Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
weefselleer 1 bach
› 0 Eiwitten
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
weefselleer 1 bach
, deel eiwitten
0 Eiwitten
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
acetylcholine=neurotransmitter bij de neuro-musculaire synaps, vertraagt het hartritme en komt v/d parasympaticus acetylcholine esterase=gaat neurotransmitter uit de synapische spleet verwijderen, anders blijft spier contrageren actine=contractiel eiwit; microvilli, ciliën, stereociliën, zonula occludens, zonula adherens, hemi desmosoom, myofibroblast(contractiel eiwit), histiocyt, erytrocyt, trombocyt G-actine=globulair eiwit, deel van dun filament v/e myofibril en bevat bindingsplaats voor myosine F-actine=alfa helix structuur van aaneenschakelingen van G-actines alfa-actinine=stereociliën, in het terminaal web voor de stevigheid, 3de verbindingseiwit van de 3 die verbonden is aan actine in de zonula adherens, eiwit dat +kant van dunne filamenten onder en naast elkaar verbindt i/d I-band, in hartspier: zonula adherens bij dwarse fragmenten v/d intercalaire schijf: gaat alfa-actine binden aan dunne filamenten van myofibril albumine=meest voorkomende eiwit in bloed, wordt aangemaakt door lever en houdt vocht i/ de bloedbaan ankerine=zit in het membraan van erytrocyt en is gebonden aan bandeiwit dat weer gebonden is aan actine anti-histamine=ontstekingsonderdrukkend, in eosinofiel apolipoproteine=bestanddeel van chylomicron en bevat a/d buitenkant een eiwitmantel dat vetten oplosbaar maakt cadherine=ca-afhankelijke verbinding in de zonula adherens die 2 cellen lateraal verbindt, ook verbonden aan catenine, komt ook voor bij de macula adherens, maar onder een ander type en met suikercomponenten erop calcitonine=geproduceerd door C-cellen, zorgen voor inactivatie van osteoclast caldesmon=zorgt ervoor dat actine en myosine niet binden, vervangt troponine van skeletspiercel; komt voor bij glad spiercel calmoduline=intracellulair eiwit met een koppeling aan fosforelatie(=activatie van myosine) en bindt Ca in gladde spiercel catenine=F-actine; alfa helix structuur van aaneenschakelingen van G-actines chondroïtine-S=is een proteoglycaan, geproduceerd door matrix en zit rond chondrocyten, is meer PAS+ dan matrix; idem met keratan-S chondronectine=is een structurele glycoproteine in kraakbeen en bindt chondorcyten chromokinesine=ervoor zorgen dat chromosomen op evenaarvlak komen te liggen colchicine=toxisch, verhinderd spoelvorming bij polymerisatie van microtubuli door zelf te binden op dimeren, stopt begin anafase collageen type I =meest voorkomende eiwit, komen voor in bundels van collageenvezels collageen type II =eiwit; komt alleen voor in vast en elastisch kraakbeen collageen type III=eiwit; zit in de lamina reticularis (van de basaalmembraan), rond vetcellen collageen type IV=eiwit; zit in de lamina basalis of endotheel collageen type VII=eiwit; zit in de lamina densa van de lamina basalis en gaat de lamina densa en reticularis verbinden voor extra stevigheid claudine=transmembranair eiwit in de zonula occludens cyclische AMP=adenosine monofosfaat, boodschappermolecule/2de messenger die rechtstreeks zorgt voor de fosforelatie van myosine II i/d gladde spiercel cytokine=eiwit geproduceerd door macrofaag (histiocyt) en via secretievesikels vrijgegeven en gaat andere WBC aantrekken zoals lymfocyten en neutrofielen, cytokine geproduceerd door lymfocyt: interleukines dens body=klusters van eiwitten gebonden aan sarcolemma, dunne filamenten of vrij i/h cytoplasma van gladde spiercellen desmine=intermediair filament; kruisverbindingen tussen