Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Allerlei 2.0
› 1234 MAW
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Allerlei 2.0
1234 MAW
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
feitelijke definitie multiculturele samenleving = een samenleving waarin naast de oorspronkelijke autochtone bevolking verschillende etnische groepen leven die oorspronkelijk afkomstig zijn uit een ander land met een andere cultuur normatieve definitie multiculturele samenleving = een sameleving waarin de verschillende cultuurgroepen gelijke kansen hebben op sociale, economische en politieke posities, met behoud van hun eigen culturele identiteit cultuur = het geheel van waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen. maak je je eigen. nurture ipv nature. ideële dimensie=gaat over waarden en ideeën van de mensen uit een cultuur normerende dimensie=normen en regels die in een cultuur gelden. regels die (meestal) afgeleid zijn van de waarden. (eenzelfde waarde kan leiden tot verschillende normen materiële dimensie=er wordt gekeken naar de concrete inhoud van de cultuur. 1 binnenste laag = waardesystemen, de diepste overtuigingen van waaruit wordt geleefd en gehandeld, levensbeschouwing, ideologie 2 laag van het gedrag=mensen in bepaalde groepen hebben typerende manieren van doen = gedragspatronen waarmee ze zich onderscheiden van andere groepen, normen en leefregels 3 laag van de instituties=vertrouwde gebruiken, patronen die het gedrag in banen kunnen leiden. die woorden zelf al geven mensen meteen houvast: ze maken duidelijk aan welke regels zich moeten houden en wat van hen verwacht wordt, huwelijk, gezin, school, vriendengroep 4 buitenste laag = betekenissen laag, laag waarin mensen direct met de samenleving contact hebben. om hen heen zien ze allerlei producten die door mensen gemaakt zijn en ze zien gedrag van anderen. ze kennen die dingen en dat gedrag betekenissen toe en hebben daar een gevoelswaarde bij, gevoelswaarde gedrag regulerende functie, identificerende functie (functionele, normatieve, emotionele identificatie), bindende functie = functies van cultuur socialisatie = het aanleren van de normen en waarden en gewoontes en gedragingen van een cultuur (opvoeden) sociale controle = positieve sancties (complimentjes, diploma's) + negatieve sancties (waarschuwing, boetes) geïnternaliseerd = normen en waarden, gedragingen en betekenissen cultuur zijn vanzelfsprekend. alles gaat automatisch. socialisatoren; socialiserende instituties = via hen vindt het socialisatieproces plaats: ouders, school, kerk, buren, collega's, vrienden enculturatie = het aanleren van de eerste cultuur in je leven, die we als vanzelfsprekend ervaren --› met de paplepel ingegoten acculturatie = (deels) een nieuwe, tweede cultuur aanleren naast je 'eerste' vanzelfsprekende cultuur na emigratie of als je in een andere laag van de bevolking komt. lastig aanleren. eigen cultuur voelt als goed, deze als fout. dominante cultuur = cultuur van de groep in de samenleving met veel politieke of economische macht. meestal ook de grootste groep in de samenleving. subcultuur = groepen in de samenleving die de dominante cultuur voor een deel volgen, maar op een aantal gebieden een levensstijl hebben die afwijkt van de dominante cultuur. tegencultuur = deze cultuurgroep verzet zich in enkele belangrijke waarden af tegen de dominante cultuur: antiglobalisten (vroeger feministen ook) een beweging die zoekt naar verbinding = stroom was al langer zichtbaar, maar is met name politiek en economisch zichtbaar geworden na de Tweede Wereldoorlog. bv. vn een beweging die nadruk op de eigen identiteit van een cultuur- of geloofsgroep legt = deze stroming lijkt met name weer de laatste decennia op te komen, bv. door de hernieuwe opkomst van meer nationalistische ideologieën en partijen, die de nadruk leggen op eigen cultuurgroep en/of eigen natie sociale stratificatie = indeling van mensen in categorieën, in lagen sociale mobiliteit = de mogelijkheid van mensen om te stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder positieverwerving = manier waarop immigranten er zelf in slagen een positie in die nieuwe samenleving te veroveren. positietoewijzing = manier waarop ontvangende samenleving immigranten een plaats toewijst discriminatie = ongelijke behandeling van mensen op grond van groepskenmerken die in de gegeven situatie niet van belang zijn sociale categorisatie = het identificeren van individuen