Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
fack it2
› 1 Fransisdebaedeel2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
fack it2
1 Fransisdebaedeel2
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Sage-femme = verloskundige les mecs = de mannen Évidemment =natuurlijk, vanzelfsprekend Un progrès = een vordering, vooruitgang Refuser = weigeren Métier = vak, beroep Tenaces= hardnekkig À peine = nauwelijks Fossé = (fig)kloof/ greppel,sloot Sous-estimation =onderschatting Encourager = aanmoedigen Casser = breken Relever = herstellen Défi= uitdaging se convaincre= zich overtuigen Affronter =trotseren, tarten, optreden tegen, onderogen zien, samenvoegen La tempête = de storm Remarques = opmerkingen Railleuses = spottend Entourage = omgeving Il y a + tijdsbepaling = geleden Accueillir = ontvangen Renoncer à = opgeven. Afzien van Une formation = een opleiding Pareil (le) = gelijk Composer = samenstellen, vormen, schrijven Au sein de = temidden van /au sein de la famille = in de vriendenkring la maternité = hier ; kraamkliniek meestal : moederschap Voisine = naburig, buurvrouw Contrairement à = tegenstrijdig aan Idées reçues = heersende opvattingen L’ accouchement= de bevalling En effet = inderdaad La grossesse= de zwangerschap La naissance = de geboorte Intervention = tussenkomst Pétiller= glinsteren Inouïe = ongehoord hormis = behalve/uitgezonderd Rare = zeldzaam constituer = betekenen Un avantage = een voordeel Assurer = verzekeren Oser = durven Un lien de confiance = een vertrouwensband Du coup = plotseling, opeens Tout de même = niettemin, desondanks Sècher = spijbelen Représentant = vertegenwoordiger S’ entendre avec = over weg kunnen met Du côté de = vanuit de kant van En revanche = daarentegen Infraction = overtreding Consentir à =toestemmen, goedkeuren Vertu =deugd, positieve eigenschap Un oeil = een oog Apporter = brengen Une sensibilité = gevoeligheid L’ habitude = de gewoonte Défenseur de = verdediger La cause = de oorzaak La démarche = de tred, de handelswijze Envisager = onder ogen zien, beschouwen Franchir = oversteken, te buiten gaan (fig) A son tour = op zijn beurt Tenter = verleiden, proberen De nos jours = tegenwoordig Nette = helder, duidelijk Le marché du travail = de arbeidsmarkt Exercer = uitoefenen Paroles moqueuses =spottende woorden Diminuer = verminderen Autrefois = vroeger Pragmatiques = zakelijk La présence = de aanwezigheid Rendre = teruggeven, overgeven Particulièrement = kenmerkend, bijzonder S’ opposer à = zich verzetten tegen bref = kortom c’est pourquoi = daarom d’ailleurs = trouwens pourtant = toch de nos jours = tegenwoordig nette = duidelijk s’opposer à = zich verzetten tegen le marché du travail = de arbeidsmarkt excercer = uitvoeren autrefois = vroeger une diversité = een verscheidenheid la présence = de aanwezigheid la naissance = de geboorte envers = tegen en général = over het algemeen la plupart = het merendeel avantages = voordelen inconvénients = ongemakken l’élargissement = de uitbreiding/vergroting sensible = gevoelig en effet = inderdaad assouplir = versoepelen un concours = een wedstrijd modifier = aanpassen/veranderen tekst 4 répandu = verspreid contrairement à = tegengesteld aan idées reçues = gangbare ideeën loisir = vrije tijd les participants = de deelnemers on a du mal à = men heeft moeite om débarasser = ontdoen van déplorer= betreuren, spijt hebben dans ce cas = in dat geval le tir à l’arc = boogschieten couronné = gekroond les nerfs = de zenuwen exigeant = veeleisend guetter =bespieden les adversaires= de tegenstanders parvenir à (parviennent) = erin slagen compter = tellen parmi = onder/tussen les meilleurs = de besten dérivée de = afgeleid van l’époque = het tijdperk ne cesser de = niet stoppen te répartir = verdelen le monde entier= de hele wereld formateurs=scheppers/samenstellers chaque année = elk jaar détient = vasthouden la reine = de koningin réfugié = gevlucht tout de suite = onmiddellijk initier = inwijden ses proches = zijn naasten soutenir (soutenu par)= gesteund door équiper= uitrusten à voir avec = te maken hebben met abondemment= overvloedig arroser =begieten malgré = ondanks l’enseigne=uithangbord (reclamebord) avoir lieu = plaats vinden effectué par = uitgevoerd door physiquement = lichamelijk des personnes âgées = oudere personen il l’appuie = hij ondersteunt het il le contredit = hij spreekt het tegen cependant = toch en plus = bovendien tel ou tel = dit of dat l’importance = het belang le loisir = de vrije tijd/hobby arroser = overgieten
Ingezonden op 16-05-2015 - 483x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!