Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
School klas 4
› 3 Engels Examenidioom pages 44-58
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
School klas 4
3 Engels Examenidioom pages 44-58
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
contest = wedstrijd contestant = deelnemer to compete = deelnemen competitive = prestatiegericht impartial = onpartijdig substitute = invaller; vervanger pitch = veld grandstand = tribune tournament = toernooi martial arts = oosterse vechtsporten event = gebeurtenis challenge = uitdaging pursuit = bezigheid to subscribe to = abonneren op suspense = spanning jigsaw = puzzel dice = dobbelstenen stakes = inzet achievement = prestatie equipment = uitrusting attempt = poging stamina = uithoudingsvermogen endurance = uithoudingsvermogen strength = kracht to strive for = streven naar adept = bekwaam leading part = hoofdrol unparalleled = ongeëvenaard invincible = onoverwinnelijk victory = overwinning defeat = nederlaag effort = inspanning draw = gelijkspel to award = toekennen premier league = eredivisie; hoogste voetbalcompetitie runner-up = tweede trainers = sportschoenen tracksuit = trainingspak to dash = rennen; hardlopen gear = uitrusting; spullen tegenstander = opponent scheidsrechter = referee halve finale = semi-final verslaan = to defeat toeschouwer = spectator aan sport doen = to play a sport; to do a sport vrijetijdsbesteding = pastime fitnessen = to work out vrijwillig = voluntary presteren = to perform lid = member blessure = injury valsspelen = to cheat toegangsprijs = admission charge prijs = award to announce = aankondigen to convey = meedelen; overbrengen to propose = voorstellen to endorse = goedkeuren to preach = preken tabloid = roddelblad headlines = koppen topic = onderwerp slip of the tongue = verspreking issue = kwestie ratings = kijkcijfers to highlight = benadrukken newsagent = kiosk; krantenverkoper editor = redacteur latter = laatstgenoemde data = gegevens abbreviation = afkorting to browse = bladeren survey = onderzoek; enquête poll = opiniepeiling to indicate = te kennen geven to define = omschrijven to derive from = afleiden van to imply = blijken uit; laten doorschemeren assertion = bewering to decline = weigeren to evade = ontwijken regardless of = ongeacht significance = belang incomprehensible = onbegrijpelijk oral = mondeling verbal = mondeling to emphasize = benadrukken to contradict = tegenspreken in italics = cursief; schuingedrukt to persuade = overhalen to assure = verzekeren to acknowledge = erkennen pledge = plechtige belofte gesture = gebaar overdrijven = to exaggerate toegeven = to admit beweren = to claim uitgeven = to publish uitzenden = to broadcast de boodschap overbrengen = to get the message across reclamespotje = commercial kijker = viewer middel = means sms'en = to text message contact houden = to keep in touch meedelen = to inform verwijzen = to refer overtuigen = to convince gerucht = rumour virtue = deugd self-esteem = eigenwaarde; zelfrespect sincere = oprecht sensible = verstandig modest = bescheiden thoughtful = attent benevolent = vriendelijk; behulpzaam squeamish = overgevoelig; gauw bang shrewd = slim meticulous = nauwkeurig inhibited = geremd to persevere = doorzetten reliable = betrouwbaar mature = gehoorzaam bold = moedig prudent = verstandig; wijs down-to-earth = nuchter; praktisch aspiring = ambitieus pride = trots anxiety = bezorgdheid to be inclined to = de neiging hebben om custom = gewoonte sleazy = vies en goedkoop to brag = opscheppen smug = zelfgenoegzaam; te tevreden over zichzelf perilous = zeer gevaarlijk conceited = verwaand insolence = onbeschoftheid offensive = beledigend prejudiced = bevooroordeeld vain = ijdel stingy = gierig; vrekkig ruthless = meedogenloos indifferent = onverschillig greedy = hebzuchtig gloomy = somber compulsive = dwangmatig odd = vreemd reckless = roekeloos trots = proud vastberaden = determined begripvol = understanding soepel = flexible verdraagzaam = tolerant onafhankelijk = independent gul = generous kieskeurig = choosy streng = strict slordig = sloppy onwetendheid = ignorance prikkelbaar = touchy koppig = stubborn verlegen = shy gewoonte = habit
Ingezonden op 16-02-2016 - 1439x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
10-03-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!