als lid van een bepaalde groep. hokjes denken stereotypering = kenmerken toekennen aan hokjes die we vervolgens toepassen om mensen die volgens ons in die hokjes passen economisch kapitaal + sociaal kapitaal + cultureel kapitaal = sociale stratificatie volgens bourdieu bezit productiemiddelen --› sociale positie = sociale stratificatie volgens marx klasse (economisch) + stand (sociale rangorde) + partij (politieke macht/relaties) --› sociale positie = sociale stratificatie volgens max weber klasse = gebaseerd op het al dan niet bezitten van productiemiddelen stand = groepering met sociale status schaars talent bepaalt sociale positie = structureel functionalisme 1 klasse 2 stand 3 partijen = drie dimensies theorie van weber intragenerationele mobiliteit = stijgen/dalen van mens in zijn of haar leven vanuit zijn maatschappelijke startpositie naar een andere laag op de maatschappelijke ladder intergenerationele mobiliteit = stijgen/dalen van kind van iemand op de maatschappelijke ladder ten opzichte van de maatschappelijke positie van hun ouders. opleiding --› stijging op de sociale ladder. American dream= meritocratietheorie reproductietheorie = economisch kapitaal (door opleiding en werk) --› stijging op sociale ladder, maar sociaal en cultureel kapitaal beperken stijging op sociale ladder bedoelde, onbedoelde (Oprah), indirecte (taaleis), institutionele (blanke pr-medewerker) =vormen discriminatie door regels en procedures = institutionele discriminatie wordt veroorzaakt ... sociaal-culturele (sociale controle), sociaaleconomische (rechts-extremistisch als slecht gaat), politiek-juridische (antidiscriminatiebeleid enz) = oorzaken discriminatie minder kansen op de arbeids- en woningmarkt bij minderheden (bovenlaag - onderlaag), gevoelens van gekwetst-zijn en bedreiging, ontstaan spanningen tussen bevolkingsgroepen (franse buitenwijken), versterking negatieve beeldvorming = gevolgen discriminatie selffulfilling-prophecy = een voorspellende uitspraak die uitkomt juist omdat de voorspelling gedaan wordt. ideaaltypen = abstracte weergave van wat zichtbaar is in samenleving, maar het is niet als zodanig dat je het model precies op een samenleving kunt leggen en alles klopt assimilatiemodel = nieuwkomers nemen dominante cultuur vrijwel geheel over en eigen cultuur verdwijnt daarbij naar de achtergrond meltingpot = smeltkroes, versmelten culturen van verschillende bevolkingsgroepen tot één nieuwe cultuur (Amerika in 18e + 19e eeuw) er is geen dominante cultuur en er ontstaat een nieuwe cultuur =voorwaarde meltingpot salad bowl, wederzijdse aanpassing = bevolkingsgroepen passen zich zodanig aan elkaar aan, dat zij allemaal toegang hebben tot dezelfde maatschappelijke, economische en politieke posities, zonder dat zij hun eigen culturele identiteit opgeven. integratiemodel = salad bowl (synoniem) integreren = een proces dat van twee kanten komt segregatiemodel = cultuurgroepen leven in een land, maar fysiek en sociaal gescheiden groepen communitarisme = ontwikkeling van gemeenschappelijke waarden door inzet in de samenleving maatschappelijke participatie --› gemeenschappelijke normen en waarden --› sociale cohesie = communitarisme theorie van de steunberen = democratische rechtsstaat en grondwettelijke vrijheden bieden beste garantie voor een samenleving, waarin mensen met verschillende levensopvattingen, religieuze overtuigingen, politiek denkbeelden en persoonlijke levenssferen naast en met elkaar kunnen leven. gesteund door steunberen 1 onafhankelijk en eerlijk rechtsproces 2 bereidheid tot tolerantie 3 onafhankelijke wetenschapsbeoefening 4 bereidheid om conflicten op een niet-gewelddadige manier te beslechten= steunberen tot ver in jaren '70 = geen maatregelen nodig culturele integratie, arbeiders gaan weer terug in de jaren '80 = behoud van cultuur en identiteit als middel om sociaaleconomische integratie te bevorderen begin jaren '90 = sociaal-culturele integratie zal plaatsvinden als minderheden eenmaal een goede opleiding en een baan zouden hebben. na de fortuynrevolutie uit 2002 = doelstellingen niet gehaald. segregatie toegenomen. richten op culturele integratie. het belang van gemeenschappelijk normen en waarden werd benadrukt en de vrijblijvendheid van maatregelen verdween begin 2007 = door leef en werkklimaat in zogenaamde krachtwijken te verbeteren, wil zij de integratie bevorderen
Ingezonden op 16-10-2015 - 1776x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!