Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Beknopte Thematische Woordenschat
› 2 Junior Abschlussidiom BLZ 8-11
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Beknopte Thematische Woordenschat
2 Junior Abschlussidiom BLZ 8-11
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
abermals = opnieuw sich damit abfinden = er in berusten Abitur = eindexamen Abkommen = overeenkomst ablehnen = afwijzen abgemacht = afgesproken abschlägige = afwijzend Absicht = bedoeling Ahnen (Vorfahren) = voorouders Ahnung = idee ähnliches = net zo'n Aktien = aandelen allenfalls = hoogstens allenthalben = overal allerdings (freilich, zwar) = wel (iswaar) allmählich = langzamerhand Alter = leeftijd altertümliche = ouderwetse Anerkennung = waardering angeblich = naar men zegt Angehörigen = familieleden Angestellten = personeelsleden angreifen = aanvallen Anlass = aanleiding Anliegen = verzoek anprangern = aan de kaak stellen anspruchsvoll = veeleisend Anstalt = inrichting anständig = fatsoenlijk ansteckende = besmettelijke Anstrengung = inspanning Antike = klassieke oudheid Antrag = voorstel Ära = tijdperk Aufenthalt = verblijf aufschlussreich = verhelderend ausgedehnte = uitgebreide ausgiebig = overvloedig ausgeglichen = evenwichtig Ausschreitungen = ongeregeldheden Auskunft = inlichting Ausnahmsweise = bij wijze van uitzondering Ausrede = uitvlucht Aussagen = verklaringen Außerdem (zudem) = bovendien außerordentlich = buitengewoon Ausweis = legitimatie Bald, bald = nu eens, dan weer bar = contant Bedauern = spijt Bedürfnis = behoefte Bedenken = bezwaren Beschwerden = klachten bedeutet = betekent bezeichnend = typerend Bedingung = voorwaarde Begegnung = ontmoeting begeistert = enthousiast behaupten = beweren Behörde = overheid belebt = druk beliebige = willekeurig belegen = aantonen Benehmen = gedrag beobachten = kijken naar bequem = comfortabel Bereich = gebied beraten = adviseren berücksichtigen = rekening houden met berühren = aanraken beschäftigt = druk Bescheid sagen = op de hoogte brengen beschränkt = beperkt bestätigen = bevestigen bestechen = omkopen betätigen sich als = zijn werkzaam als betonen = benadrukken in Betracht kommen = in aanmerking komen beträchtlicher = aanzienlijk bevorsteht = te wachten staat bevorzuge = geef de voorkeur aan bewältigen = overwinnen bezieht sich = slaat op bisweilen (manchmal, mitunter) = soms bisher = tot nu toe bitten = verzoeken brauche = nodig heb brutal = ruw buchstäblich = letterlijk daher (deshalb) = daarom damals = destijds Dampf = stoom dargestellt = beschreven Dasein = bestaan Daten = gegevens deftiges = stevig demnächst = binnenkort derzeit = op het moment dauerhaft = duurzaam Duft = geur Durchschnitt = doorsnee durchaus = absoluut Drohung = dreiging dürfen = mogen Drogen = drugs Denkmalschutz = monumentenzorg durchbringt = verkwist dämmert = schemert Dolmetscher = tolk Dutzend = dozijn durchtriebener = doortrapt ebenfalls (gleichfalls) = eveneens Ebene = niveau Ehe = huwelijk ehemalige = voormalige eifersüchtige = jaloerse eigentümliche = merkwaardige sich eignen = geschikt zijn ebenbürtig = gelijkwaardig Einladung = uitnodiging einzelne = afzonderlijke ekelt sich vor = walgt van empfindet = voelt empfindlicher = gevoelig empörte sich = werd boos endgültig = definitief Entrüstung = verontwaardiging Entscheidung = beslissing entzückt = verrukt meines Erachtens = naar mijn mening im Erdgeschoss = op de begane grond Ereignis = gebeurtenis erfolgreiche = succesvolle Ergebnis = resultaat erholte sich = herstelde Erlaubnis = toestemming Erpressung = chantage erwähnte = vermeldde etwa = ongeveer erledigt = afgedaan Epoche = tijdperk Einstweilen = voorlopig Einspruch = protest einzigartig = uniek erziehen = opvoeden erstaunlich = verbazingwekkend enttäuschen = teleurstellen ersetzen = vergoeden Einzelheiten = details Eigenart = eigen karakter eindeutige = duidelijk eben = juist fähiger = bekwaam Führerschein = rijbewijs Fakten = feiten sich fassen = zich beheersen
Ingezonden op 02-09-2015 - 370x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!