Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Pallas Grieks en Disco Latijn
› 161718 Pallas Grieks
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Pallas Grieks en Disco Latijn
, deel 1
161718 Pallas Grieks
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
βοάω = schreeuwen {aor. ἐβόησα} ὁ θνητός = sterveling; mens ἐπισκοπέω = 1 bekijken 2 overwegen δύο = twee {gen/dat δυοῖν} χρυσοῦς = gouden διά +gen = door; door ...heen ἄγε/ἄγετε (δή) = vooruit! εἴκοσι(ν) = twintig βουλεύω = 1 beramen; beraadslagen 2 (aor) besluiten πολλάκις = vaak; dikwijls ὁ νεανίας = jongeman ἔδεισα = ik werd bang {aor} ὁ θρόνος = zetel; troon ἔνθα = 1 daar 2 waar ὁ ἥρως = held {ἥρωος} ἔνδον = binnen ὁ ὅρκος = eed γε = 1 geeft nadruk aan het voorafgaande woord 2 tenminste ὑπισχνέομαι = beloven te ὑπισχνέομαι + = inf. οἷος = zo(danig) als βουλεύομαι = 1 beramen; beraadslagen 2 (aor) besluiten ἐπιχειρέω + dat. = de hand slaan aan; aanvallen ἐπιχειρέω + inf. = ondernemen; overgaan tot; proberen οὐ μόνον ..., ἀλλὰ καί = niet alleen ..., maar ook ποτέ = eens; ooit ἡ ὕλη = 1 hout 2 bos ἕπομαι = volgen; meegaan met {imperf. εἱπόμην} ἕπομαι + = dat. ἀνοίγω = openen τὸ φάρμακον = 1 kruid 2 geneesmiddel 3 vergif τύπτω = slaan {aor. ἔτυψα} χαλεπός = lastig; moeilijk εἶχον = ik had; zij hadden {imperf. van ἔχω} θνητός = sterfelijk ἐσθλός = edel; voortreffelijk ἴθι = kom op! ὑμέτερος = van jullie πυνθάνομαι = 1 ondervragen 2 vernemen πόθεν = waarvandaan? βαρύς = zwaar ἄγριος = wild; woest παντοῖος = allerlei κατά +acc. = 1 verspreid over 2 volgens παρίσταμαι = bijstaan; helpen Διός = Zeus πολύ = veel αἱρέω = (in)nemen ἡ βία = kracht; geweld καταβάλλω = naar beneden gooien; neergooien ἐσθίω = eten εὔχομαι = bidden (tot) ἀναγκαῖον ἐστι(ν) = het is noodzakelijk dat; het is onvermijdelijk dat ἀπόλλυμαι = omkomen; te gronde gaan δῆλόν ἐστι(ν) = het is duidelijk dat ὁ λίθος = steen ἐλαύνω = 1 rijden 2 (voort)drijven ἐμαυτῳ = (aan) mijzelf δεῖ = het is nodig dat; men moet; het moet ὅδε = deze; dit ὑπό = onder; aan de voet van ἅμα = tegelijk/samen met; tegelijk met; samen met ἡ ἑσπέρα = avond χρή = het is nodig; het moet πίνω = drinken γλυκύς = zoet ἥδομαι = blij zijn met; zich verheugen in/over; zich verheugen in; zich verheugen over καλέω = roepen καλέω + 2 acc. = noemen ὀξύς = scherp; fel τὸ πῦρ = vuur ὁ ὀφθαλμός = oog τὸ αἷμα = bloed ῥέω = stromen περί +acc. = 1 (rond)om 2 met betrekking tot εὐθύς = onmiddellijk ἔξω = buiten ἡ νύξ = nacht ἄφρων = onverstandig; dwaas ἡγέομαι + dat. = leiden; voor(op)gaan ἡγέομαι +inf./A.c.I. = menen ἡγέομαι + 2 acc. = beschouwen als ἀφικνέομαι=(aan)komen(in);bereiken ἔρχομαι=gaan; komen ἡ θυγάτηρ=dochter ἡ κόρη=meisje παρακελεύομαι=aansporen τὸ ἱματιον=mantel ἐπιλανθανομαι=vergeten κεῖμαι=liggen ἀναγκαῖος=noodzakelijk; onvermijdelijk ἀναγκαῖόν ἐστι(ν)=het is noodzakelijk; het is onvermijdelijk γαμέομαι=trouwen βούλομαι=willen ἐγείρομαι=wakker worden παρά + acc. =naar ὁ ποταμός=rivier ἄπειμι= 1 afwezig zijn 2 verwijderd zijn δύναμαι=kunnen παραςκευάζω=klaarmaken; gereedmaken αἰδέομαι + acc. = ontzag hebben voor, respecteren αἰδέομαι + inf. = zich schamen voor διαλέγομαι=spreken met; een gesprek voeren met; discussiëren οὗtoς=deze; die ἀνίσταμαι=opstaan ὁ λέων=leeuw φαίνω=tonen; laten zien φαίνομαι=verschijnen γυμνος=naakt; onbedekt ἵσταμαι=gaan staan; blijven staan γίγνομαι= 1 geboren worden 2 worden 3 gebeuren οὔπω/οὔ...πω=nog niet τοιοῦτος, τοιαύτη, τοιοῦτο=zodanig ἡ αἰδώς= 1 schaamte 2 respect ἅπτομαι=aanpakken; vastpakken ἄθλιος=ongelukkig πάσχω= 1 lijden 2 ervaren ὁ πόντος=zee ἐπίσταμαι= 1 kennen 2 kunnen ἡ ἐστής=kleding ἡγέομαι=leiden; voor(op)gaan ἡ εὐτυχία=succes; geluk; voorspoed ἀποκρίνομαι=antwoorden νέμω=verdelen; toedelen ἀγαθός=goed χρή= het is nodig dat εἴτε...εἴτε=of...of; hetzij...hetzij ἐπεί, ἐπαιδή=toen; nadat; aangezien; nu ἡμέτερος=ons; onze φοβέομαι=bang zijn(voor); vrezen θεραπεύω=verzorgen λούω=wassen λούομαι=zich wassen ὁράω=zien ἐμαυτόν, ἐμαυτήν=mijzelf παρά + dat. =bij ἡ χάρις= 1 charme 2 dank κάθημαι=zitten θεάομαι=bekijken; beschouwen ἐγείρω=1 wakker maken 2 aanmoedigen
Ingezonden op 08-12-2015 - 717x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!