Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
samenraapsel
› 4 WR3, WR4, ex.id, irr.v.
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
samenraapsel
4 WR3, WR4, ex.id, irr.v.
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
advocate=pleitbezorger;exponent to budge up=opschuiven chant=spreekkoor crude=bot;grof aansteken=light,lit,lit barsten=burst,burst,burst bederven=spoil,spoilt,spoilt bedoelen=mean,meant,meant beginnen=begin,began,begun begrijpen=understand,understood,understood behandelen=deal,dealt,dealt delen=deal,dealt,dealt bellen=ring,rang,rung klinken=ring,rang,rung betalen=pay,paid,paid betekenen=mean,meant,meant bezeren=hurt,hurt,hurt bieden=bid,bid,bid bijten=bite,bit,bitten binden=bind,bound,bound blazen=blow,blew,blown bloeden=bleed,bled,bled bouwen=build,built,built branden=burn,burnt,burnt breien=knit,knit,knit breken=break,broke,broken (mee)brengen=bring,brought,brought (weg)brengen=take,took,taken buigen=bend,bent,bent denken=think,thought,thought (snel) draaien=spin,spun,spun dragen=bear,bore,borne,wear,wore,worn;wear,wore,worn,bear,bore,borne drinken=drink,drank,drunk dromen=dream,dreamt,dreamt eten=eat,ate,eaten fokken=breed,bred,bred gaan=go,went,gone geboren worden=be born,was born geven=give,gave,given glijden=slide,slid,slid gooien=throw,threw,thrown graven=dig,dug,dug groeien=grow,grew,grown handelen=deal,dealt,dealt hangen=hang,hung,hung horen=hear,heard,heard houden=keep,kept,kept huilen=weep,wept,wept kiezen=choose,chose,chosen knielen=kneel,knelt,knelt knippen=cut,cut,cut komen=come,came,come kopen=buy,bought,bought kosten=cost,cost,cost krijgen=get,got,got krimpen=shrink,shrank,shrunk kruipen=creep,crept,crept kwetsen=hurt,hurt,hurt laten=let,let,let,leave,left,left;leave,left,left,let,let,let leggen=put,put,put,lay,laid,laid;lay,laid,laid,put,put,put leiden=lead,led,led lenen=lend,lent,lent leren=learn,learnt,learnt,teach,taught,taught leunen=lean,leant,leant lezen=read,read,read liggen=lie,lay,lain maaien=mow,mowed,mown maken=make,made,made menen=think,thought,thought,mean,meant,meant;mean,meant,meant,think,thought,thought morsen=spill,spilt,spilt naaien=sew,sewed,sewn nemen=take,took,taken ondergaan=set,set,set opgaan=rise,rose,risen,arise,arose,arisen;arise,arose,arisen,rise,rose,risen ontstaan=rise,rose,risen,arise,arose,arisen;arise,arose,arisen,rise,rose,risen plakken=stick,stuck,stuck rennen=run,ran,run rijden=drive,drove,driven,ride,rode,ridden,speed,sped,sped ruiken=smell,smelt,smelt scheuren=tear,tore,torn schieten=shoot,shot,shot schijnen=shine,shone,shone schrijven=write,wrote,written schudden=shake,shook,shaken slaan=strike,struck,struck,beat,beat,beaten,hit,hit,hit;strike,struck,struck,hit,hit,hit,beat,beat,beaten;beat,beat,beaten,strike,struck,struck,hit,hit,hit;beat,beat,beaten,hit,hit,hit,strike,struck,struck;hit,hit,hit,strike,struck,struck,beat,beat,beaten;hit,hit,hit,beat,beat,beaten,strike,struck,struck slapen=sleep;slept;slept sluipen=creep;crept;crept,steal,stole,stolen;steal,stole,stolen,creep,crept,crept sluiten=shut,shut,shut snijden=cut,cut,cut spellen=spell,spelt,spelt splijten=split,split,split spoeden=speed,sped,sped spreiden=spread,spread,spread spreken=speak,spoke,spoken springen=leap,leapt,leapt staan=stand,stood,stood staken=strike,struck,struck steken=sting,stung,stung stelen=steal,stole,stolen stijgen=rise,rose,risen stinken=stink,stank,stunk sturen=drive,drove,driven tekenen=draw,drew,drawn terugdeinzen=shrink,shrank,shrunk terugtrekken=withdraw,withdrew,withdrawn tonen=show,showed,show treffen=hit,hit,hit,strike,struck,struck;strike,struck,struck,hit,hit,hit uitgeven=spend,spent,spent uitzenden=broadcast,broadcast,broadcast vallen=fall,fell,fallen vangen=catch,caught,caught vasthouden=hold,held,held vastklemmen=cling,clung,clung vechten=fight,fought,fought vegen=sweep,swept,swept verbergen=hide,hid,hidden verbieden=forbid,forbade,forbidden verbouwen=grow,grew,grown verdragen=bear,bore,borne