Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
weefselleer 1 bach
› 0 DNA en RNA en celcyclys (meiose
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
weefselleer 1 bach
0 DNA en RNA en celcyclys (meiose
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is DNA=DNA is Deoxy ribo Nucleine Acid. Het is een lange onvertakte polymeer en heeft 4 subunits. 1 stukje DNA bestaat uit een suiker (Pentose 5 c ringstructuur) en een fosfaat groep en een base groep. De 4 soorten subunit worden bepaald door de aangehechte base op het geheel. Hoe wordt er een streng van nucleic acids (DNA) gevormd? Hoe linken de nucelotides aan elkaar=De nucleotides binden aan elkaar via een 5-3 covalente binding. Dit betekend dat het 5e koolstof van de eerste nucleotide bindt aan het 3e koolstof van de 2e nucleotide. Welke suiker wordt er gebruikt in DNA en welke in RNA=In DNA wordt Deoxyribose gebruikt. In RNA wordt Ribose gebruikt. Welke Base groep wordt er gebruikt in DNA en RNA=Voor DNA en RNA worden er twee types base gebruikt, Purine en Pyrimidine. Purine is een 6ring+5ring. Uit purine kan Guanine en Adenine ontstaan. Pyrimidine is een 6ring. Uit Pyrimidine kan cytosine, thymidine en uracyl ontstaan. In DNA komen A-T C-G voor. In RNA komt A-U C-G voor, de T is vervangen voor de U. Hoe wordt het molecuul genoemd dat gemaakt is van een suiker en base groep in DNA of RNA=Dit heet een nucleoside. De base van het geheel bind altijd op de eerste OH groep van het suiker. Afhankelijk van het soort base wordt de naam aan de nucleoside gegeven. Hoe wordt het molecuul genoemd dat gemaakt is van suiker, base groep en fosfaat groep in DNA en RNA=Deze combinatie heet dan een nucleotide Hoe bindt de fosfaat groep aan de nucleoside om een nucleotide te vormen=De fosfaat groep kan binden op de 3e of 5e OH groep van het suiker. Maar meestal bindt hij op de 5e OH groep. Hoe binden twee strengen DNA tot een dubbele helix=De nucleotiden van twee tegenoverliggende DNA strengen kunnen waterstofbruggen vormen met de baseparen. A-T en C-G. Wat is een Triplet of Codon=Dit is een stukje van het DNA. Namelijk 3 dubbele base paren. Wanneer je een stukje DNA horizontaal weergeeft kan je de base paren vernoemen. BV: AGT CTC ATG. 1 combi van drie letters is een codon of triplet. Hoe lees je een DNA streng af… van welke kant begin je=Een DNA streng lees je af van de 5’(Accent) kant naar de 3 accent kant. Wat is een gen=Dit is de volledige streng met alle bijbehorende codons. Een gen kan verschillende lengtes bevatten met verschillende aantallen codons. BV: 1 gen is 6 codons maar een gen kan ook 10 codons bevatten. Wat is de functie van een codon=1 codon codeert voor 1 aminozuur. De verschillende combinaties binnen een codon (combi van de baseparen) zorgt voor grote variatie in de aminozuren. Hoe wordt DNA genoemd dat nog niet dubbel gebonden is=Dit heet enkelstrengig DNA of Single stranded DNA, sDNA. Komt sDNA veel voor=Nee dit is zeer gevoelig voor afbraak omdat het zeer instabiel is als molecule. Daarom voor stabiliteit bindt DNA dubbel en vormt een helix. Wat is de andere naam voor dubbel gebonden DNA=Double stranded DNA, dsDNA. Dit is veel stabieler en door de waterstofbruggen moeilijk uit elkaar te breken. Zit er verschil tussen het aantal waterstof bruggen dat gevormd kan worden per base paar=Ja daar zit verschil tussen, A-T vormt 2 waterstofbruggen. C-G vormt 3 waterstofbruggen Kost het vormen van de waterstof bruggen tussen de base paren energie=Nee dit kost geen energie en levert een zeer stabiel molecuul op. Hoe