Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
jesse Dalton
› 7 pw h 7
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
jesse Dalton
, deel 1
7 pw h 7
Jaar 1 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ant = mier basket = mandje bee = bij belt = riem comic book = stripboek control = overheersen doll = pop hero = held nomination = nominatie permission = toestemming plastic = plastic powers = krachten spectacular = spectaculair survive = overleven text = smsen ability = vermogen climb = klimmen destroy = vernietigen develop = ontwikkelen flexible = flexibel identity = identiteit insecure = onzeker mess up = vernielen/rommel maken raise = opvoeden snow = sneeuwen special = speciale spider = spin thunder = onweer weak spot = zwakheid blonde = blond cape = cape, mantel fast = snel intelligent = intelligent jacket = jas kind = aardig mask = masker pair of jeans = spijkerbroek same = hetzelfde sense of humour = gevoel voor humor silver = zilveren, zilverkleurig suit = pak sweater = trui trousers = broek wear = dragen capable = in staat cause = doel courageous = moedig judge = beoordelen medal = medaille rights = rechten bark = blaffen cheer = juichen conversation = gesprek fetch = halen, apporteren fireman = brandweerman hesitate = twijfelen honour = eer immediately = meteen lawyer = advocaat mayor = burgemeester real = echt wave = zwaaien wish = wensen alongside = naast bicycle = fiets bravery = moed bug = insect cane = stok cough = hoesten edge = rand encourage = aanmoedigen guide dog = blindengeleidehond heroic = heldhaftig knit = breien main = hoofd-, belangrijkste positive = positief rescue = redden sound = geluid swimming pool = zwembad teenager = tiener grow up = opgroeien office = kantoor rich = rijk university = universiteit young = jong to be, was/were, been = zijn/ worden to buy, bought, bought = kopen to come, came, come = komen to cost, cost, cost = kosten to do, did, done = doen to drink, drank, drunk = drinken to eat, ate, eaten = eten to get, got, got = krijgen/ worden to go, went, gone = gaan to have, had, had = hebben to know, knew, known = weten to read, read, read = lezen to say, said, said = zeggen to tell, told, told = vertellen/ zeggen to think, thought, thought = denken to write, wrote, written = schrijven
Ingezonden op 27-05-2015 - 920x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!