Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Van Troje naar Italië eindexamenbundel
› 202 paginanummer
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Van Troje naar Italië eindexamenbundel
, deel 7
202 paginanummer
Jaar 6 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
convivium = maaltijd convoco = bijeenroepen copia = voorraad, overvloed copiae = legermacht cor = hart, geest cornu = 1.hoorn 2.vleugel corpus = lichaam corrumpo = 1.bederven 2.omkopen creber = talrijk credo = geloven, vertrouwen, toevertrouwen creo = kiezen, benoemen cresco = groeien crimen = 1.beschuldiging, aanklacht 2.misdaad, vergrijp, schuld crudelis = wreed cruor = bloed culpa = schuld cultus = 1.verzorging, verering 2.levenswijze cum +abl. = met cum + conj. = 1.toen, nadat 2.omdat 3.hoewel cum + ind. = 1.wanneer 2.toen cuncti = alle(n) cupiditas = begeerte, verlangen cupido = begeerte verlangen cupidus = begerig naar cupio = verlangen, begeren cur? = waarom cura = zorg curia = senaatsgebouw curo = zorgen voor, verzorgen curro = rennen currus = wagen cursus = 1.het hardlopen, wedloop, race 2.(loop)baan, koers custodia = bewaking, wacht custodio = bewaken, passen op custos = bewaker damno = veroordelen damnum = schade, verlies Danai = Grieken de = 1.over 2.wegens dea = godin debeo = moeten, verschuldigd zijn decem = tien decerno = besluiten, beslissen decet = het past decus = 1.eer 2.sieraad dedo = overgeven, uitleveren deduco = (naar beneden) leiden, wegleiden defendo = verdedigen, beschermen defero = 1.(weg)brengen, 2.terechtkomen (pass.) defessus = vermoeid deficio = 1.in de steek laten 2.ontbreken 3.afvallen van (+abl.) deicio = neerwerpen, laten vallen deinde = daarna delecto = vermaken deleo = vernietigen, verwoesten deligo = (uit)kiezen demitto = naar beneden sturen denique = tenslotte dens = tand depono = neerleggen deprehendo = grijpen, betrappen descendo = afdalen desero = verlaten, in de steek laten desidero = verlangen desiderium = verlangen desino = ophouden
Ingezonden op 17-11-2015 - 1524x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!