myofibrillen, zodat I- en A-banden op dezelfde hoogte liggen in skeletspiercel, inwendige structuur van glad spierweefsel ontstaan uit vimentine desmoplakine=1 van de 2 verbindingseiwitten die voorkomt bij de macula adherens desmoplakine like=verbindingseiwit bij een hemi desmosoom van intigrine en actine dyneine=verbruiken ATP en zorgen voor de actieve beweging van ciliën in 1 richting- axonemaal, brengt secretiegranules en mitochondrien naar zenuwlichaam: retrograde richting, microtubuli motor bewegen naar centrosoma, bij spoelfiguur; vasthechten aan membraan en centriool is eraan gebonden elastine=globulair eiwit van elastinevezel entactine=is een structurele glycoproteine in de lamina densa van de lamina basalis erzine=stereociliën, celmenbraan verankeren aan actinefilamenten fascine=microvilli, tussen actine, NIET in stereociliën fibriline=draadvormig eiwit dat als skelet dient voor de polymerisatie v/e elastienvezel fibrine=activatie van fibrinogeen, is een stollingsfactor fibrinogeen=voorloper van fibrine, vezelachtige component v/d matrix fimbrine=microvilli, tussen actine, stereociliën, tussen actine fibronectine=is een structurele glycoproteine in been filamine=actinefilament op kruisingen in een gel-achtig netwerk fylagrine=eiwitten opgestapeld i/h cytoplasma v. cellen v/h str granulosum v/h meerlagig verhoornd plavei-epitheel en gaan de tonofilamenten aan elkaar doen kleven heparine=gesulfateerd glycosaminoglycaan, fungeert als anti-coagulant en angiogenese en zit i/d granules van mastcellen, stof dat in de granules zit van basofielen histamine=stof dat i/d granules van mastcellen zit en vaso-dilatatie en permeabiliteit van bloedvaten beinvloed, stof dat i/d granules zit van basofielen gliafilament=in astrocyt, ontstaat uit vimentine en zijn intermediaire filamenten glycogeen=E opgeslagen o.v.v. suikers, gebeurt door mitochondrien en ze bevinden zich o.a. in spiercellen, in neutrofiel om in anaeroob milieu te werken, in trombocyten glycolipoproteine=komt i/d bloedbaan terecht als cel afsterft onder vorm van HDL keratine=intermediair filament, zit in macula adherens en hemi desmosoom, zorgen voor niet scheuren en permeabiliteit kinase=gaat kernenvelop uiteenhalen bij mitose kinesine=brengt secretiegranules en mitochondrien naar periferie: anterograde richting, microtubuli motor bewegen naar periferie toe over het microtubui heen, bij spoelfiguur; migreren naar + kant dus polen worden verder uiteen getrokken lactoferrine=eiwit dat Fe bindt, zit in sec. of specifieke granules van neutrofiel en werkt anti-bacterieel laminine=is een structurele glycoproteine in de lamina densa van de lamina basalis leptine=belangrijk in het vetmetabolisme, voor het verzadiginggevoel, zit in witte adipocyten lipase=i/d darm:vetmoleculen afbreken tot basiseenheden, in bijv vetweefsel: apolipoproteinen afbreken van chylomicron en 2de maal wordt triglyceride eruit gehaald lypofuscine=ouderdomspigment in zenuwlichaam lysozyme=enzyme dat suikers gaat afbreken, werkt anti-bacterieel en zit in sec. of specifieke granules integrine=transmembranair eiwit in een hemi desmosoom, geproduceerd door neutrofiel en gaat voor stevige binding aan endotheel zorgen metalloproteinase=tertiaire granules i/d neutrofiel, zodat die gemakkelijk weg kan banen van bloedbaan naar ontstekingshaard mhc II eiwit=geproduceerd door macrofaag (histiocyt) en gaat binden aan antigenstuk dat niet verteerd= epitopen en wordt gepresenteerd a/h membraanoppervlakte mucinogeen=secretiegranules v/e muceuze kliercel met muco-polysacchariden - pas+ myeline eiwit=belangrijk voor de inwendige structuur v/d myelineschede