Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
proficiency expert
› 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
proficiency expert
hoofdstuk 4
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Unit 4 Expert word check Initiative = initiatief Be up to speed with sth = op de hoogte zijn van iets Collaboration = samenwerking Sponsor = Think ‘outside the box’ = Constraints = beperkingen Tinkerer = knutselaar Stifle = verstikken/smoren/blussen Diehard = keihard Barrier = barière/grens/hindernis/controle Crouch = hurken Blessed = gezegend Obsession = Permeate = doordringen Impulse = impuls Reinforcement = versterking Erode = eroderen, uithollen, wegspoelen, verminderen Fallible = onvolmaakt Mundane = alledaags Take precedence = prioriteiten stellen Metaphors Search engine = automotor, zoekmachine Shopingcart/basket – winkelkarretje in de supermarket, overzicht van aankopen online Chat room – Mouse – File – een aantal papieren van een onderwerp bij elkaar, online een bestand Inbox/outbox – ingekomen/te verzenden brieven, online ingekomen/verzonden berichten Recycle bin = prullenbak, waar verwijderde bestanden bewaard worden Folder = papiercontainer, een mapje voor documenten Collocations Download – files Update your – profile Add new – contacts Blog the latest – news Post on someone’s – wall Desktop – publishing (opmaken drukwerk voor publicatie) Multiple suffixes a1 compelling, compelled, compulsory, compulsive 2 meaningful, meaningless 3 controlling, controllable , controlled 4 representative, representational, representing, represented 5 dependent, dependable, depending, depended 6 informed, informative, informing, informational Prepositional phrases 1 be at fault 2 stay in touch 3 thanks to 4 access to 5 regard to 6 reply without delay 7 be on the line 8 get lost in the process Phrasal verbs with up and down back up, back down; set up, set down; break up, break down; make up; let up, let down; play up, play down; follow up; catch up; put up (with), put down (to) compound verbs breakdown, voicemail, online, overload, backup
Ingezonden op 06-01-2016 - 936x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!