Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via WRTS. Klik op 'Overhoren'

Éventail-junior - En action, deel 1-20

1 deel1

Jaar 5 (basisschool)

bonjour = dag, goedendag
moi je suis = ik ben
Je suis Ellen. = Ik ben Ellen.
Moi, je suis Ahmed. = Ik, ik ben Ahmed.
oui = ja
Tu es Camille? = Ben jij Camille?
Et toi? = En jij?
Tu es Manon! = Jij bent Manon!
hij is Mark = il est Mark
zij is Lara = el est Lara
non = nee
bien = goed
Ça va bien. = Het gaat goed.
Ça va? = Gaat het?
C'est chouette. = Dat is tof.
de Liège = van Luik; uit Luik
d'où? = vanwaar?; waarvandaan?
merci = dank je; dank u
Tu es d'où? = Vanwaar ben je?
wie is dat = c'est qui
je suis de (Liège) = ik ben van (Luik)
elle est chouette = zij,ze is tof
ça va bien = het gaat goed
un Belge = een Belg
une Belge = een Belgische
la Belgique = België
en Belgique = in België
un Français = een Fransman
une Française = een Franse
la France = Frankrijk
en France = in Frankrijk
Je suis Belge. = Ik ben Belg/Belgische.
monsieur = meneer
madame = mevrouw
ici = hier
grand ou petit = groot of klein
chez ria = bij Ria thuis
toujours = altijd
voilà Julie = daar is Julie
voilà Julie = daar heb je Julie
Il s'appelle Cédric. = Hij heet Cédric.
le français = (het) Frans
le néerlandais = (het) Nederlands
une adresse = een adres
un appartement = een appartement
un étage = een verdieping
une maison = een huis
un numéro = een nummer
un numéro de téléphone = een telefoonnummer
un portable = een gsm
une rue = een straat
un téléphone = een telefoon
un zéro = een nul
un mètre = een meter
un kilomètre = een kilometer
téléphoner à = telefoneren naar
Quelle est ton adresse? = Wat is je adres?
à Bruxelles = in Brussel
à la maison = thuis
à 300 mètres = op 300 meter
au premier étage = op de eerste verdieping
C'est loin d'ici. = Het is ver van hier.
Je n'habite pas loin. = Ik woon niet ver.
quatrième, quatrième = vierde
cinquième, cinquième = vijfde
premier = eerste
première = eerste
deuxième = tweede
troisième = derde
quatrième = vierde
Cinquième = vijfde
200 = deux cents
montrer = tonen
excusez-moi = excuseer me, pardon, sorry
Comment ça va? = Hoe gaat het? Hoe maak je het?
Je suis ici pour chanter. = Ik ben hier om te zingen.
Je m'appelle Yves. = Ik heet Yves.
Tu t'appelles comment? = Hoe heet je?
Il s'appelle Vincent. = Hij heet Vincent.
Vous appellez Durieux? = Heet u Durieux?
habiter = wonen
dag, hallo = salut
Tu as quel âge? = Hoe oud ben je?
J'ai onze ans. = Ik ben elf jaar.
Il a déjà 16 ans = Hij is al/reeds 16.

Ingezonden door Manu op 06-06-2015 - 1548x bekeken.
Waardering 7.4 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Reacties (3)

inas

12-09-2015 15:28

kij tof dit wowie
hihi

astrid

15-05-2016 22:03

Handig, leuk om mee te leren maar er zit wel een fout in.

jemoeder

13-03-2017 21:58

Je moeder en je bent lelijk PS je vader:-)

Vakken

Éventail-junior - En action, deel 1-20

1 deel1

Reacties (3)