Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via WRTS. Klik op 'Overhoren'
Franconville, deel 1
Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.
Reacties (3)
Jan Hogendoorn
24-09-2016 13:52
dit moet het zijn:
mon, ma = mijn
le père = de vader
il = hij
il s'appelle = hij heet
il est = hij is
l'acrobate = de acrobaat
ton, ta = jouw
la mère = de moeder
monsieur = meneer
tu aimes = jij houdt van, jij vind leuk
j'aime = ik houd van, ik vind leuk
beaucoup = veel
très = erg
grand = groot
le directeur = de directeur
tu as = jij hebt
le frère = de broer
la soeur = de zus
j'ai = ik heb
il habite = hij woont
à = in
Paris = Parijs
là = daar
la cage = de kooi
avec = met
le lion = de leeuw
dangereux = gevaarlijk
elle = zij
qui est-ce? = wie is dat?
elle s'appelle = zij heet
attention! = pas op!
la surprise = de verassing
Voila mon père. = Dat is mijn vader.
Il est acrobate. = Hij is acrobaat.
C'est ton pere? = Is dat jouw vader?
Oui, c'est mon pere = Ja, dat is mijn vader.
Tu as des freres ou des soeurs? = Heb je broers of zussen?
J'ai un frère. = Ik heb een broer.
Il habite à Paris. = Hij woont in Parijs.
Qui est-ce? = Wie is dat?
Elle s'appelle comment? = Hoe heet ze?
Il/Elle s'appelle ... = Hij/Zij heet ...
la famille = de familie
le grand-pere = de opa
la grand-mere = de oma
l' oncle = de oom
la tante = de tante
le cousin = de neef
la cousine = de nicht
o ja, de accent grave type je zo: `(=linksbovenin) + de letter
bijv.: `+a=à
mon, ma = mijn
le père = de vader
il = hij
il s'appelle = hij heet
il est = hij is
l'acrobate = de acrobaat
ton, ta = jouw
la mère = de moeder
monsieur = meneer
tu aimes = jij houdt van, jij vind leuk
j'aime = ik houd van, ik vind leuk
beaucoup = veel
très = erg
grand = groot
le directeur = de directeur
tu as = jij hebt
le frère = de broer
la soeur = de zus
j'ai = ik heb
il habite = hij woont
à = in
Paris = Parijs
là = daar
la cage = de kooi
avec = met
le lion = de leeuw
dangereux = gevaarlijk
elle = zij
qui est-ce? = wie is dat?
elle s'appelle = zij heet
attention! = pas op!
la surprise = de verassing
Voila mon père. = Dat is mijn vader.
Il est acrobate. = Hij is acrobaat.
C'est ton pere? = Is dat jouw vader?
Oui, c'est mon pere = Ja, dat is mijn vader.
Tu as des freres ou des soeurs? = Heb je broers of zussen?
J'ai un frère. = Ik heb een broer.
Il habite à Paris. = Hij woont in Parijs.
Qui est-ce? = Wie is dat?
Elle s'appelle comment? = Hoe heet ze?
Il/Elle s'appelle ... = Hij/Zij heet ...
la famille = de familie
le grand-pere = de opa
la grand-mere = de oma
l' oncle = de oom
la tante = de tante
le cousin = de neef
la cousine = de nicht
o ja, de accent grave type je zo: `(=linksbovenin) + de letter
bijv.: `+a=à
Evert Janssen
31-10-2017 11:25
Dankjewel Jan Hogendoorn
Evert Janssen
31-10-2017 11:26
PSV wordt kampioen
