Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Basiswoorden Grieks (Vossius Gymnasium)
› 1 Verba, Nomina, Varia
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Basiswoorden Grieks (Vossius Gymnasium)
, deel 1
1 Verba, Nomina, Varia
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
----- Verba: ----- λύω = losmaken {aor: ἔλυσα, λῦσαι, λύσας} κωλύω (2) = verhinderen, beletten {aor: ἐκώλυσα, κωλῦσαι, κωλύσας} κελεύω (2) = bevelen, dringend verzoeken {aor: ἐκέλευσα, κελεῦσαι, κελεύσας} θεραπεύω (3) = dienen, verzorgen, vereren {aor: ἐθεράπευσα, θεραπεῦσαι, θεραπεύσας} ἀκούω τινος/τι (2) = horen, luisteren {aor: ἤκουσα, ἀκοῦσαι, ἀκούσας} λούω = (actief = wassen)(medium (2) = zich wassen, baden) {aor: ἔλουσα, λοῦσαι, λούσας} παύω (τινος) = (actief = doen ophouden (met))(medium = ophouden (met)) {aor: ἔπαυσα, παῦσαι, παύσας} τιμάω = eren {aor: ἐτίμησα, τιμῆσαι, τιμήσας} νικάω (2) = overwinnen, verslaan {aor: ἐνίκησα, νικῆσαι, νικήσας} ποιέω (2) = maken, doen {aor: ἐποίησα, ποιῆσαι, ποιήσας} οἰκέω (2) = wonen, bewonen {aor: ᾤκησα, οἰκῆσαι, οἰκήσας} δηλόω = duidelijk maken {aor: ἐδήλωσα, δηλῶσαι, δηλώσας} ----- Nomina: ----- ἡ κόρη = meisje ἡ ἀρετή (3) = voortreffelijkheid, deugd, moed ἡ μάχη (2) = gevecht, strijd ἡ βουλή (4) = wil, raad, plan, besluit ἡ νίκη = overwinning ἡ ἀνάγκη (2) = noodzaak, dwang ἡ γῆ / ἡ γαῖα (2) = aarde, land ἡ οἰκία = huis ἡ ἀλήθεια = waarheid ἡ ἐπιμέλεια (2) = zorg, interesse ἡ σοφία (3) = knapheid, intelligentie, wijsheid ἡ θάλαττα = zee ἡ δόξα (3) = mening, reputatie, roem ----- Varia: ----- γάρ (2) = want, namelijk καί (3) = en, ook, zelfs οὕτω/οὕτως (2) = zo, op die manier σφόδρα (2) = zeer, hevig σύν/ξύν [+naamv.] (3) = met, in gezelschap van, met behulp van [dat.] μετά/μετ'/μεθ' = (+ genitivus = samen met)(+ accusativus = na)
Ingezonden op 21-11-2015 - 1318x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
11-01-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!