wordt ervoor gezorgd dat de dubbele strengen precies goed tegenover elkaar liggen=Doordat de ene streng van 5accent naar 3 accent loopt en de andere van 3accent naar 5 accent. Daarmee liggen de base paren precies tegenover elkaar en kunnen zo waterstof bruggen vormen. Hoe heet het tegenoverliggende gedeelte van het Coderend DNA=Dit heet het template gedeelte en is het gedeelte dat niet codeert voor eiwitten. Hoe zijn genen en templates gerangschikt op een DNA streng=Deze liggen door elkaar, bijvoorbeeld eerste twee codons zijn genen en dan de volgende zijn templates. Op de andere streng gebeurd het tegenovergestelde. Wat is junk DNA=Dit zijn lege plekken op de streng DNA. Hier ligt geen codon en geen template DNA. Deze lege stukken dienen om massa te verhogen en zo de kans op aanval op echt DNA te verminderen. DNA bestaat voor 50% uit junk DNA. Naast een beschermende functie heeft Junk DNA ook een sturende functie, zo bepaald het welke genen wel of niet worden afgelezen. En heeft junk DNA een rol in de organisatie van het DNA. Waarom wordt het een dubbele A-helix genoemd (Alfa)=Omdat beide strengen DNA om elkaar heen draaien. Ze vormen apart een alfa helix maar samen dus een dubbele alfa helix. Hoe groot is deze dubbele alfa helix en is ze te zien onder de microscoop=De diameter van een dubbele alfa helix is 2 nanometer en nog net onder een EM te zien. Hoe wikkelt DNA op tot verpakt materiaal=De dubbele alfa helix draait 1,65 keer rond een histon, ze bevat dan 147 base paren. Er ontstaat dan een parelsnoer dat 11 NM dik is( dna om histon = Nucleosoma), op het stuk tussen de histonen zitten 200 base paren. Het parelsnoer wikkelt rond en vormt met 8 nucleosomen een octameer. De verschillende octameren samen vormen de 30 NM draad of chromatine draad. Deze is EM te zien. Wanneer zien we de 30 NM draad=Deze draad zien we in de interfase in de kern. Het is dan eu of heterochromatine. Hoe is de 30NM draad in de kern gelegen=Deze hangt vast aan de lamina fibroza nuclei. Daar waar deze bind aan de lamina fibroza nuclei is de draad zeer sterk gespiraliseerd, dit is electronen dens en wordt marginaal chromatine genoemd en is eigenlijk junk DNA. Wat is het barr lichaampje=Dit is heterochromatine en kan nooit euchromatine worden. Het wordt nooit afgelezen en komt alleen bij vrouwen voor. Vrouwen hebben twee x chromosomen. Eentje moet inactief worden gemaakt omdat ze anders botsen met elkaar. Het inactieve x chromosoom wordt het barrlichaampje genoemd. Wordt ook wel de drumstick genoemd in neutrofielen. Dit is eigenlijk niet terug te vinden onder de micro omdat het verstopt ligt onder ander materiaal. Welke twee soorten heterochromatine kennen we=Je hebt constructief en facultatief hetero chromatine. Constructief kan weer ontwikkeld worden bij behoefte aan eiwit en kan dan worden afgelezen. Facultatief kan nooit afgelezen worden en is bv het barrlichaampje bij vrouwen. Zijn er verschillen waar te nemen in de kern tussen de G1, S en G2 fase=Morfologisch niet. Moleculair is er wel verschil waar te nemen in de kern tussen de verschillende fasen. Het DNA gehalte is bijvoorbeeld in de G2 fase twee keer zo hoog als in de G1 fase omdat in de G2 fase alle DNA materiaal is gedupliceerd Wat zijn R.O. plaatsen op een DNA streng=Dat zijn de plaatsen waar de DNA replicatie begint. R.O. staat voor Replication Origin. Hoe gebeurt de DNA synthese in de S fase=Het DNA wordt verdubbeld van de 3accent kant naar de 5 accent kant, beginnende op een replication origin plaats. Een enzym DNA synthtaze (DNApolymerase) maakt een tweede streng erbij. De uiteindes van de strengen worden niet gedupliceerd. Het werkt als een soort ritssluiting. Aan de ene zijde (Lagging strand) loopt het niet mooi door, daar bind ligase de stukken aan elkaar. Als de uiteindes niet worden gedupliceerd, worden deze dan niet elke celcyclus korter=Nee de uiteindes, of telomeren worden niet korter op belangrijke stukken. De coderende stukken zullen nooit aan uiteindes zitten. Aan de uiteindes zitten stukken junk DNA zodat het niet erg is als dit wat korter wordt. Wat heeft het korter worden van de telomeren bij celdeling voor invloed op de levensduur?=Doordat er steeds een stukje junk DNA afgesnoept wordt bij een celdeling, kom je steeds verder bij het wel coderende DNA in de buurt. Dit heeft als gevolg dat de celdeling niet oneindig kan door gaan. De levensduur van de cel is dus +- 20 celdelingen lang. Kan je aan de lengte van de telomeer de leeftijd van de cel schatten=Dat is mogelijk al is het niet een exacte wetenschap. Maar hoe korter de telomeer is hoe ouder de cel is. Kan een cel ook telomeren aanmaken=Ja dit is mogelijk een enzym, telomeraze maakt telomeer uiteindes aan. Echter is dit altijd in onbalans met de afbraak. De cel zal dus uiteindelijk belemmerd worden in zijn celdeling. Waarom kunnen stamcellen of kankercellen wel onbeperkt blijven delen=Deze cellen hebben een hoge telomeraze activiteit. Daardoor raken hun telomeren met Junk DNA niet op en is onbeperkt delen mogelijk. Welk enzym zorgt voor de koppeling van de verschillende nucleotiden=Polymerase zorgt dat de verschillende nucleotiden aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Hiermee ontstaat een streng. De koppeling vindt plaats op de OH groepen van de nucleotiden. Welk enzym splitst de DNA strengen voor duplicatie in de S fase=Het enzym Helicase splitst de strengen. Welk enzym dubbelt de gesplitste strengen weer=DNA polymerase zorgt dat de enkele strengen weer dubbelen. Het ontdubbelen gebeurt op hele kleine stukjes omdat enkele strengen zeer reactief zijn en gevoelig voor afbraak. Er is een leading strand en een lagging(volgende) strand. De dubbeling door polymerase volgt van 3accent naar 5 accent. Hoe heet het punt waar de twee DNA strengen die identiek zijn, aan elkaar blijven zitten in het midden=Dit punt heet het centromeer. Hoe heten de twee identieke chromosomen=Deze heten chromatiden Hebben chromosomen een banden patroon zoals spiercellen=Ja chromosomen hebben een banden patroon dit wordt bepaald door de base paren en de patronen waarin zij voorkomen. Hoe kan je het bandenpatroon van een chromosoom zien (Welke kleuring)=Een Giemsa kleuring laat deze bandpatronen duidelijk zien. Hiermee kan bepaald worden waar welke genen liggen en dit kan helpen bij het lokalizeren van pathologieen. fluorescentie met quinacrine (Q-banden). kleuring volgens Giemsa (G-banden) Hoe werkt de Giemsa kleuring=Het is een mengsel van methyleenblauw en eosine. De kleuring is specifiek voor de fosfaatgroepen van het DNA en hecht zichzelf aan de gebieden in het DNA waar grote hoeveelheden adenine-thymine-bindingen aanwezig zijn. Giemsakleuring wordt ook gebruikt voor Giemsa banding of simpelweg G-banding, om chromosomen te kleuren en op die manier bijvoorbeeeld een karyotype te maken. Op die manier kan Giemsakleuring helpen bij het opsporen van chromosomale afwijkingen zoals translocaties of inversies. De Giemsakleuring is tevens een differentiële kleuring. Ze kan worden gebruikt om de aanhechting van pathogene bacteriën aan humane cellen te