vergeten=forget,forgot,forgotten vergeven=forgive,forgave,forgiven verhuren=let,let,let verkopen=sell,sold,sold verlaten=leave,left,left verlichten=light,lit,lit verliezen=lose,lost,lost verslaan=beat,beat,beaten verstaan=understand,understood,understood vertellen=tell,told,told verwennen=spoil,spoilt,spoilt vinden=find,found,found vliegen=fly,flew,flown vloeken=swear,wore,worn vluchten=fly,fled,fled voeden=feed,fed,fed voelen=feel,felt,felt voorspellen=forecast,forecast,forecast waaien=blow,blew,blown wakker worden=awake,awoke,awoken,wake,woke,woken;wake,woke,woken,awake,awoke,awoken wedden=bet,bet,bet werpen=cast,cast,cast,throw,threw,thrown;throw,threw,thrown,cast,cast,cast weten=know,knew,known weven=weave,wove,woven winnen=win,won,won wonen=dwell,dwelt,dwelt worden=become,became,become zaaien=sow,sowed,sown zagen=saw,sawed,sawn zeggen=say,said,said zenden=send,sent,sent zetten=set,set,set,put,put,put;put,put,put,set,set,set zien=see,saw,seen zingen=sing,sang,sung zinken=sink,sank,sunk zitten=sit,sat,sat zoeken=seek,sought,sought zwaaien=swing,swung,swung zwemmen=swim,swam,swum also=ook,uitbreiding,opsomming and=en, uitbreiding,opsomming as well as=evenals,uitbreiding,opsomming besides,=bovendien,uitbreiding,opsomming both...and...=zowel...als...,uitbreiding,opsomming even=zelfs,uitbreiding,opsomming first=eerste,uitbreiding,opsomming second=tweede,uitbreiding,opsomming thrird=derde,uitbreiding,opsomming furthermore=bovendien,uitbreiding,opsomming in addition=bovendien,uitbreiding,opsomming indeed=sterker nog,uitbreiding,opsomming in fact=sterker nog,uitbreiding,opsomming moreover=bovendien,uitbreiding,opsomming neither...nor...=noch...noch...,uitbreiding,opsomming not only...but also=niet alleen...maar ook,uitbreiding,opsomming or=of,uitbreiding,opsomming too=ook,uitbreiding,opsomming what is more=bovendien,uitbreiding,opsomming meanwhile=ondertussen,uitbreiding,opsomming while=ondertussen,uitbreiding,opsomming after all=tenslotte,reden,oorzaak as=daar; omdat,reden,oorzaak as a result of=als gevolg van,reden,oorzaak because=omdat,reden,oorzaak for=want,reden,oorzaak since=aangezien,reden,oorzaak since it suggests=aangezien het suggereert...,reden,oorzaak admittedly=toegeven, tegenstelling although=ofschoon,hoewel, tegenstelling besides=behalve, tegenstelling though=ofschoon,hoewel, tegenstelling but=maar, tegenstelling by contrast=daarentegen,als contrast, tegenstelling certainly,=weliswaar, tegenstelling conversely=daarentegen, tegenstelling despite=ondanks, tegenstelling either...or...=ofwel...of..., tegenstelling even so=toch,desondanks, tegenstelling however=echter, tegenstelling in fact=eigenlijk,feitelijk, tegenstelling in spite of=ondanks, tegenstelling instead=in plaats daarvan, tegenstelling nevertheless=desalniettemin, tegenstelling now=nu, tegenstelling of course,=natuurlijk, tegenstelling on the one hand...on the other=enerzijds,anderzijds, tegenstelling rather=eerder dan,in plaats van, tegenstelling still=toch, tegenstelling sure,=weliswaar, tegenstelling sure, today the weather is good, but=vandaag is het weer weliswaar goed maar, tegenstelling then again=aan de andere kant, tegenstelling to be fair=om eerlijk te zijn, tegenstelling true,=weliswaar, tegenstelling true, he has some good points too=hij heeft weliswaar ook goede punten..., tegenstelling whereas=terwijl, tegenstelling meanwhile=ondertussen, tegenstelling while=ondertussen, tegenstelling yet=toch, tegenstelling if=als,indien, voorwaarde provided=mits,op voorwaarde dat, voorwaarde providing=mits,op voorwaarde dat, voorwaarde unless=tenzij, voorwaarde before=voor,tijd/volgorde earlier=vroeger,tijd/volgorde eventually=uiteindelijk,tijd/volgorde initially=aanvankelijk,tijd/volgorde in the past=in het verleden,tijd/volgorde later=later,tijd/volgorde once=zodra,toen eenmaal,tijd/volgorde once upon a time=op een keer...er was eens...,tijd/volgorde present=nu;tegenwoordig,vandaag de dag,tijd/volgorde