Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Engels Spark
› 1 focus vocabulary
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Engels Spark
1 focus vocabulary
Jaar 4 (tso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
a cruise holiday = een cruise an active holiday = een doevakantie a beach holiday = een strandvakantie a backpacking holiday = een rugzakvakantie a city trip = een steden trip a camping holiday = een kampeervakantie a resort holiday = een vakantie in een luxeverblijf a culture holoday = een cultuurvakantie i would like = ik zou graag in my opinion = naar mijn mening you're absolutely right! = je hebt volkomen gelijk i'm not sure about that = ik weet het niet goed I don't think so = ik dacht het niet is it okay if I say something? = is het goed als ik iets zeg? I wouldn't mind ... = Ik zou het niet erg vinden the way I see it, = zoals ik het zie That's exactly how I fee = Ik denk er precies hetzelfde over I'm afraid I disagree with you there = Ik ben bang dat ik het niet met je eens ben I totally disagree = ik ben het helemaal niet met je eens And if I might add something = Als ik daar iets aan mag toevoegen addest = vreemd a break = een korte vakantie a castle = een kasteel a tomb = een graftombe aliens = een ruimtewezen a desert = een woestijn adventurous = avontuurlijk a trip = een uitstap a nuclear disaster = een kernramp a power plant = een kerncentrale abandoned = verlaten contaminated = besmet a precaution een voorzorgsmaatregel radiation = straling an organised tour = een georganiseerd rondreis a guide = een gids a sights = een bezienswaardigheid space = de ruimte the average Joe = Jan Modaal a spaceport = ruimtevaartcentrum a mobile phone = een gsm a seatbelt = een veiligheidsriem an exit = een uitgang cabin pressure = de cabinedruk to adjust = aanpassen to inflate = opblazen first class = eerste klas economy class = economy class hand luggage = handbagage a tray table = een opklapbaar tafeltje an aisle = een gangpad a middle seat = middelste stoel an overhead bin = een bagagevak boven de stoel a pilot = een piloot an electronic device = een elektronisch apparaat a strap = een bandje a plane = een vliegtuig an oxygen mask = een zuurstofmasker a life vest = een reddingsvest a flight = een vlucht business class = business class an infant = een klein kind a trolley = een rolwagentje the cockpit = de cockpit an aisle seat = een stoel aan het gangpad a window seat = een stoel aan het raam a flight attendant = een steward to board = aan boord gaan van a passport = een paspoort a boarding card = een instapkaart an airport = een luchthaven a terminal = een vertrekhal check-in = het inchecken security staff = veiligheidspersoneel a metal detector = een metaaldetector a departure lounge = een vertreklounge a gate = een gate a jet = een vliegtuig an aircraft = een vliegtuig took off = opstijgen a passenger = een passagier a luggage carousel = een bagageband a short addition = een kort zinnetje an ordinary verb = een gewoon werkwoord stress = klemtoon an auxiliary verb = een hulp werkwoord
Ingezonden op 28-11-2015 - 1147x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
02-12-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!