Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
weefselleer 1 bach
› 0 algemeen celbio
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
weefselleer 1 bach
0 algemeen celbio
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Benoem de algemene structuur van de cel=Kern van de cel (nucleus), Celmembraan (Trilaminaire structuur), Endoplasmatisch reticulum (Ruw en Glad),Golgi apparaat, Mitochondrieen, Cytoskelet (Microfilamenten, Microtubuli, Intermediaire filamenten), Centrosoma, Endosomaal complex (Vroeg en Laat endosomen), Ribosomen, Polysomen, Lysosomen, Peroxisomen, Celinclussies Waaruit bestaat de nucleus=De Nucleus is omgeven door een dubbele membraan (Kernenvelop) deze bestaat uit twee trilaminaire structuren met een perinucleaire ruimte ertussen. Verder zitten er kernporien in de envelop. De kern bevat een nucleolus (rRNA) en al het chromatine weefsel (DNA) Welke 4 klassieke weefsels kennen we=Epitheel weefsel, Zenuw weefsel, Spier weefsel, Bindweefsel (Klassiek, vet, bloed, kraakbeen, bot) Welk plasma vinden we terug in de kern=Karyoplasma of nucleoplasma Welk plasma vinden we terug in de cel buiten de kern=Cytoplasma Wat zijn organellen=Dit zijn georganiseerde structuren die een specifieke functie hebben binnen de cel. Welke organellen bevinden zich in het cytoplasma buiten de kern=RER, GER, Golgi complex, Centrosoma, Cytoskelet, Ribosomen, Polysomen, Mitochondrieen, Peroxisomen, Lysosomen Wat zijn cel inclusies=Cel inclusies zijn niet altijd aanwezig in de cel maar soms als dat nodig is komen ze voor. Het zijn bijvoorbeeld secretiegranules, pigementkorrels, glycogeen opslag of vetvacuolen. Wat wordt bedoeld met metaplasma=Metaplasma is niet altijd aanwezig in alle cellen, het komt voor tijdens bepaalde periode, VB: Tonofillamenten, Myofilamenten of de spoelfiguur. Wat is het hyaloplasma=Vroeger werden er met de toen moderne techniek ruimtes in de cel gezien waarin ogenschijnlijk geen structuren voorkwamen, dat werd hyaloplasma genoemd. Nu met huidige techniek zien we echter dat ook op plaatsen die optisch leeg lijken er toch structuren voorkomen en wordt hyaloplasma nog weinig gebruikt. Welke structuren zijn waarneembaar onder de Lichtmicroscoop=Kern: Nucleolus, kernwand, chromatine. Vetvacuolen, Secretiegranules, Glycogeen, Mitochondrieen, Golgi, Ergastoplasma. Fibrillen, Spoelfiguur, Centrosoma, Lysosoom, Celmembraan Welke structuren zijn te zien met de Elektronenmicroscoop=Onder de EM is hetzelfde te zien als onder de LM alleen is er met EM meer detail in het beeld te brengen. Zo bestaat de kern envelop bv uit een dubbele trilaminaire structuur en zit er een perinucleaire ruimte tussen. Ook zijn EM de kern porien te zien. hett Golgi apparaat is waarneembaar met de sacculi en de blaasjes. Het ergastoplasma blijkt een stapeling van RER te zijn. Bij fibrillen zijn de bundels van filamenten te zien. De celmembraan blijkt enkel te zijn en trilaminair. Wat is enkel met EM te zien en niet met LM=Glad ER, Ribosomen en polysomen, microtubuli en microfilamenten. Wat is ergastoplasma=Dit is het Ruw endoplasmatisch reticulum, Ergastoplasma is de oude benaming ervoor. Wat is er bekend over de vorm van een cel=De celvorm is in meeste gevallen rond omdat dan een goede ratio cytoplasma en oppervlak wordt bekomen, echter veel cellen worden ook door hun functie anders gevormd of worden door stapeling anders gevormd. De celvorm is plastisch en kan gemakkelijk aanpassen. Wat is er bekend over de cel grootte=Meeste cellen van zoogdieren zijn tussen de 6 en 30 UM (Micrometer) groot. Bij zeer actieve cellen is het cytoplasma toegenomen en zijn de cellen ook groter. Een humane rode bloedcel is plus minus 7UM groot en een humane eicel is 150UM. Aan welke zijdes vertonen cellen specialisaties om hun functie uit te kunnen voeren=Aan de apicale zijde bijvoorbeeld microvilli. Aan de laterale zijde bv nexussen Aan de basale zijde bv verankeringen met de basaal membraan. Waaruit bestaat de celmembraan=Uit een A en een B zijde, beide zijdes zijn opgebouwd uit lipiden en proteïnen. De lipiden zijn zo gerangschikt dat de hydrofiele hoofdjes naar buiten zijn gericht en de hydrofobe staartjes naar binnen. Daartussen zijn de eiwitten verdeeld (Transmembranaire eiwitten) die wel over de membraan kunnen bewegen horizontaal maar zij kunnen door poliar-apolair gedeelte niet verticaal over de membraan bewegen.
Ingezonden op 21-12-2015 - 1597x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!