bestuderen. Het toont ook het verschil aan tussen menselijke cellen en bacteriën: deze worden paars respectievelijk roze gekleurd. Giemsakleuring is een klassieke kleuring van bloed uit perifere bloeduitstrijkjes en beenmergmonsters. Erytrocyten kleuren roze, trombocyten kleuren lichtroze, het cytoplasma van lymfocyten kleurt helder blauw, monocyt cytoplasma kleurt lichtblauw en het nucleaire chromatine van leukocyten kleurt magenta. Wat zijn autosomen=Dit zijn de chromosomen paren die coderen voor lichaamskenmerken. Bv haarkleur of lengte. Je krijgt er eentje van je vader en eentje van je moeder. In de mens zijn er 22 autosome paren. Wat zijn heterosomen=Dit zijn de chromosomen met de geslachtskenmerken. Deze zijn niet gepaard. Je hebt bijvoorbeeld een x-y chromosoom dan ben je een man. Heb je een x-x chromosoom dan ben je een vrouw. Wie is geslachts bepalend bij zoogdieren de vader of de moeder=De vader want die heeft een y chromosoom, wanneer het y chromosoom over geerfd wordt dan wordt het kind een man. Als de x overgeerfd wordt dan wordt het kind een vrouw. Waarom wordt in vrouwen het tweede x chromosoom uitgeschakeld=Normaal gezien kunnen er op de heterosomen geen lichaamskenmerkende genen voorkomen. Het y chromosoom is er bijvoorbeeld veel te klein voor. Echter op het x chromosoom is daar wel plek voor. Wanneer beide actief zouden blijven in een vrouwelijk individu zou dit voor een conflict tussen beide x chromosomen zorgen. Bij wie komt een defect aan het x chromosoom eerder tot uiting=Bij de man omdat daar het x chromosoom altijd actief is. Bij de vrouw is de kans 1 op 2 omdat 1 van beide x chromosomen wordt uitgeschakeld. Bv kleurenblindheid is bij de man een veel vaker voorkomend probleem waarvan het gen op de x chromosoom ligt. Wat betekend Diploide=Dat in de kern elk chromosoom twee keer voor komt. Wat betekend Haploide= Dat elke chromosoom 1 keer voorkomt zoals bij geslachtscellen. Als twee haploide cellen samen een bevruchting veroorzaken dan krijg je een diploide cel. Wat betekend Euploide=Een exact veelvoud van het aantal diploide cellen. Dit komt bijvoorbeeld wel in de lever voor als het dna wel verdubbeld en de kern ook splitst maar de cel deelt zelf niet meer. Hoe wordt het proces genoemd waarbij euploidie onstaat=Dit heet endomitose, Als het dna wel dubbelt en de kern dubbelt ook maar de cel niet… Als de cel nog ouder wordt verdubbeld het dna wel maar deelt ook de kern niet meer. Dit is dus een mitose proces wat niet volledig meer wordt voltooid. De cellen functioneren echter prima. Wat is aneuploide=Dit is als er een chromosoom teveel of te weinig is. Hoe wordt de afwijking van 1 chromosoom teveel genoemd=Dit is 2n +1 dat heeft trisomie. Zijn aneuploide afwijkingen erg=Ja meeste vormen zijn niet levensvatbaar. Andere vormen zoals trisomie21 geven aanleiding tot het downsyndroom. Hoe groter het chromosoom dat de afwijking heeft hoe groter het conflict en eerder het afsterft. Chromosoom 21 is een heel klein chromosoom en is dus wel levensvatbaar zij het met forse beperkingen. Bestaan er ook afwijkingen in de hetersome chromosomen=Ja, er bestaat ook trisomie bij de geslachts chromosomen. Bijvoorbeeld de combi xxy of xyy. Deze vormen zijn wel levensvatbaar maar vaak niet vruchtbaar. Xxy, vrouwelijker met mannelijke kenmerken. Xyy werd gedacht agressiever te zijn door de extra y maar dit blijkt niet waar te zijn. Zegt de grote van de nucleolus iets over de activiteit van de cel=Ja hoe groter de nucleolus is hoe meer synthese van rRNA er plaats vindt dus hoe