Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Van Troje naar Italië eindexamenbundel
› 217 paginanummer
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Van Troje naar Italië eindexamenbundel
, deel 9
217 paginanummer
Jaar 6 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
surgo = zich oprichten, opstijgen suscipio = op zich nemen, ondernemen sustineo = omhoog houden, uithouden suus = zijn, haar, hun taceo = zwijgen tacitus = zwijgend talis = zo'n, een zodanige, zulk(e) tam = zo (zeer) tamen = toch, echter tamquam = 1.zoals 2.alsof tandem = tenslotte, (uit)eindelijk tango = aanraken tantum (bijw) = 1.alleen maar, slechts 2.zozeer tantum = zoveel tantus = zo groot, zo veel tardus = langzaam, traag taurus = stier te = jou tectum = 1.dak 2.huis tego = bedekken, beschermen tellus = aarde, land telum = werptuig, mv wapens tempero = 1.regelen 2.zich onthouden van tempestas = 1.tijd 2.weer, storm templum = tempel tempto = proberen tempus = tijd tendo = 1.(uit)strekken 2.streven naar tenebrae = duisternis teneo = (vast)houden tener = fijn, teer tenuis = dun, fijn ter = driemaal tergum = rug terra = aarde, grond, land terreo = bang maken terribilis = verschrikkelijk terror = angst tertius = derde testis = getuige tibi = (aan) jou timeo = vrezen, bang zijn (voor) timidus = bang, angstig timor = angst, vrees tolero = verdragen tollo = optillen, oppakken, opheffen tormentum = foltering torqueo = 1.draaien 2.kwellen, folteren tot = zoveel totus = (ge)hele tracto = behandelen trado = overhandigen, uitleveren, overleveren traho = trekken transeo = 1.overtrekken, overgaan 2.voorbijgaan transfero = overbrengen tremo = trillen, beven trepidus = angstig, zenuwachtig tres = drie tribuo = toedelen, toekennen tribunus = tribuun tribunus plebis = volkstribuun tribunus militum = krijgstribuun (stafofficier) tristis = somber, droevig Troius = Trojaans tu = jij, u tueor = 1.(be)kijken 2.beschermen tum = toen, dan tumultus = tumult, rumoer, oproer tunc = toen, dan turba = 1.verwarring 2.menigte, massa
Ingezonden op 03-12-2015 - 1528x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!