Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Vocabulaire 2000 Français
› 28 Les gestes, les mouvements du corps, les comportements (A)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Vocabulaire 2000 Français
28 Les gestes, les mouvements du corps, les comportements (A)
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
un mouvement = een beweging passer = langsgaan mettre de côté = opzijleggen immobile = onbeweeglijk fixe = starre, onbeweeglijke fixer = staren in, strak aankijken se dépêcher = zich haasten la hâte = de haast hâter = versnellen tomber = vallen se précipiter = toesnellen se relever = terug rechtstaan grimper = klimmen rouler = rollen tourner = afslaan prendre = inslaan, nemen une bosse = een buil se heurter = aanbotsen buter = struikelen un pas = een stap faire un faux pas = struikelen glisser = schuiven, uitglijden déchirer = scheuren, verscheuren battre = slaan se battre = vechten trembler = beven un coup de pied = een trap un coup de poing = een vuistslag frapper = slaan griffer = krabben tirer = trekken se débattre = weerstand bieden, tegenspartelen mordre = bijten arrêter = ophouden secouer = schudden (met het hoofd) agiter = schudden ( voor gebruik) agiter = wuiven, zwaaien fait oui de la tête = knikt ja fait non de la tête = knikt nee un signe de tête = een hoofdknik un geste = een gebaar ramasser = oprapen, ophalen baisser = het hoofd buigen baisser = bukken baisser les yeux = de ogen neerslagen saluer = groeten s'assoire = gaan zitten, zich zetten éteindre = doven allumer = aansteken presser = drukken paraître = verschijnen coller = kleven manipuler = behandelen couvre = bedekken couverte = bedekt taper = typen cueillir = plukken rentrer = binnenbrengen plier = plooien mettre = steken, plaatsen saisir = vatten, grijpen soulever = optillen chercher = zoeken, afhalen cacher = verbergen chercher = halen creuser = graven noter = noteren une écriture = een geschrift lier = verbinden remettre = terugleggen, overhandigen tendre = uitsteken, streven naar, spannen tendu = uitgestoken toucher = aanraken retirer = terugtrekken
Ingezonden op 23-02-2015 - 1441x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!