Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Team Deutsch !
› 22 BK83 Jobs für dich?
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Team Deutsch !
22 BK83 Jobs für dich?
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ein volles Sparschwein = een vol spaarvarken Jobs für dich? = Baantjes voor jou? das Vergnügen(-) = het plezier, genoegen der Job(s) = de job, de baan der Schülerjob = het baantje voor scholieren der Nebenjob = het bijbaantje jobben (hat gejobbt) = werken, een baantje hebben Geld verdienen (hat verdient) = geld verdienen der Verdienst = de verdienste, het loon aufbessern (hat aufgebessert) = verbeteren, verhogen um... zu = om... te (doel) Ich jobbe, um mein Taschengeld aufzubessern = Ik heb een baantje om mijn zakgeld te verhogen zu... = om te... Ich habe ein Handy zum Telefonieren = Ik heb een mobiel om te bellen das Handy aufladen (lädt auf, lud auf, hat aufgeladen) = het mobieltje opladen Erfahrungen sammeln (hat gesammelt) = ervaringen verzamelen neue Leute kennen lernen = nieuwe mensen leren kennen Er hat kennen gelernt = hij heeft leren kennen Spaß haben (hat gehabt); Spa'b haben (hat gehabt) = plezier hebben neue Kontakte bekommen (hat bekommen) = nieuwe kontakten krijgen sparen (hat gespart) = sparen, bezuinigen reisen (ist gereist) = reizen eine Gitarre kaufen (hat gekauft) = een gitaar kopen ins Kino gehen (ist gegangen) = naar de bioscoop gaan jemandem helften (+dat)(hat geholfen) = iemand helpen selbständig = zelfstandig kontaktfreudig = goed contact kunnen maken (sich) die Zeit einteilen (teilt ein, teilte ein, hat eingeteilt) = je tijd indelen Teil (dir) deine Zeit besser ein! = Deel je tijd beter in! babysitten = babysitten der Nachhilfeunterricht = de bijles die Nachhilfestunde(n) = de bijles Zeitungen austragen (trägt aus, trug aus, hat ausgetragen) = kranten bezorgen Rasen mähen (hat gemäht) = gras maaien aufpassen auf (+akk)(passt, passte, hat gepasst) = (op)passen op Ich passe auf meine kleine Schwester auf = Ik pas op mijn kleine zusje das Büro(s) = het kantoor
Ingezonden op 02-06-2015 - 1132x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!