myeloperoxidase=zit in primair granules/lysosomen van neutrofiel en gaan bacterie doen afsterven myoglobine=pigment i/d spiercel dat eosinofiele kleur veroorzaakt en binden zuurstof myomesine=eiwit dat dikke filamenten onder en naast elkaar verbindt i/d A-band van myofibril myosine=aanwezig in de myofibroblast als contractiel eiwit myosine I=microvilli, celmembraan verankeren aan actinefilamenten, verschuiven van actine of vasthechten aan membraan of transport vesikels naar actine myosine II=t.h.v. terminaal web bij microvilli zorgen voor beweging door APT te verbruiken, is het dikke filament v/e myofibril en zorgt voor de contractie v/d spiercel natri-uretische factor=peptide granules die in contractiele cellen van hartsperweefsel zitten neurofilament=3eiwitten; NF-L, NF-M, NF-H nexine=t.h.v. axonema en basaalkorrel, gaan tubuli verbinden noradrenaline=versnelt het hartritme en komt v/d sympaticus, dens vesikel occludine=transmembranair eiwit in de zonula occludens opsonine=specifieke fagocytose, iets smakelijker maken, bijv. bij neutrofiel(geactiveerd door sec granules-complement factor, bij monocyt, fagocytose MFS ook geproduceerd osteocine=geproduceert door osteocyten en gaan finaal parathormoon activeren parathormoon=geproduceert door bijschildklier, zorgt voor activiteit van oesteoclast perforine=geproduceerd door cytotoxische T-cel en gaat permeabiliteit van cel met vrius doen vervallen, sterft af perlecan=proteoglycaan in de lamina densa van de lamina basalis en houdt water vast plakoglobine=1 van de 2 verbindingseiwitten die voorkomt bij de macula adherens plectrine=intermediair eiwit, verbindingseiwit bij hemi-desmosoom dat keratine bindt profiline=groei induceren van F-actine selectine=binden neutrofiel aan endotheel en zorgt dat het erover rolt sensorische eiwit=zit i/h membraan van sarcoplasmatisch R. en regelen de Ca-flux serotonine=stollingsfactor, gaat fibrinogeen omzetten in fibrine spaak=t.h.v. axonema, verbinding van tubulus met centrale doublet in de ciliën spectrine=microvilli, verstevigen van terminaal web, zit in erytrocyten; biconcabe vorm en bescherming bij circulatie en zitten vervat aan actine thymosine=groei verhinderen van F-actine titine=elastisch eiwit dat aan dikke filamenten verankerd zit en ze op hun plaats houdt tubuline=alfa en beta tubuline, vormen de basis van microtubuli (gamma) tubuline=ligt in centrosfeer, ringvormige molecule en maakt microtubuli aan, zit vast a/ d alfa zijde; centrosoma matrix tropomyosine=komen in een alfa helix structuur voor en liggen in de groeven van de alfa helix structuur van actine troponine=t.h.v. terminaal web bij microvilli zorgen voor beweging door APT te verbruiken, globulair eiwit bestaande uit 3 delen en binden aan tropomyosine op bepaalde plaatsen villine=microvilli, verankerd aan actine vimentine=intermediair filament rond de univacuolaire vetvacuole v/d witte adipocyt, intermediair filament rond de multivacuolaire vetvacuoles v/d bruine adipocyt, maar in mindere mate aanwezig, gladde spiercellen rond bloedvaten bevatten dit i.p.v. desmine!, zorgen voor organellen vrije nucleo cytoplasmatische kanalen vincristine=minder toxisch dan colchicine, voorkomt spoelfiguurvorming, dus gaat polymerisatie van microtubuli tegen vinculine=2de verbindingseiwit van de 3 die verbonden zijn aan actine in de zonula adherens zure hydrolase=zit in primair granules/lysosomen van neutrofiel en gaan bacteri doen afsterven zymogeen=secretiegranules v/e sereuze kliercel met eiwitten opgelost in waterig milieu - eosinofiele kleur
Ingezonden op 18-12-2015 - 1002x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!