actiever de cel is. Wat is het voornaamste proces dat plaats vind in de nucleolus=In de nucleolus wordt (Ribosomaal RNA) rRNA geproduceerd. Wanneer het gemaakt is wordt het naar de ribosomen getransporteerd zodat daar de eiwit aanmaak gefaciliteerd kan worden. Naast rRNA komt er in de nucleolus ook veel mRNA voor. Dit mRNA is nodig om DNA codes over te schrijven zodat in het RER de ribosomen deze code kunnen gebruiken voor eiwit synthese. Wat doet rRNA=Dit is ribosomaal RNA en rRNA bindt aan ribosomaal eiwit en ribosomaal eiwit gaat de kern uit en bindt aan grote en kleine subunits. En is zo een ribosoom geworden wat eiwitten kan produceren. Hoe worden grote en kleine subunits in een eukaryote cel ook wel aangeduid=Kleine zijn 40s. Grote zijn 60s. Totaal is de cel 80s Wat zijn nucleaire organisatoren=Dit zijn lussen in de nucleolus (5 paren = tien draden) die rRNA maken. Hoe is de nucleolus opgebouwd=de chromatine draden in de kern vormen lussen. Deze lussen komen samen in de nucleolus en worden gevormd onder de satelieten van een chromosoom. Daarnaast is er een fibreus gedelte en een granulair gedeelte wat tussen de lussen ligt in een soort micro milieu. Welke structuren komen voor in de kern die tot vandaag nog geen bekende functie hebben= Cajal lichaampjes. GEMS (Geminie of coiled bodies). Inter chromatische granule cluster Wat is MPF=Dit is mitosis promoting factor. Het bestaat uit een cycline en een cycline afhankelijk kinase. Het cycline afhankelijk kinase is altijd aanwezig… als er genoeg cyclines zijn dan binden ze en wordt het MPF eerder niet. Wat is cycline=Dit is een cyclisch eiwit dat deel uit maakt van MPF. Het gehalte van cycline is hoog in de M fase en laag in de I fase. Wat is de functie van een kinase=Deze plaatst een fosfaat groep. Daarmee wordt het eiwit geactiveerd. Er bestaan verschillende soorten cyclines en kinases en er zijn dus veel verschillende checkpoints. Welke cascade vind er plaats als de groeifactoren in het milieu voldoende zijn voor de cel om te gaan delen=De groeifactoren binden op een receptor (Receptor is een TM eiwit). Als deze bonden is ondergaat de receptor een conformatie verandering. Dit activeert een second messenger. Het First messenger gaat antwoorden met proliferatie of antiproliferatie genen. Dit leidt tot een cascade en uiteindelijke celdeling of stopzetting van de celdeling. Waarom zijn niet alle proliferatie genen kanker cellen=Omdat proliferatie genen in principe normale cellen zijn. Pas als er genoeg groeifactoren zijn etc en alle checkpoints zijn gepasseerd kan zo’n cel delen. Als er en mutatie optreedt en een cel kan onbeperkt delen wordt het pas een oncogen. Wat is cycline voor een gene=Cycline is een late response gene.. dit houdt in dat deze pas geactiveerd kunnen worden als early response genes hun producten hebben gemaakt en uitgescheden. Wat is een early response gene=Een gen dat activeert erg vroeg in het proces door aanwezigheid van verschillende cel stimuli. Pas als deze early response genes zijn geactiveerd en verschillende reactie producten hebben gemaakt kunnen ook late response genes geactiveerd worden. Wat doet een antiproliferatie gen=Deze onderdrukt de celdeling. Wat is p53 voor een gen=Dit is een gen wat zorgt voor de inwendige controle van de celcyclus. Het p53 gen is aanwezig… als er dan iets fout loopt in de celdeling dan stapelt p53 eiwit op. Opgestapeld p53 eiwit activeert p21 gen… het p21 gen maakt p21 eiwit. Het p21 eiwit bindt aan cycline. Cycline is nu niet beschikbaar om te binden met cycline