Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Conversation française
› 3 Conversation 3 leçon 03
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Conversation française
, deel 3
3 Conversation 3 leçon 03
Jaar 8 (volksuniversiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
La scène = het podium Avoir le torticolis = een stijve nek hebben Sentir = ruiken; proeven; voelen Donner un pot de départ à la retraite = een afscheidsfeest geven bij je pensionering Le pot = het glas (drankje) Une couleur claire = een lichte kleur Une couleur foncée = een donkere kleur Se retrousser les manches = de mouwen opstropen Le tailleur = het mantelpakje Je me suis changé; je me suis changée = ik heb me omgekleed Se changer = zich omkleden Être à l’aise = op je gemak zijn La machine à coudre = de naaimachine Un marchand ambulant; un marchand itinérant = een venter La médecine ambulatoire = de poliklinische behandeling Conduire = sturen; rijden {vaardigheid} Rouler = sturen; rijden {actie} La nuque = de nek Le kinésithérapeute = de fysiotherapeut Sans interruption = onafgebroken Personnel = persoonlijk Les circonstances = de omstandigheden Un bébé est innocent = een baby is onschuldig La conduite = het rijgedrag elle conduit bien = Zij rijdt goed {ici, il s’agit de la manière de conduire habituelle} elle conduit mal = Zij rijdt slecht {ici, il s’agit de la manière de conduire habituelle} Il conduit vite = Hij rijdt snel {ici, il s’agit de la manière de conduire habituelle} Il conduit trop vite: ici = Hij rijdt te snel (ici, il s’agit de la manière de conduire habituelle} Elle roule trop vite = Zij rijdt te snel {là, c’est occasionnel} Elle roule vite = Zij rijdt snel {là, c’est occasionnel} Il roule à 130 km à l’heure sur une route où la vitesse est limitée à 100 = Hij rijdt 130 km per uur op een stuk waar je maar 100 mag 130 km/heure; cent trente kilomètres par heure = 130 km per uur
Ingezonden op 02-10-2015 - 1632x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Corrigé par Fatima Beddar
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!