Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Ludi, deel 7

7 O tempora, O mores! Mos Maiorum bij de Romeinen.

Jaar 2 (Atheneum)

Transire, transeo, transii, transitum = oversteken, voorbijgaan
Inquit = hij/zij zegt, hij/zij zei
pater, patris = vader, hier, senator
si + ind./conj. = als, indien
castra, castrorum = legerkamp
hostis, hostis = vijand
magnus, magna, magnum = groot
deus, dei = God
iuvare, iuvo, iuvi, iutum = helpen
in + abl = in, op, tijdens
animus, animi = geest, verstand, hart
facinus, facinoris = daad, handeling, misdaad
postquam + ind = nadat
ferrum, ferri = zwaard
intra + acc = binnen, naar binnen
vestis, vestis = kleed, kledingstuk, kledij
proficisci, proficiscor, profectus sum = vertrekken
ubi + ind. perf. = zodra, wanneer, toen
eo = daarheen
venire, venio, veni, ventum = komen
prope + acc = dichtbij, bij
consistere, consisto, constiti = gaan staan, zich opstellen, stilstaan, blijven staan
ibi = daar, op die plaats
cum + conj = toen, omdat
miles, militis = soldaat
forte = toevallig
dare, do, dedi, datum = geven
cum + abl = samen met, met
rex, regis = koning
sedere, sedeo, sedi, sessum = zitten
par, par, par, paris = gelijk
fere = bijna, ongeveer, omstreeks
adire, adeo, adii, aditum = gaan naar
pro + abl = voor, ter verdediging van, in de plaats van
ab + abl = vanaf, vanuit, weg van, van, door
ante + acc = voor
trahere, traho, traxi, tractum = trekken, slepen
Romanus, Romana, Romanum = Romeins
inquit = hij/zij zegt, hij/zij zei
civis, civis = burger
occidere, occido, occidi, occisum = doden, vermoorden
nam = want, immers
facere, faceo, feci, factum = maken, doen
pati, patior, passus sum = lijden, ondergaan, dulden, verdragen, toestaan
nec = en niet, en evenmin, noch
unus, una, unum = een, enig
gerere, gero, gessi, gestum = dragen, voeren
longus, longa, longum = lang, ver
post + acc = na, achter
ordo, ordinis = rij, stand, klasse
qui, quae, quod = die, dat
petere, peto, peti(v)i, petitum = zoeken, vragen, verlangen, gaan
bellum, belli = oorlog
dexter, dextra, dextrum = rechts
accendere, accendo, accendi, accensum = in brand steken, aansteken
ad + acc = naar, tot bij, bij, hier, met het oog op
sedes, sedis = zitplaats, zetel, woonplaats, verblijfplaats
iuvenis, iuvenis (tussen 30 en 45 jaar, denk aan de 5 levensfasen volgens Varro)= jongeman
iubere, iubeo, iussi, iussum = bevelen
abire, abeo, abii, abitum = weggaan
magis ... quam = meer ... dan
audere, audeo, ausus sum = durven
hinc = vanaf deze plaats, hiervandaan, van hier
dtimittere, dimitto, dimisi, dimissum = wegsturen
postea = daarna, later, nadien
exercitus, exercitus = leger
deducere, deduco, deduxi, deductum = wegleiden, wegbrengen
ager, agri = akker, veld, stuk grond, gebied, grondgebied
excedere, excedo, excessi, excessum = weggaan uit, verlaten
virtus, virtutis = manhaftigheid, moed, deugd
gen. + causa = omwille van, ter wille van, wegens
trans + acc. = over, over, heen, naar, aan de overkant van
donum, doni = geschenk
videre, video, vidi, visum = zien
enim = immers, want
populus, populi = volk
orbis, orbis = kring, cirkel
arma, armorum = wapens, oorlog
usus, usus = gebruik, toepassing, oefening, praktijk
quis, quis, quid = wie, wat
multitudo, multitudinis = menigte, groot aantal, massa
valere, valeo, valui, - = gezond zijn, krachtig zijn
audere, audeo, ausus sum = durven, hier, durven, opnemen tegen
Hispanus, Hispani (moet je NIET kennen, ik wilde dit gewoon weten.) :) = Spanjaard
non tantum ... sed etiam = niet alleen ... maar ook
numerus, numeri = aantal
vis = kracht, macht, geweld
corpus, corporis = lichaam
praestare, praesto, praestiti, + dat. = overtreffen, superieur zijn aan
dolus, doli = list
atque = en
divitiae, divitiarum = rijkdom
semper = altijd
ars, artis = kunst
vincere, vinco, vici, victum = overwinnen
