Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Trabitour Duits
› 4 woordjes
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Trabitour Duits
, deel 1
4 woordjes
Jaar 1 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ik beweeg graag.=Ich bewege mich gern. winnen=gewinnen schilderen=malen paardrijden=reiten zwemmen=schwimmen zingen=singen dansen=tanzen trainen=trainieren oefenen=üben verliezen=verlieren fietsen=Rad fahren skiën=Schi fahren schaatsen=Schlittschuh laufen sporten, aan sport doen=Sport machen bij een vereniging zitten=in einem Verein sein voetballen=Fußball spielen volleyballen=Volleyball spielen hockeyen=Hockey spielen vermoeiend, inspannend=anstrengend teleurgesteld=enttäuscht langzaam=langsam snel=schnell sportief=sportlich trots op=stolz auf onbeslist, in een gelijkspel=unentschieden tevreden=zufrieden in de vakantie=in den Ferien de kracht=die Kraft het elftal=die Mannschaft een eigen paard=ein eigenes Pferd in de manege=in der Reithalle de sportkleding=die Sportkleidung de sportschoenen=die Sportschuhe in het zwembad=in der Schwimmhalle de wedstrijd, de wedstrijden (bij balsporten)=das Spiel, die Spiele de wedstrijd (alle andere sporten)=der Wettkampf op het sportveld=auf dem Sportplatz de training=das Training het wereldkampioenschap (het WK)=die Weltmeisterschaft (die WM) de toeschouwers=die Zuschauer (mv) uitgaan=ausgehen nodig hebben=brauchen luieren=faulenzen telefoneren=telefonieren iets ondernemen=etwas unternehmen met vrienden chatten=mit Freunden chatten tv kijken=Fernsehen gucken een film kijken=einen Film sehen naar de disco gaan=in die Disko gehen naar de bioscoop gaan=ins Kino gehen zin hebben (in)=Lust haben (auf) computerspelletjes doen=computerspiele machen naar muziek luisteren=Musik hören (g)een instrument bespelen=(k)ein Instrument spielen gitaar spelen=Gitarre spielen drummen=Schlagzeug spielen ik spreek af met vrienden=Ich treffe mich mit Freunden. dat interesseert me (niet).=Das interessiert mich (nicht). ik kan relaxen=Ich kann mich entspannen dat is leuk=Das macht Spaß dus=also stom=blöd juist, net=gerade meestal=meistens alleen maar, slechts=nur regelmatig=regelmäßig al=schon in mijn vrije tijd=in meiner Freizeit een keer per week=einmal pro Woche twee keer per maand=zweimal pro Monat een uur=eine Stunde in het weekend=am Wochenende op maandag=am Montag op dinsdag=am Dienstag op woensdag=am Mittwoch op donderdag=am Donnerstag op vrijdag=am Freitag op zaterdag=am Samstag op zondag=am Sonntag
Ingezonden op 13-05-2015 - 931x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!