Zum Wohl!
rijp = reif
slecht = schlecht
vrij = frei
zacht = weich
zuur = sauer
koud = kalt
nog = noch
vers = frisch
warm = warm
zoet = süß

Ingezonden op 23-01-2015 - 649x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Inge eigen lijst

3 Schmeckt's