afhankelijk kinase en kan zo geen MPF vormen. De celcyclus is nu dus stil gelegd. De cel krijgt een kans om te herstellen. Als dat lukt dan wordt de productie van p53 gedownreguleerd waardoor p21 ook naar beneden gaat en de cycline weer vrij komt voor complex vorming tot MPF en er weer deling mogelijk is. Als de beschadiging te erg is dan wordt het p53 gen upgereguleerd wat leidt tot een zeer hoge productie van p53 eiwit. Een hoge concentratie p53 eiwit leidt tot apoptose in de cel. De cel verschrompelt dan en de kleine fragmenten worden opgenomen door naburige cellen. Wat gebeurt er in het kort in de mitose fase=De kern envelop desintergreert, de chromatine draden condenseren. De chromosomen worden gevormd. De spoelfiguur wordt gevormd en de contractiele ring wordt gevormd. Waaruit bestaan de centrosomen=Dit zijn microtubuli buisjes, normaal is het 1 centrum wat een t vormt maar in de profase gaan deze uit elkaar en beide naar de uiteindes van de cellen. Ze vormen daar de spoelfiguren. Hoe kan de kern envelop verdwijnen=De kern envelop verdwijnt doordat de lamina fibroza nuclei allemaal fosfaat groepen krijgt. Dit zorgt voor een depolarisatie. De stevigheid is dan weg en de kern envelop vervalt in kleine fisicles. Hoe gebeurt de condensering van de chromatide draden=Cycline dependent kinase (CDK) phosphoryliseerd histon 1 waardoor de 30 NM draad nog dichter opgedraaid wordt. Hoe is de vertaling van de volgende groeifactoren (PDGF) (EGF) (FGF) (NGF) (TGF-beta) (IGF) (IL)=‘’platelet-derived growth factor” “epidermal growth factor” “fibroblast growth factor” “nerve growth factor” “transforming growth factor beta” “insuline-like growth factor” “interleukines” Welke genen zorgen voor de uitwendige controle van de celcyclus= proliferatie-genen (proto-oncogenen, oncogenen dat zijn myc, fos, jun) en anti-proliferatie-genen (tumor-suppressor genen dat is het retinoblastoma gen) Hoe loopt de uitwendige controle van de celcyclus= defosforylatie geeft inhibitie proliferatie en fosforylatie geeft proliferatie Welke genen zorgen voor de inwendige controle van de celcyclus=Het p53 gen, Het p21 gen Waar vindt meiose plaats=Enkel in geslachtcellen, spermatozoa of oocyten. Hoe lang duurt de profase van meiose=Deze duurt heel erg lang, de gehele puberteit. Welke subfase kennen we in de profase van meiose=Leptoteen, Zygoteen, Pachyteen, Diploteen, Diakinese wat is de Afkorting voor de subfases van de profase in meiose= LZPDD (Lizpaard) Geef een samenvatting van gebeurtnissen in de profase van meiose=leptoteen stadium: chromosomen zijn fijn draderig patroon, zygoteen stadium: chromosoomparing of synapsis, pachyteen stadium: condensatie chromosomen, diploteen stadium: dochterchromatiden zichtbaar, tetrade-beeld, crossing over, verdwijning nucleolus, envelop,vorming spoelfiguur, diakinesis: einde crossing over Wat gebeurt er tijdens de meiose deling=Normaal chromatine condenseert. De kern envelop verdwijnt. Chromosomen gaan paren (1 van pa en 1 van ma). Chromosomen worden gemixed (crossing over). Dan volgt de deling zoals bij mitose. Wat gebeurt er tijdens het diploteen stadium van de profase van meiose=De microtubuli zijn vast gegrepen elk van een kant van de cel op verschillende chromosomen. Dan vindt er crossing over plaatst van kleine stukjes van d chromosomen. Wat gebeurt er in de diakinese fase=Dan zijn de overgeschoven stukjes van de chromosomen gelinked. Wat gebeurt er in de metafase van meiose=Dan liggen de chromosoom paren equatoriaal. Dus op de middenlijn Wat gebeurt er tijdens de anafase