Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Onderzoek doen, Michelle
› 1 De functie van onderzoek
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Onderzoek doen, Michelle
, deel 1
1 De functie van onderzoek
Jaar 3
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Domein = Het hele 'gebied' waarop je onderzoek betrekking heeft. Eenheden = Alle elementen, personen, objecten waarover je in je onderzoek uitspraken doet. Fundamenteel onderzoek = Onderzoek dat kennisvragen beantwoord. Praktijkgericht onderzoek = Onderzoek dat praktijkvragen beantwoord. Kwantitatief = Onderzoek met behulp van cijfermatige gegevens. Kwalitatief = Onderzoek met behulp van niet-cijfermatige gegevens. Holisme = In onderzoek worden onderzoekseenheden in hun omgeving als geheel onderzocht. Inductief = Theorie ontwikkelen. Deductief = Theorie toetsen. Iteratief = Herhaald data verzamelen en analyseren tot de probleemstelling kan worden beantwoord. Triangulatie = Het belichten van de probleemstelling vanuit meerdere invalshoeken. Paradigma = Onderzoeksrichting waarbij een bepaalde set van wetenschappelijke uitgangspunten en methoden wordt gehanteerd. Empirisch-analytische stroming = Maakt gedrag objectief meetbaar, waarbij niet aan toeval wordt overgelaten en processen verstandelijk worden beredeneerd. Interpretatieve stroming = Verklaart gedrag door achterliggende ervaringen te analyseren en het perspectief van de onderzocht centraal te stellen. Kritisch-emancipatorische stroming = Kijkt kritisch naar de samenleving en naar eigen onderzoeksresultaten; wil bijdragen aan (veranderings)processen. Onafhankelijke houding = Afstand nemen van houdingen en meningen van betrokkenen bij het onderzoek; objectief blijven. Intersubjectiviteit = Onderzoekers zijn het met elkaar eens over de resultaten van onderzoek. Toetsbaarheid = Uitspraken worden getoetst op hun houdbaarheid. Informativiteit = Uitspraken worden heel goed (specifiek) weergegeven, zodat de juiste toetsbaarheid ontstaat. Generaliseerbaarheid = Reikwijdte (zowel inhoudelijk als statistisch). PTO-schema = Probleem, Theorie, Onderzoek: schema voor het oplossen van kennisvragen. Empirische cyclus = Cyclus die alle fasen van empirisch onderzoek weergeeft. Regulatieve cyclus = Cyclus voor praktijkgericht onderzoek, gericht op 'beslissingen'. Werkcyclus = Cyclus die alle fasen van praktijkgericht onderzoek weergeeft. Betrouwbaarheid = De mate waarin onderzoek vrij is van toevallige fouten. Validiteit = De mate waarin onderzoek vrij is van systematische fouten.
Ingezonden op 21-03-2015 - 1024x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!