Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
MJM
› 3 201-300
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
MJM
, deel 1
3 201-300
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Tu traduci = jij vertaalt tu conduci = jij bestuurt trovarsi bene/male = het (niet) goed naar zijn/haar zin hebben trovarsi = elkaar ontmoeten trattarsi di = gaan om temo di no = Ik vrees van niet. temere = vrezen straniero = buitenlands soprattutto = vooral si tratta di = het gaat om Sei a casa? Ci sei? = Ben je thuis? Ben je er? sedurre = verleiden rubare = stelen risentirsi = elkaar opnieuw horen resto in Italia per sei settimane = ik blijf 6 weken in Italië Questi pomodori = deze tomaten. Queste case = deze huizen. Questa casa = dit huis. quel libro = dat boek quel = die, dat Quei pomodori là sono più adatti per l'insalata. = Die tomaten zijn geschikter voor een salade. quei libri = die boeken puntata = aflevering probabilmente = waarschijnlijk prelevare soldi = geld opnemen Prego, si accomodi = Neemt u plaats, alstublieft. perpetrare = begaan; uitvoeren van iets negatiefs Noi traduciamo = wij vertalen noi conduciamo = wij besturen Ne voglio due. = Ik wil er twee van. macedonia = fruitsalade lui/lei/Lei traduce = hij/zij/U vertaalt lui/lei/Lei conduce = hij/zij/U bestuurt l'ogetto = het onderwerp l'indirizzo = het adres le dune = de duinen largo = breed l'architetto = de architect l'architetto = architect l'amico = de vriend l'abito da sposa = de bruidsjurk la ricevuta = het ontvangstbewijs la patente = het rijbewijs la moglie = de echtgenote la luna di miele = de huwelijksreis la lista di nozze = de huwelijkslijst la colonia = de kinderkolonie, het (vakantie)kamp la calma = de rust io conduco = ik bestuur introdurre = introduceren indossare = dragen (van kleding) incontrarsi = elkaar ontmoeten il versamento = het overmaken il saluto = de groet il ricordo = de herinnering il ricevimento = de receptie il prosciutto crudo = de rauwe ham il prosciutto cotto = de gekookte ham il pane = het brood il paesino = het dorpje il pacco = het pak, pakket il negozio di alimentari = de levensmiddelenzaak il mese = de maand il malvivente = de boef il luogo di nascita = de geboorteplaats il furto = de diefstal il fine settimana = het weekend il disegno = tekenen il direttore = de directeur il conto corrente = de rekening-courant il computer = de computer il compagno = de klasgenoot il cioccolatino = het chocolaatje, de bonbon il campo = het veld, terrein i confetti = de bruidsuikers godersi = genieten gli auguri = de gelukswensen già = al fare in fretta = haast maken fa = geleden essere di turno = dienst hebben essere di corsa = het druk hebben di nascosto = stiekem denunciare = aangeven deludere = teleurstellen dedurre = her-/afleiden conoscere = kennen, leren kennen condotto = bestuurd comunque = hoe dan ook cogliere = aangrijpen codice fiscale = sofinummer Ci vado immediatamente. = Ik ga er meteen heen. chiacchierare = kletsen che piacere = wat een genoegen annoiarsi = zich vervelen ammontare a = oplopen tot altrimenti = anders agire = handelen accomodarsi = plaats nemen abbronzarsi = bruin worden abbastanza = genoeg
Ingezonden op 05-03-2015 - 1229x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!