Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Carte Orange J-Gamez
› 4 [Volledig]
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via WRTS. Klik op 'Overhoren'
Carte Orange J-Gamez
, deel 1
4 [Volledig]
Jaar 1 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
l'animal [i][red](m)[/i][/red] = het dier les animaux = de dieren le chien = de hond le chat = de kat le loup = de wolf l'araigneé [red][i](v)[/red][/i] = de spin le tigre = de tijger le serpent = de slang l'oiseau[red][i](m)[/i][/red] = de vogel le canard = de eend la guêpe = de wesp l'éléphant [red][i](m)[/i][/red] = de olifant la méduse = de kwal le cheval = het paard la vache = de koe le mouton = het schaap la souris = de muis le poisson = de vis la queue = de staart La patte = de poot les poils [red][i](m)[/i][/red] = de haren; de vacht {Schrijf 1 op} caresser = aaien voler = vliegen nager = zwemmen piquer = prikken;steken {Schrijf 1 op} dangereux/dangereuse = gevaarlijk sauvage = wild la ferme = de boerderij les parents [i][red](m)[/i][/red] = de ouders aider = helpen parfois = soms la poule = de kip la surprise = de verassing quand = wanneer l'agneau [red][i](m)[/i][/red] = het lam Ma mère ne travaille pas à la ferme. = Mijn moeder werkt niet op de boerderij. Juliette n'aime pas = Juliette houdt er niet van Cédric n'habite pas à Paris = Cédric woont niet in parijs Il adore jouer = hij is dol op spelen C'est gentil = dat is aardig Où est le chat? = waar is de kat? Je ne sais pas = ik weet het niet Je regrette = het spijt me Qu'est-ce que tu as? = Wat heb je? Il a mal à la patte = Hij heeft pijn aan zijn poot Il ne peut pas marcher = Hij kan niet lopen toujours = altijd les vacances [b][red](v) (m/v)[/b][/red] = de vakantie seulement = alleen;slechts {schrijf 1 op} la campagne = het platteland voir = zien prendre = nemen le café = de koffie le coca = de cola rester = blijven le panier = de mand laisser = laten ouvert/ouverte = open tout seul = helemaal alleen gentil/gentille = aardig, lief {Schrijf beide op, inclusief komma} chaud/chaude = warm attends = wacht chercer = zoeken vu = gezien blessé/blessée = gewond espérer = hopen qu'est-ce que = wat avoir mal = pijn hebben il peut = hij kan marcher = lopen trouver = vinden tout de suite = meteen;dadelijk {Schrijf 1 op} heureusement = gelukkig cassé/cassée = gebroken dehors = buiten bon/bonne = goed, lekker {Schrijf beide op, inclusief komma} avoir = hebben Tu [b]as[/b] chaud = Jij hebt het warm Il [b]a[/b] mal à la patte = Hij heeft pijn aan zijn poot j'[b]ai[/b] = ik heb tu [b]as[/b] = jij hebt il [b]a[/b] = hij heeft elle [b]a[/b] = zij heeft on [b]a[/b] = wij hebben;men heeft {Schrijf 1 op{Wij hebben/Men heeft}} nous [b]avons[/b] = wij hebben vous [b]avez[/b] = jullie hebben;u heeft {Schrijf 1 op{Jullie hebben/U heeft}} ils [b]ont[/b] = zij hebben elles [b]ont[/b] = zij hebben quel = welk quelle = welke la ville = de stad d'accord = oké {{misschien ben je de é in oké vergeten, zoja dan mag je het goedrekenen hoor!}} la rue = de straat l'étage [i][red](m) = de verdieping;de etage {schrijf 1 op} l'ascenseur [i][red](m) = de lift l'escalier [i][red](m) = de trap dur = moelijk;zwaar;hard la chambre = de kamer; de slaapkamer Tu veux avoir un chien? = Wil jij een hond hebben? Je n'aime pas les chiens = Ik houd niet van honden Je déteste les araignées = Ik haat spinnen J'ai peur des chevaux = Ik ben bang voor paarden Il est comment? = Hoe is hij? Il a l'air gentil = Hij ziet er lief uit C'est normal = Dat is normaal C'est horrible = Dat is afschuwelijk Il a quel âge? = Hoe oud is hij? Il a deux ans = Hij is twee jaar la sortie = het uitstapje la familie = de familie les parents [red][b](m)[/red][/b] = de ouders venir = komen encore = alweer la fête = het feest divorcer = scheiden prochain/prochaine = volgende le grand-père = de opa organiser = organiseren inviter = uitnodigen l'enfant [red][b](m/v)[/red][/b] = het kind les petits-enfants [red][b](m/v)[/red][/b] = de kleinkinderen le cousin = de neef
Ingezonden door
JibsterGamez
(
RSG Tromp Meesters
) op 09-11-2015 - 568x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
20-11-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Carte Orange 1e Editie - Havo/Vwo leerjaar 1 - Hoofdstuk 4 [Volledig]© Hallo iedereen, bedankt voor het gebruiken van mijn lijsten, laat een rating achter, dit wordt zeer gewaardeerd.
Ook, heb ik een ApprendreBox waar alle geüploade lijsten in staan:
http://www.woordjesleren.nl/questions.php?chapter=204377
Nu is hoofdstuk 4 af, dit is gemaakt zonder enig kopieren/plakken, ook hebben deze lijsten ©
Dus niet kopieren/plakken zonder toestemming, ik heb hier veel werk ingestopt, verder wens ik jullie allemaal veel succes met leren
Vriendelijke Groet:
Toetsen maken is moelijk, leren niet
-JibsterGamez
Gamen is ook belangrijk voor de ontspanning,
probeer een keertje een Franse game.
-MonsterTitan
Ik kan in het frans tot 1000 tellen en een lijst ervan maken
-›Project‹
Reacties (2)
thijmen
21-11-2015 13:55
Super site
vooral doen
JibsterGamez
01-12-2015 9:56
@thijmen, dit is niet mijn site, maar die van Bas (kweet de achternaam niet meer)
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!