nemo, neminis/nullius = niemand
dubitare, dubito, dubitavi, dubitatum = twijfelen
omnis, omnis, omne = geheel, al, ieder, elk
eligere, eligo, elegi, electum = uitkiezen, kiezen tot
ius, iuris (onz.) = recht, rechtspraak
docere, doceo, docui, doctum = aanleren, onderwijzen
scientia, scientiae (denk aan : wetenschappen, Engels : Science) = kennis, inzicht
res, rei = zaak, ding
facere, facio, feci, factum = maken, doen
bonus, bona, bonum = goed
discere, DISCO, didici, - = leren
certamen, certaminis = in, op, tijdens
victoria, victoriae (Denk aan : Engels - a victory) = overwinning
caedes, caedis = moord, slachting, bloedbad
filius, filii = zoon
proelium, proelii = strijd, gevecht
capere, capio, cepi, captum (ik .......,.......,.......,...... mijn kap) = nemen, grijpen, vangen, veroveren
ex + abl = uit, weg van, vanuit, vanaf, van
caedere, caedo, cecidi, caesum (Denk aan : Latijn - Occidere) = doden, vermoorden, afmaken
pater, patris = vader
portare, porto, portavi, portatum = dragen, vervoeren
ut + conj = opdat, om te, zodat, dat
verus, vera, verum = waar, echt
sanguis, sanguinis = bloed
oriri, orior, ortus sum = geboren worden, afstammen
ferre, fero, tuli, latum = dragen, voeren, brengen
ubi + ind perf = zodra, wanneer, toen
audire, audio, audivi, auditum = horen, luisteren
consul, consulis = consul
quia + ind = omdat
neque = macht, gezag, heerschappij, rijk
patrius, patria, patrium = van een vader, vaderlijk
vereri, vereor, veritus, sum = vrezen, eerbiedigen, respect hebben voor
extra + acc = buiten
pugnare, pugno, pugnavi, pugnatum = vechten, strijden
militaris, pilitaris, militare = van een soldaat, militair
stare, sto, statum = staan
dies, diei = dag, daglicht
solvere, solvo, solvi, solutum = losmaken, betalen
necessitas, necessitatis = noodzaak
cogere, cogo, coegi, coactum (IK COGO JOU!) = dwingen
aut = of, ofwel
meus, mea, meum = mijn
tristis, tristis, triste (ik ben zo tristis! :D) = droevig
posterus, postera, posterum = volgend, later
quidem = zeker, ongetwijfeld
amor, amoris (CUPIDO! ‹3) = liefde
liberi, liberorum = kinderen
movere, moveo, movi, motum = bewegen, hier, ontroeren
necesse = noodzakelijk, onvermijdelijk
mors, mortis = dood
quin + conj = dat
poena, poenae = straf, wraak
ire, eo, ii, itum = gaan
studium, studii (ik heb interesse in Latijn en ben enthousiast erover) = interesse, enthousiasme, ijver, studie
sine + abl = zonder
cur? = waarom?
memorare, memoro, memoravi, memoratum (denk aan : Engels - memory) = in herinnering brengen, vermelden
dicere, dico, dixi, dictum = zeggen, spreken, noemen
de + abl = vanuit, weg van, van
tuus, tua, tuum = jouw
mater, matris = moeder
parens, parentis (denk aan : Engels - parents) = ouders
colere, colo, colui, cultum = vereren, bebouwen, bewonen
alius, alia, aliud = andere
mens, mentis = geest, verstand, manier
curare, curo, curavi, curatum (denk aan : Nederlands - CURRYketchup) = zorgen voor, verzorgen
ceterus, cetera, ceterum (denk aan : Frans - certain) = overige
habere, habeo, habui, habitum = hebben, houden
communis, communis, commune = gemeenschappelijk
dignus, digna, dignum = waardig
fama, famae = gerucht, roddel, naam, reputatie, roem
opprimere, opprimo, ppressi, oppressum = neerdrukken, hier, bedelven
flos, floris = bloem
sic ... ut + conj = zo ... dat, op die manier ... dat
anima, animae = adem, ziel
aliquis, aliqua, aliquid = iemand, iets, sommigen

Ingezonden op 07-03-2015 - 1219x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Et voila! ALLE 197 woorden van Ludus 7B.

Kostte een goed anderhalf uurtje om alles goed over te typen, maar is de moeite waard.

Ik hoop dat ik jullie hiermee kan helpen, veel succes met het paasexamen Latijn!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Ludi, deel 7

7 O tempora, O mores! Mos Maiorum bij de Romeinen.