Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Vocabulaire 2000 Français
› 23 L'argent, les affaires (A)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Vocabulaire 2000 Français
23 L'argent, les affaires (A)
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
een portefeuille = un portefeuille een cheque = un chèque de financien = les finances financieren = financer een dividend = un dividende een fortuin = une fortune zich ruineren = se ruiner de inflatie = l'inflatation een devaluatie = une dévaluation een financier = un financier een portemonnee = un portemonnaie een eurocent = un centime d'euro een bank = une banque een bankier = un banquier een bankbiljet = un billet de banque een krediet = un crédit het kapitaal = le capital een miljonair = un(e) millionnaire een miljardair = un(e) milliardaire een rendement = un rendement een fiasco = un fiasco een investering = un investissement een onderneming, bedrijf = une entreprise een spaarboekje = un livret d'épargne een postrekening = un compte chèque postal een bankrekening = un compte en banque een bankkaart = ene carte bancaire investeren = investir winstgevend, lonend, rendabel = rentable een aandeel= une action een obligatie = une obligation een zakenman = un homme d'affaires de zakenwereld = le monde des affaires zaken = affaires zijn failliet gegaan = ont fait faillite financiele = financière een naamloze vennootschap = une société anonyme bedrag = un montant som = somme de som, het bedrag = la somme stokeren = stocker voorraad = un stock advertentie = une annonce leveren = livrer levering = livraison vertegenwoordiger = un représentant stalen = des échantillons (m) bruto = bruts netto = nets inbegrepen = compris verzendings- = d'expédition het pakket, het pakje = le colis een korting (op omvang bestelling) = une remise de bestellingen = les commandes bestelt = commandez gemakkelijke betalingsvoorwaarden = des facilités de paiement toekennen = accorder de service = le service dienst bewijzen, verder te helpen = rendre service handelaar = le marchand waar = la marchandise voeding = la alimentation goedkoop = bon marché duur = cher centen ... geld = de sous, le argent kleingeld, muntstukken = de la monnaie een muntstuk = une pièce de munt(eenheid) = la monnaie -agentschap, bureau = une agence kost = coute duur, kostelijk = cher, couteux (on)kosten = frais kostbaar = précieux een waarde = une valeur is waard = vaut geldige = valable de beurs = la Bourse -speculaties = les spéculations een -beurs = une foire een -salon = un salon de verdeling, de distributie = la distribution verdeeld = distribué te koop, verkrijgbaar = en vente levert = fournit leverancier = fournisseur geannuleerd, afgezegd = annulé gereclameerd = réclamé klachten, protesten = réclamations eisen = réclamons gestort = versé terugbetalen = rembourser overschijven = virer ontlenen = emprunte lenen = prêtent hoog = élevé belegging = placement wisselen = changer de koers = le cours spotgoedkoop = donné spreiden = étaler innen = encaisser wisselagenten, beursmakelaars, effectenmakelaars = agents de change
Ingezonden op 23-02-2015 - 1388x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!