Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

MijnFrans

34 Zinnen van Dtoets

Jaar 2 (Gymnasium)

Je vriendin en jij betalen in het café. Ze legt twee euro op tafel. Hoe vraag je of ze maar twee euro heeft. = Tu as seulement deux euros?
Hoe zeg je dat je een heleboel snoepjes wilt kopen. = Je veux acheter plein de bonbons.
Je ouders hebben een nieuwe auto gekocht. Hoe zeg je dat ze geen geld meer hebben. = Il n’ont plus d'argent.
Je zus heeft geld van je geleend. Hoe zeg je tegen haar dat ze je 50 euro schuldig is. = Tu me dois 50 euros.
Je broer zoekt zijn tas. Hoe zeg je tegen je moeder dat hij hem misschien verloren heeft. = Il l’a peut-être perdu.
Je vriend vraagt of je meegaat naar het tennistoernooi. Hoe vraag je hoe laat de wedstrijden beginnen. = Les matchs commencent à quelle heure?
Je klasgenoot vraagt of je op het schoolfeest komt. Hoe zeg je dat het goed is en dat je vanavond ook komt. = D'accord, je viens aussi ce soir.
Hoe zeg je dat je ouders aan hardlopen doen. = Mes parents font de la course à pied.
Hoe vraag je je klasgenoten of ze de overhoring Spaans hebben voorbereid. = Vous avez préparé l’interro d’espagnol?
De zus van Alexander doet aan rugby. Hoe zeg je dat ze erg goed is. = Elle est très forte.

Ingezonden op 21-01-2016 - 560x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

MijnFrans

34 Zinnen van Dtoets