Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Woordenschat Nederlands
› 2 Woordenschat periode 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Woordenschat Nederlands
, deel 1
2 Woordenschat periode 4
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
tolerantie = verdraagzaamheid plausibel = aannemelijk louche = onbetrouwbaar arbiter = scheidsrechter synoniem = woord met dezelfde betekenis geëscaleerd = uit de hand gelopen sedert = sinds geschil = conflict rede = toespraak coup = staatsgreep drogreden = verkeerd argument notoir = berucht pertinent = beslist flatteren = gunstiger voorstellen averij = schade aan schip/lading contingent = aandeel archipel = eilandengroep elementair = fundamenteel discreet = onopvallend erkentelijk = dankbaar archaïsch = ouderwets content = tevreden te hoop lopen tegen = verzetten tegen aversie = afkeer pretentieus = arrogant op zijn qui vive zijn = alert zijn averechts = tegengesteld patroniserend = neerbuigend dédain = minachting lamentabel = erbarmelijk tendentieus = bevooroordeeld stagnatie = stilstand debutant = beginneling strubbeling = onenigheid principieel = uit overtuiging grotesk = grillig exegeren = uitleggen bezoldiging = beloning van ambtenaren sijpelen = langzaam vloeien chicaneren = ruzie zoeken kopstuk = belangrijk persoon gisse = slimme appetijtelijk = aantrekkelijk inboezemen = vervullen met amorf = zonder structuur buitenissig = excentriek biotoop = natuurlijke leefruimte procrastineren = uitstellen arabesk = sierlijke decoratie omnivoor = alleseter carnivoor = vleeseter aanmatigend = arrogant laatdunkend = kleinerend nopen = noodzakelijk maken doordesemd = doordrongen draconisch = overdreven streng precair = heel ongunstig en instabiel consolideren = vasthouden apotheose = indrukwekkend hoogtepunt als einde apocrief = niet aannemelijk vaars = jonge koe die nog niet gekalfd heeft patriarch = vaderlijk leider leges = vergoeding voor overheidswerkzaamheden herbivoor = planteneter matriarch = moederlijk leider beknot = beperkt hectiek = drukte sancties = maatregelen sporadisch = zelden simulatie = nabootsing traceren = opsporen onomwonden = duidelijk laveren = behoedzaam voortgaan blaken = branden schoorvoetend = aarzelend soelaas = troost stoïcijns = onverstoorbaar asceet = iemand die sober leeft filantroop = menslievend persoon conventioneel = traditioneel
Ingezonden op 09-05-2015 - 772x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!