van de meiose=Dan worden de kinetogoor microtubuli verkort en scheiden de gepaarde chromosomen ipv de gepaarde chromatide zoals bij mitose. Wat gebeurt er tijdens de Telofase van meiose=Deze is zeer kort, er vind splitsing plaats van de cel maar de chromosomen blijven compact, dochtercellen worden gevormd. Dan wordt onmiddellijk overgegaan naar de tweede deling de mitotische deling. Nu splitsen de chromatiden wel ipv de chromosomen omdat er nu van haploid naar diploid gedeeld moet worden. Waarom vindt er crossing-over plaats bij chromosomen tijdens een meiose deling=Zodat er genetische variatie is. Als namelijk de chromatiden van de chromosomen uit elkaar worden getrokken dan is elk chromatide anders doordat er stukjes uitgewisseld zijn. Je hebt een volledig blauw. Een blauw met 1 kwart rood een rood met 1 kwart blauw en een volledig rood chromatide. Deze variatie is belangrijk voor de overleving van de soort. Wat zijn ribosomen=Kleine structuren die alleen EM te zien zijn. Thv de nucleolus vindt de productie van ribosomen plaats. Het zijn granulaire korrelige structuren meestal hebben ze een ovale vorm. Het cytoplasma zit vol met ribosomen en het RER ook. Hoe zijn ribosomen opgebouwd=Uit twee subunits (40s en 60s). verder bestaan ze uit eiwitten en nucleine zuren. Welke types RNA heb je= rRNA. mRNA. tRNA uit hoeveel strengen en nucleotiden bestaat subunit 1 van de ribosomen=Subunit 1 heeft drie strengen rRNA met 120, 160 en 4700 nucleotiden. Uit hoeveel strengen en nucleotiden bestaat subunit 2 van de ribosomen=Subunit 2 heeft 1 streng rRNA met 1900 nucleotiden. Wat is het verschil tussen RNA en DNA=RNA heeft ribose als suiker groep, uracyl als base en is enkelstrengig. DNA heeft deoxyribose als suiker groep, thymidine als base en is dubbelstrengig. Je hebt twee verschillende gedeeltes in DNA welke zijn dat=Een coderend gedeelte en een template gedeelte Wat wordt er met het template gedeelte gedaan=Daar wordt mRNA vanaf gelezen, RNA synthase maakt daar RNA op basis van de complimentariteit met het coderende gedeelte. Hoe heet het overschrijven van de code van DNA naar RNA=Dit heet transcriptie. Wat is de functie van RNA=Genetische code van DNA overdragen naar het cytoplasma zodat daar eiwitten aangemaakt kunnen worden. Hoe wordt mRNA gemaakt=DNA wordt gekopieerd via het ritssluiting principe in RNA.. de streng RNA die aan het gekopieerde DNA komt te hangen is mRNA. Als de RNA synthase aan het einde van de DNA streng is gekomen dan komt mRNA los en wordt het getransporteerd voor eiwit synthese. Wat wordt er in het cytoplasma aan het mRNA toegevoegd=Daar worden er ribosomen aan toegevoegd voor het aflezen van de streng en zo eiwitten te maken. Wat zit er aan het begin en eind van elk stuk DNA=Een start en een stop codon. Hoe heten de stukken die wel coderen en hoe heten de stukken die niet coderen op een streng= Wel coderende stukken heten exons. Niet coderende stukken heten introns Bevat mRNA ook introns=Ja, want RNAsynthase leest alles af van start codon tot eind codon Wat gebeurt er met de introns in mRNA=Er zijn bepaalde enzymes en die knippen de introns eruit zodat er alleen exons overblijven. Dit gebeurt in het cytoplasma. Exons worden door ligase weer aan elkaar geplakt in het cytoplasma. mRNA met alleen exons wordt dan functioneel mRNA genoemd. Hoe heet het proces waarbij DNA wordt vertaald naar aminozuren=Dit proces heet translatie. Hoe werkt het translatie proces van DNA naar AZ=Je hebt een streng functioneel mRNA in het cytoplasma… daar hechten op het startcodon