Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Conversation française, deel 2

2 leçon 19

Jaar 7 (volksuniversiteit)

la bêtise = de stommiteit
surdoué; hypersensible = hoogbegaafd
le surdoué = het hoogbegaafde kind
le blanc de poulet = de kipfilet
un cuillerée à café = 2 theelepels {Inhoudsmaat. Franse « theelepel » is twee keer zo groot als de Nederlandse}
une pincée = een snufje
une cuillerée à soupe = een eetlepel {inhoudsmaat}
la louche = de soeplepel
loucher = loensen; scheel kijken
mûr à point = net rijp {niet te zacht}
un avocat = een avocado
abordable = betaalbaar
beau; belle = flinke
une échalote = een sjalot
le brin = het takje
la branche = de stengel
la salade iceberg = de ijsbergsalade
en cubes; en dés = in blokjes
la poêle = de koekepan
le poêle = de kachel
faire revenir les cubes de poulet = de kipblokjes aanbraden
éplucher = schillen
arroser = begieten
débarrasser = ontdoen
le tronçon = de moot; het stukje
soigneusement = voorzichtig
se retourner = zich omrollen
son propre rythme = zijn eigen tempo
exercer une influence = invloed uitoefenen
En remettre une couche; en remettre une louche = er een schepje bovenop doen
la louche = de opscheplepel
se monter le bourrichon mutuellement = elkaar opjutten
le mail encendie = de boze mail
un mail incendiaire = een opruiende mail
le camarade de classe = de klasgenoot
le bon point = het beloningsplaatje
Se réjouir de = zich verheugen op
Suivre = bijbenen
une élève moyen = een gemiddelde leerling
une personne effacée = een grijze muis
quelque chose qui cloche = er is iets aan de hand
inquiétant = bezorgd; verontrust
la spirale descendante = de neerwaartse spiraal
l’ingérence = de bemoeienis {féminin}
démissionner = ontslag nemen
donner sa démission = zijn ontslag aanbieden
se décarcasser = zich uit de naad werken
un claque; un claque en plein visage = een klap {in het gezicht}
la tape = de klap; de tik {niet in het gezicht}
empoisonner le vie de quelqu’un = het leven van iemand verstieren
perdre le sommeil = slecht slapen
la façon de vivre = de manier van leven
le fonctionnaire = - de ambtenaar
bagarrer = bekvechten
avoir la folie des grandeurs = het hoog in de bol hebben

Ingezonden op 15-03-2015 - 454x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Conversation française, deel 2

2 leçon 19