Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
bovenbouw Van alles en nog meer
› 1 Spaans alles Modulo 3 en 4 nog niet af
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
bovenbouw Van alles en nog meer
1 Spaans alles Modulo 3 en 4 nog niet af
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
preguntar = vragen al = samentrekking van a + el a = aan el quiosco = de kiosk hay = er is; er zijn la panadería = de bakkerij por aquí = hier in de buurt bueno = wel; nou el pueblo = het dorp tres = drie pero = maar aquí = hier cerca = dichtbij solamente = slechts; maar al final de; al final = aan het einde van; aan het einde la calle = de straat la plaza = het plein el banco = de bank o = of la Oficina de Correos = het postkantoor estar = zich bevinden San Sebastián = stad aan de Cantrabrische kust bastante = nogal; tamelijk lejos = ver el telebanco = de geldautomaat el centro = het centrum al lado de = naast la iglesia = de kerk de nada = geen dank; graag gedaan el/la turista; el turista; la turista = de toerist buscar = zoeken varios; varias = verschillende cuatro = vier amable = vriendelijk; aardig pasar = doorbrengen el fin de semana = het weekeinde esta = deze hermoso; hermosa = mooi la ciudad = de stad andar = lopen; gaan por = door; langs la joven = de jongedame la parada = de halte el autobús = de bus ¡oye! = zeg; hé; hoor eens por favor = alstublieft; alsjeblieft ¿qué? = welke?; wat? necesitar = nodig hebben para ..; para = om te ..; om ir a = gaan naar la Concha = baai en strand van San Sebastián pues = wel; nou a la derecha = rechts; rechts van; rechts (van) con = met unos; unas = enkele la palmera = de palmboom el edificio = het gebouw alto; alta = hoog enfrente de = tegenover pasarlo bien = zich amuseren llegar a = aankomen in/te; aankomen in; aankomen te la chica = het meisje perdona = sorry; pardon el bar = het café moderno; moderna = modern a la izquierda = links; links van; links (van) la suerte = het geluk ¡A pasarlo bien! = Veel plezier! ¡Qué suerte! = Wat een geluk! ¿Cuántos bancos hay? = Hoeveel banken zijn er? En el pueblo hay tres. = In het dorp zijn er drie. ¿Cuántas panaderías hay? = Hoeveel bakkerijen zijn er? Hay solemente una. = Er is er maar een. uno; una; un = een dos = twee cinco = vijf cuántos; cuántas = hoeveel cerca; cerca de; cerca (de) = dichtbij lejos; lejos de; lejos (de) = ver al final de la calle = aan het einde van de straat en el centro = in het centrum en la plaza = op het plein al lado; al lado (de); al lado de = naast detrás; detrás de; detrás (de) = achter delante; delante de; delante (de) = voor cerca de aquí = hier dichtbij
Ingezonden op 14-10-2015 - 1019x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
21-10-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!