subunit 1 en 2 van ribosoom aan. Het ribosoom schuift over de codons en leest de code en vertaald naar eiwit combinatie. Transfer RNA is nodig om het vertaalde eiwit dat aangemaakt is te koppelen aan de groeiende streng van peptiden. Als er dan waterstof afgesplitst wordt dan schuift het complex op naar het volgende triplet van 3 codons. De streng van peptides wordt langer en langer. Wat is tRNA=Transfer RNA (tRNA) is een vorm van RNA die een belangrijke rol speelt bij de translatie van mRNA naar eiwitten. tRNA is een ribozym, een RNA-molecuul met enzymatische activiteit. Het tRNA-molecuul heeft de vorm van een kruis, dit wordt een klaverbladstructuur genoemd. Deze structuur ontstaat door aanwezige waterstofbruggen. Het heeft ten minste twee belangrijke onderdelen: een anticodon (onder in de afbeelding) en een bindingsplaats voor één van de aminozuren (boven). In het ribosoom heeft het tRNA een eigen bindingsplaats: de zogenaamde A-site. Het anticodon kan binden aan een bijbehorende codon op het mRNA, maar alleen wanneer zo'n codon zich ook in de A-site bevindt. Wanneer deze verbinding tot stand is gebracht, wordt het aminozuur door het ribosoom gekoppeld aan de groeiende keten van het eiwit dat gesynthetiseerd wordt. Nadat het aminozuur is 'afgeleverd', laat het tRNA weer los, waarna het opnieuw gebruikt kan worden. tRNA is dus een katalysator. Vervolgens kan met behulp van aminoacyl-tRNA-synthetase een 'nieuw' aminozuur aan het tRNA gekoppeld worden. Dit proces heet aminoacylatie. Voor ieder aminozuur is er een aminoacyl-tRNA-synthetase. Hoe werkt translatie=Bij de translatie bindt het tRNA (Transfer RiboNucleïnezuur) zich aan een aminozuur, om deze vervolgens "af te leveren" bij het ribosoom. In het ribosoom komen het mRNA en het passende tRNA bij elkaar. Het rRNA molecuul van het ribosoom katalyseert (versnelt) de reactie die de eiwitketen verlengt. Het feit dat rRNA een enzymatische activiteit heeft, maakt het tot een ribozym. tRNA is ook een ribozym en bestaat uit 74-93 nucleotiden. De binding van een aminozuur met een tRNA wordt gekataliseerd door het enzym aminoacyl tRNA synthetase. tRNA brengt een bepaald aminozuur naar een groeiende polypeptide keten. De overdracht vindt plaats met behulp van triplets van nucleotiden, doordat elk van deze triplets is gebonden aan een aminozuur. Een mRNA triplet wordt een codon genoemd en de complementaire tRNA triplet een anti-codon. Nadat aan het eerste triplet van het mRNA een passend tRNA gekoppeld is, bindt een tweede passend tRNA zich aan het mRNA. Vervolgens worden de twee aan de tRNA hangende aminozuren met een peptidebinding aan elkaar gekoppeld en verlaat het eerste tRNA nu zonder een aminozuur het ribosoom. Vervolgens gaat een derde passend tRNA aan het mRNA zitten en herhaalt zich het proces. Het ribosoom wandelt tijdens dit proces met een stapgrootte van een codon over het mRNA. Aan het eind van het mRNA zit een stopcodon, waaraan zich geen tRNA kan aanhechten en stopt de aanmaak van het eiwit. Bij de binding aan het ribosoom bindt het tRNA in de zogenaamde A-plek van het mRNA, maar alleen wanneer het anticodon van het tRNA overeenkomt met het codon van het mRNA in de A-plek. Zo bindt AAG op het tRNA als anticodon dus met UUC op het codon in de A-plek van het ribosoom. Het anticodon en de bindingsplaats voor het aminozuur bevinden zich ten opzichte van elkaar aan de andere kant van het tRNA. tRNA wordt afgelezen door RNA-polymerase III.
Ingezonden op 21-12-2015 - 1159x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!