Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
jesse Dalton
› 5 pw chapter 5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
jesse Dalton
5 pw chapter 5
Jaar 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Voca A carrot = wortel crisps = chips delicious = heerlijk French = Frans gross = vies healthy = gezond interesting = interessant lettuce = sla rathes = liever stuffed = gevuld Voca C binder = multomap busy = druk calculator = rekenmachine cause = veroorzaken collect = verzamelen complain = klagen decorate = versieren diary = agenda eraser = gum homework = huiswerk imitate = nadoen notebook = schrift notorious = berucht package = verpakking popularity = populariteit reason = reden school supplies = schoolspullen shop = winkel shopping list = boodschappenlijstje store = winkel traffic jam = file yesterday = gisteren Voca D altogether = bij elkaar apple = appel bag = zak bottle = fles chewing gum = kauwgom glue stick = lijmstift groceries = boodschappen lollippop = lolly milk = melk orang = sinaasappel pair of scissors = schaar pencil = potlood pencil case = etui pizza slice = pizza punt ruler = liniaal sweets = snoepjes Voca E art = kunst biology = biologie bun = broodje caretaker = conciƫrge CDT = techniek en handvaardigheid chemistry = scheikunde deposit = borg economics = economie geography = aardrijkskunde history = geschiedenis insane = gek leather = leer obvious = duidelijk scare = laten schrikken timetable = lesrooster unbelievable = ongelooflijk Voca F as well = ook breakfast = ontbijt cheap = goedkoop chips = patat culture = cultuur English = Engels fish = vis improve = verbeteren quickly = snel Spanish = spaans strict = streng subject = vak uniform = uniform Voca G break = pauze football practice = voetbaltraining lunch = lunch play truant = spijbelen sleep over = logeerpartij test = toets walk the dog = hond uitlaten when = wanneer where = waar buttermilk = karnemelk dish = maaltijd fortnight = twee weken ice cream = ijs low-fat = met weinig vet mashed potatoes = aardappelpuree porridge = pap soda = frisdrank suburb = buitenwijk tasteless = smaakloos vary from ... to = variƫren van ... tot
Ingezonden op 14-03-2015 - 1013x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!