present-day=nu,tegenwoordig,vandaag de dag,tijd/volgorde today=tegenwoordig,vandaag de dag,tijd/volgorde until=totdat,tijd/volgorde to adhere=hechten;vastkleven to be eligible=in aanmerking komen to be poised=op het punt staan concerning=zorgwekkend dehydration=uitdroging to devise=bedenken to desperse=zich verspreiden to gauge=peilen;taxeren gravitational force=zwaartekracht lactic acid=melkzuur to leach=weglekken to line=van binnen bekleden;bekleden to merit=waard zijn to mimic=nabootsen nausea=misselijkheid psysician=arts to pinpoint=nauwkeurig vaststellen queasy=misselijk tissue=weefsel urinary tract=urinebuis to burgeon=snel groeien cranial=schedel- deconditioning=minder presteren to emanate from=afkomstig zijn van to incinerate=verbranden to refract=breken;van richting doen veranderen sojourn=verblijf zweren=swear,swore,sworn zweten=sweat,sweat,sweat disproportionate=onevenredig as a result=daarom,gevolg,conclusie consequently=met als gevolg,gevolg,conclusie hence=daarom,gevolg,conclusie;zodoende,gevolg,conclusie in short=kortom,gevolg,conclusie so=dus,gevolg,conclusie;daarom,gevolg,conclusie that's why=daarom,gevolg,conclusie therefore=daarom,gevolg,conclusie thus=zo,gevolg,conclusie;op die manier,gevolg,conclusie;samenvattend,gevolg,conclusie as if=alsof,vergelijking equally=evenzeer,vergelijking;evenzo,vergelijking likewise=op dezelfde manier,vergelijking similarly=op dezelfde manier,vergelijking for example=bijvoorbeeld,voorbeelden for instance=bijvoorbeeld,voorbeelden such as=zoals,voorbeelden to embrace=in de armen sluiten;aanvaarden to omit=weglaten barrel-chested=stevig gebouwd commodity crops=basisgewassen;grondstoffen to dwindle=slinken;krimpen edible=eetbaar gaunt=uitgemergeld;broodmager instalment plan=afbetaling to mushroom=snel in aantal toenemen nutritious=voedzaam to qualify for=in aanmerking komen voor to scavenge=afval doorzoeken thrift shop=winkel in tweedehands goederen agronomist=landbouwkundige bushel=35,238 liter convenient=gemakkelijk;kant-en-klaarmaaltijden cornstalk=maïsstengel to forage=op zoek gaan;op zoektocht gaan to gear toward=instellen op saltine cracker=borrelzoutje sprawl=buitenwijk staple=basisproduct trade-off=compromis arousal=opwinding;prikkeling gastro-=maag-;darm-;buik-; to pound=bonzen predator=roofdier to prep=prepareren;voorbereiden to outrun=ontlopen resilient=veerkrachtig unrelenting=constant to amp up=de volumeknop omhoog draaien;een tandje bijzetten dilated=verwijd inherently=per defenitie occupational psychology=arbeidspsychologie pituitary gland=hypofyse put bluntly=bot gezegd placard=bord to procreate=zich voortplanten seamlessly=naadloos whim=gril;luim averse=afkerig van;tegen benevolent quip=welwillend soort commentaar heckle=verstorende onderbreking;onderbreking oatmeal=havermeel to rock=hebben stump=campagne aan het voeren write-off=heb ik geen idee van actual=echt;werkelijk administration=regering;bestuur beware=oppassen brave=dapper;moedig brutal=gewelddadig GP=huisarts to have an axe to grind=zijn gram willen halen to mull=overwegen to outsource=uitbesteden query=zoekvraag confidant=vertrouweling itch that needed scratching=een probleem dat aangepakt moest worden to spare blushes=iemand niet beschaamd maken;iemand niet verlegen maken;niet beschaamd maken;niet verlegen maken crippled=verminkt deer=hert eventually=uiteindelijk fabric=stof global=moniaal;wereld hernia=liesbreuk hood=kap;muts kind=aardig, soort idle=inactief lack=gebrek lame=kreupel magazine=tijdschrift to make out=vrijen meaning=betekenis mode=modus;manier;wijze te other day=onlangs physician=arts rare=zeldzaam to solicit=verzoeken spite=wrok stout=dik;gezet;soort bier slim=slank small=klein smart=slim sober=nuchter soldier=militair in het algemeen underarm=oksel undertaker=begrafenisondernemer
Ingezonden op 18-05-2015 - 655x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
28-05-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!