Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Conversation française
› 2 leçon 23
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Conversation française
, deel 2
2 leçon 23
Jaar 7 (volksuniversiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
le langage du corps = lichaamstaal communiquer = communiceren ; verkondigen {voornamelijk in de politiek} annoncer = verkondigen {niet politiek) c’est réciproque = wederzijds; over en weer de mauvaise foi = te kwader trouw de bonne foi = te goeder trouw parler en même temps = langs elkaar heen praten rectifier = recht zetten {figuurlijk} remettre en place = recht zetten {letterlijk} un endroit; un lieu = een plaats; een plek des jouets = speelgoed des jeux = spelletjes Ah ! Ne m’en parlez pas ; Ah ! Ne m’en parle pas = Breek me de bek niet open il manque d’assurance; il manque de confiance en soi = Hij heeft geen zelfvertrouwen; hij is onzeker il veut se faire remarquer = hij wil opvallen un bulletin de notes = een rapport; een cijferlijst un entretien = een gesprek; een onderhoud Il n’y a pas pire sourd que celui qui ne veut pas entendre = Geen erger dove dan die niet horen wil mettre la barre trop haut = de lat te hoog leggen ce que m’irrite, c’est …= wat mij irriteert … la vitre = het raam ; de glasruit la fenêtre = het raam le double vitrage = de dubbele beglazing le voilage = de vitrage faire la queue dans un magasin = in de rij staan in een winkel un mal = een kwaal {onder andere} des maux = kwalen {onder andere} un magasin de gros = een groothandel un grossiste = een grossier un détaillant = een detailhandelaar, een detaillist un magasin de détail = een detailhandel un salaire élevé = een hoog salaris bien gagner sa vie = goed verdienen ça m’énerve = dat irriteert me {familiair} volontariste = wilskrachtig le volontarisme- = het voluntarisme avoir l’aptitude au bonheur = aanleg voor geluk hebben; gelukkig willen zijn rendre heureux = gelukkig maken J’aurais pu m’en passer = ik had dat kunnen missen inconditionnel = onvoorwaardelijk miauler = miauwen une petite pièce d’eau ; une petite plan d’eau = een vijver le nénuphar = de waterlelie un hérisson = een egel ça me hérisse = daarvan gaan mijn stekels overeind staan se mettre à la place de quelqu’un = zich in iemand verplaatsen une cacafonie = een cacafonie; door elkaar heen praten Un lieu de résidence = een woonplaats des yeux = ogen les essuie-glaces = de ruitenwissers les maux du siècle = het kwaad van de eeuw sous les ongles = onder de nagels l’alcool désinfectant ; alcool à 90° = alcohol om te desinfecteren un écart entre….. = een kloof tussen….. un amour inconditionnel ; Des amours inconditionelles = onbaatzuchtige liefde aimer d’un amour inconditionnel = onbaatzuchtig liefhebben à grâce à = dankzij à cause de = wegens ; door {negatief}
Ingezonden op 12-04-2015 - 401x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
corrigé par Fatima Beddar
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!