Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Spaans op Wolfert PRO
› 0 se 3 woordjes voor PTA leesvaardigheid
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Spaans op Wolfert PRO
0 se 3 woordjes voor PTA leesvaardigheid
Jaar 4 (mavo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
El consejo = de raad Aconsejar = aanraden El retraso =de vertraging Perder = verliezen pierdo = Ik verlies Entrenar = trainen Los deberes = het huiswerk Elegir = kiezen Está prohibido = het is verboden El sitio = de plaats Ganar = winnen Entregar = inleveren Recomendar = aanraden El hábito = de gewoonte Acostarse = gaan slapen Tarde = laat Temprano = vroeg El fin = het einde La juventud = de jeugd / de jongeren El éxíto = het succes El medio ambiente = milieu La ropa = de kleding La empresa = het bedrijf La entrevista = het interview El niño = het kind El diseño = het ontwerp Diseñar = ontwerpen Hacer publicidad = reclame maken Viajar = reizen El espacio = de ruimte La cantidad = de hoeveelheid Lavar = wassen Mejorar = verbeteren Entrevista de trabajo = sollicitatiegesprek Relajar = ontspannen/ ‘relaxen’ Revisar = nakijken Averiguar = nagaan La cita = afspraak Conocer = kennen Fuerte = sterk Débil = zwak Acudir = gaan naar Ofrecer = aanbieden El campamento = het kamp El destino = bestemming El dueño = de eigenaar / baas El extranjero = het buitenland Los extranjeros = de buitenlanders Vender = verkopen En venta = te koop La venta = de verkoop Cerrar = sluiten La broma = de grap Mojar = natmaken Secar = afdrogen Dañar = kapotmaken El daño = de schade La humedad = het vocht El bote = de pot La novedad = nieuwtje / nieuwe ontwikkeling Enchufar = aandoen / aansluiten ¿Qué frase, palabra o pregunta falta? = Welke zin,woord of vraag mist er? ¿Cómo se describe? = Hoe bechrijven ze? ¿Qué se dice sobre? = Wat zeggen ze? ¿Qué piensa? = Wat denkt hij/zij? ¿Qué cuenta...sobre? = Wat vertelt...over? ¿Qué ha aprendido? = Wat heeft hij/zij geleerd? Lee la introducción, el párrafo, la línea = Lees de inleiding, de alinea, de zin ¿De qué trata ? = Waar gaat het over ? ¿Qué explica? = Wat legt hij/zij uit? ¿Qué se puede aprender? = Wat kan men leren? ¿Qué sabemos por las líneas? = Wat weten we over de zinnen? ¿Qué problema señala? = Welk probleem signaleert? ¿Cuál fue? = Wat was? ¿De qué manera? = Op welke manier? ¿Cuál es la leccion mas importante? = Wat is de belangrijkste les? ¿Cómo puedes resumir? = Hoe kan je het samenvatten? ¿ De qué tema (no) se habla en el párrafo 1? =Over welk thema praten ze (niet) in paragraaf 1?
Ingezonden op 14-01-2016 - 903x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!