Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Klas 3 en 4

2 Woordenlijst P2

Jaar 3 (Gymnasium)

un oiseau = een vogel
l'amour est comme un oiseau = de liefde is als een vogel
prends garde à toi = let goed op jezelf
si tu t'aimes = als je om jezelf geeft
c'est comme ca qu'on s'aime = dat is de manier waarop we van elkaar houden
l'amour est enfant de la consommation = de liefde is het kind van de consumptie
tourjours plus de choix = er is steeds meer keuze
we gaan allemaal dood als ratten =
on crévera tous, comme es rats = we gaan allemaal dood als ratten
le mien = de mijne
le tien = de jouwe
le sien = de zijne/hare
le notre = de onze
le votre = de uwe
le leur = de hunne (van hun)
les messieurs = de heren
mesdames = dames
un de mes amis = een vriend van mij
ça va? = hoe gaat het?
comme çi, comme ça = matig
fattes-ce comme ça = doe het zo
ça ne fait rien = dat geeft niets
être en colère = boos zijn
s'énerver = zich opwinden
très vite = heel snel
il est un peu agressif = hij is een beetje agressief
crier = roepen
son mauvais caractère = zijn slechte karakter
être dans la lune = dromerig zijn
elle est toute calme = zij is heel kalm
être de bonne humeur = in een goed humeur zijn
se disputer = ruzie maken
elle est sympa = zij is aardig
le pauvre Stéphane = de arme Stephan
il est stressé = hij is gestrest
elle est originale = zij is origineel
angoissé = angstig
il est perfectionniste = hij is een perfectionist
un peu timide = een beetje verlegen
il est très gentil = hij is erg aardig
il préfère travailler seul = hij werkt het liefst alleen
pleurer = huilen
faux = vals
gros = dik
épais = dik
frais = vers
sec = droog
public = openbaar
grec = Grieks
fou = gek
principal = voornaam
bon marché = goedkoop
bleu clair = lichtblauw
poll = beleefd
prudent = voorzichtig
suffisant = voldoende
lent = langzaam
meilleur = goed
pire = erger
énorme = geweldig
travailler dur = hard werken
coûter cher = veel kosten
le trait = de karaktertrek
le défaut = de slechte eigenschap
énervé(e) = zenuwachtig
inquièt(e) = bezorgd
détendu(e) = ontspannen
confiant(e) = zelfverzekerd
se disputer avec = ruzie maken met
se réconcilier = goed maken
se moquer de = uitlachen
se fâcher = zich baas maken
s'entendre mal/bien = het slecht/goed met elkaar kunnen vinden
se mettre en colere = woedend worden
parfois = soms
souvent = vaak
de temps en temps = af en toe
plutôt = nogal
assez = behoorlijk
parler bas = zacht praten
regarder d'un air etonné = verbaasd kijken
dire quelque chose d'un ton fâché = boos iets zeggen
bon, meilleur, le meilleur = goed, beter, de beste
mauvais, pire, le pire = slecht, erger, de ergste
bien, mieux, le mieux = goed, beter, de beste
mal, pis, le pis = slecht, slechter, het slechtst
pue, moins, le moins = weinig, minder, het minst
beaucoup, plus, le plus = veel, meer, het meest
premier = eerste
dernière = laatste
moindre = geringste
aîné = oudste
cadet = jongste
principale = voornaamste
million = miljoen
dizaine = tiental
milliers = duizenden
centaines = honderden
mon, ma, mes = mijn
ton, ta, tes = jouw
son, sa, ses = zijn, haar
notre, nos = onze
votre, vos = jullie
leur, leurs = hun

Ingezonden op 11-12-2015 - 495x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 14-12-2015.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Sorghvliet Frans // Klas 3 en 4

2 Woordenlijst P2