Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

All right!, deel B

4 She came, she saw, she conquered

Jaar 4 (vwo)

presence = aanwezigheid
indication = aanwijzing; teken
to determine = bepalen; vaststellen
involved = betrokken
evidence = bewijs(materiaal)
belongings = bezittingen
anger = boos maken
diary = dagboek
to share = delen
heartbroken = diepbedroefd
goal = doel
lack of = gebrek aan
behaviour = gedrag
common = gemeenschappelijk(e)
to lend a hand = hulp bieden
can't help but = ik kan het niet laten
invasion of = inbreuk op
caring = meelevend; zorgzaam
clean = niet drugsgebruikend
to negotiate = onderhandelen
immediately = onmiddelijk
at an early age = op jonge leeftijd
issues = probleem
adolescent = puber
to hang out = rondhangen
argument = ruzie
established = vastgesteld(e)
a desire for = een verlangen naar
suspect = vermoeden
destructive = verwoestend
trust = vertrouwen
expectations = verwachtingen
according to = volgens
odd = vreemd
bewildered = verbijsterd
boundary = grens
ensue = erop volgen
to maintain = behouden
on the straight and narrow = op het rechte pad
parenting = ouderschap
potentially = mogelijk
mental = mentaal
tense = gespannen
bold = gewaagd
upset 1 = in de war sturen
approach = benadering
supportive = ondersteunend
in that way = op die manier
conquer = overwinnen
muscle = spier
pace = tempo
in the stands = op de tribune
required = vereisen
satisfaction = voldoening
acknowledge = toegeven
collapse = instorten
competitors = concurrent
to liberate = bevrijden
nuisance = ergenis
participant = deelnemer
predictable = voorspelbaar
spectator = toeschouwer
trail = pad
stock exchange = (aandelen)beurs
to get injured = een blessure oplopen
disabled = gehandicapt
upset 2 = geschokt
extreme = gevaarlijk en opwindend
scar = litteken
thrill = opwinding
to convince = iemand van iets overtuigen
local = plaatselijke bewoner
crew = ploeg
wheelchair = rolstoel
to somersault = salto maken
urge = sterke drang
gear = uitrusting
due to = vanwege
to be addicted to = verslaafd zijn
addiction = verslaving
vehicle = voertuig
suicide rates = zelfmoordcijfers
tough = zwaar
anticipate = verwachten
appropriate = passend
avalanche = lawine
to be busted = gearresteerd worden
to convey = overbrengen
a disabled person = invalide
to disguise = verbergen
exceeds = overtreffen
to focus = zich concentreren
to grab = vastpakken
gravity = zwaartekracht
hazardous = gevaarlijk
interpret = verklaren
marine = marinier
survey = inspecteren
unprecedented = nog niet eerder voorgekomen
current affairs = actualiteiten
major = belangrijk(st)e
policy = beleid
petrol (BE); gas (AE) = benzine
to object = bezwaar maken tegen
library = bibliotheek
to glitter = glinsteren
decade = decennium
health warning = waarschuwing voor de gezondheid
neat = fraai(e)
consequences = gevolgen
corporation = groot bedrijf
entire = heel
to recognize = herkennen
tiniest = kleinste
mainstream = belangrijkste
brand = merk
hardly = nauwelijks
cover = omslag
unconsciously = onbewust
underestimate = onderschatten
illegible = onleesbaar
go unnoticed = onopgemerkt blijven
cereals = ontbijtgranen
billboard = reclamebord
bar = reep
to get hold of = te pakken krijgen
to crash into = tegen iets opbotsen
whereas = terwijl daarentegen
admittedly = toegegeven
counter = toonbank; balie
vast = uitgebreid; groot
are supposed to = verondersteld worden
refer to = verwijzen naar
shop assistant (BE); sales clerk (AE) = winkelbediende
wonder = zich afvragen
band = strook
blaring = luid en onplezierig doen klinken
blizzard = sneeuwstorm
to condense = verkort weergeven
convenience store (AE) = winkeltje dat eten, kranten e.d. verkoopt en altijd open is
deluge = stortvloed
font = lettertype
issue = nummer
knowledgeable = goed geinformeerd; goed op de hoogte
to litter = vervuilen
onslaught = aanval
promotional materials = advertentie; reclame
segment = deel
skyrocketing = vliegen omhoog
a white lie = een leugentje om bestwil
indication = aanduiding; teken
otherwise = anders
reward = beloning
van = bestelwagen
occupation = bezigheid
to invade = binnendringen
on top of that = daar komt nog bij
gesture = gebaar
to be faced with = geconfronteerd worden met
moderate = gematigd
average = gemiddeld
face = gezicht zijn naar
case = geval
to grant = verlenen; toestaan; geven
favour = gunst
greed = hebzucht
entirely = helemaal; totaal
briefly = kort
deliberately = met opzet
involve = met zich meebrengen; inhouden
illegal = onwettig
to inflate = opblazen
remark = opmerking
screwdriver = schroevendraaier
tension = spanning
grab hold of = stevig vastpakken
review = terugblikken; terugzien op
trembling = trillen; beven
among = onder; tussen
to convict = veroordelen; formeel beschuldigen van
to defy = trotseren
to embrace = omhelzen
to execute = uitvoeren
pad = vulling
partially = gedeeltelijk
to restrain yourself = zich beheersen
treacherous = verraderlijk
to tread on = stappen op
vein = ader
to assume = aannemen; veronderstellen
appeal = aantrekkingskracht
craft = ambacht
cabin = hut
rewarding = dankbaar; lonend
genuine = echt; werkelijk
he is assumed to ... = er wordt aangenomen dat hij ...
angle = hoek
current = huidig(e)
cost of living = kosten van levensonderhoud
currently = momenteel
emergency = nood...
maintenance = onderhoud
development = ontwikkeling
excitement = opwinding; spanning
staff = personeel
to apply for = soliciteren naar
admit = toegeven
allowance = toelage
exhausted = uitgeput
to broaden = verruimen
adaptable = flexibel
applicant = sollicitant
cooperative = meewerkend
to defy = uitdagen
fortnight = twee weken; 14 dagen
hospitality = gastvrijheid
laundry = wasserette
registered = gediplomeerd

Ingezonden op 04-06-2015 - 697x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Gebruik maar als je wilt

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

All right!, deel B

4 She came, she saw, she conquered