Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Build Up, Engels
› 1000 Fig
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Build Up, Engels
1000 Fig
Jaar 89 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
(on)bevredigend = (un)satisfactory (on)draaglijk/(on)dragelijk = (in)tolerable (on)oprecht = (in)sincere (on)tevreden = (dis)satisfied ; (dis)contented (on)verdraagzaam = (in)tolerant aangaan/betreffen = to concern aankoop/aanwinst = acquisition aankopen = to acquire aannemen = to assume aannemen = to presume aantrekken = to appeal to aantrekkingskracht = appeal aanval/vlaag = fit achter elkaar = in succession adel = nobility adellijk = noble afgunst/jaloezie = jealousy ; envy afleiden = to distract afleiden van = to derive from afleiding = distraction alinea = paragraph angst = fear applaudiseren/toejuichen = to applaud band = tie ; bond bang (voor) = scared ; afraid (of) bang maken = to scare ; to frighten bang zijn/vrezen = to fear bedriegen/vals spelen = to cheat beeïndigen = to terminate beeïndiging = termination beeld = image beeldhouwer = sculptor beeldhouwwerk = sculpture begrijpen = to grasp ; to understand beheersing = self-control; self control behoud = preservation bekrompen = narrow-minded belachelijk = ridiculous bemoeienis/inmenging = interference benadrukken = to emphasise ; to stress benijden = to envy beoordelen = to judge bepalen = to determine bereiken = to reach beschrijven = to describe besef= awareness bestaan = existence bestaan = to exist betovering = spell betreuren = to regret beven = to tremble bevooroordeeld = prejudiced ; biased bewaren/behouden = to preserve beweren = to argue beweren = to state bewering = statement bewonderen = to admire bewonderenswaardig = admirable bewondering = admiration bezetten (van) = obsessed (with) bezighouden = to occupy bezorgd = worried ; concerned bezorgdheid/zorg = worry ; concern bidden = to pray bijgeloof = superstition bijgelovig = superstitious blijken uit = to appear from boosheid = anger bord = placard buitengewoon = extraordinary bukken = to stoop citaat = quotation concluderen = to conclude controverse/grote onenigheid = controversy controversieel = controversial dankbaar = grateful dankbaarheid = gratitude de hemel = heaven de oudheid = antiquity denkbeeldig/verzonnen = fictional ; imaginary deprimerend = depressing dienen ertoe = to serve doel = aim ; goal ; objective doel = aim ; purpose dominee = vicar ; minister doofstom = deaf and dumb dopen = to baptise ; to christen drang/aandrang = urge drukte = fuss duidelijk maken = to make clear duidelijk maken = to point out dulden/verdragen = to tolerate dwaas = silly een voorstander zijn van/bepleiten = to advocate eeuwfeest = centenary ; centennial erfgoed = heritage erg veel houden van = to adore erg vinden/passen op/zich bemoeien met = to mind erg vreemd = weird ergeren/irriteren = to annoy ; to irritate ergernis/irritatie = annoyance ; irritation erkennen = to acknowledge erop staan/aandringen op = to insist on (+ -ing) essentie/hoofdpunt = main point evalueren = to evaluate evangelie = gospel fantasie = imagination gaan over = to deal with gebed = prayer gebruind = tanned geconfronteerd worden met = to be faced with geest = mind geest = spirit geestelijk = spiritual geestelijke = clergyman geestelijkheid = clergy geeuwen = to yawn gek = lunatic ; madman geloof = faith geloof/vertrouwen = faith geloofwaardig = credible geloofwaardigheid = credibility genegenheid/liefde = affection genieten = to enjoy oneself genieten van = to enjoy gepensioneerde = senior citizen geremd = inhibited geruststellen = to reassure gespannen = tense gevoelig (voor) = sensitive (to) gevoeligheid (voor) = sensitivity (to) geweten = conscience gezond verstand = common sense gillen = to scream glanzend = glossy godsdienst = religion godsdienstig = religious griezelig/eng = creepy gunst = favour haat = hatred ; hate handelen = to act hartstocht/liefde = passion hartstochtelijk = passionate hectisch/erg druk = hectic heilig = sacred heks = witch herdenken = to commemorate herinneren aan = to remind of herinnering = recollection het nageslacht = posterity het zat zijn = to be fed up with hijgen = to pant hoofd-/hoofd/voornaamste = main houding/opvatting = attitude huichelaar = hypocrite huichelarij = hypocrisy humeur = temper illustreren/duidelijk maken = to illustrate imam = imam in afwachting van = in anticipation of in verband brengen/associëren = to associate in verlegenheid brengen = to embarrass indruk = impression indrukwekkend = impressive ingewikkeld = complicated ; intricate inhalen = to catch up with inlevingsvermogen = empathy integendeel = on the contrary inzet = stakes jaloers (op) = jealous (of) ; envious (of) jood = Jew kassa = box office klooster (voor nonnen) = convent klooster = monastery knap = clever ; bright ; smart knipogen = to wink knipsel = cutting koor = choir kostbaar = precious krijgen = to obtain ; to get kwaad = evil kwelling/beproeving = ordeal lastigvallen/dwarszitten = to bother lef/durf = nerve maagd = virgin medeleven = sympathy medelijden = pity ; compassion meedogenloos = ruthless ; remorseless meevoelen = to sympathise mening = view met betrekking tot = with regard to ; with respect to met tegenzin = reluctantly minachting = contempt monnik = monk moskee = mosque moslim = Muslim mythe = myth neerkomen op =to amount to negeren = to ignore negeren/in de wind slaan = to disregard niet bestaand = non-existent ; non existent niet voldoen aan = to fall short of nieuwsgierig = curious nieuwsgierigheid = curiosity non = nun nummer (van tijdschrift) = issue omhelzen = to embrace ; to hug omstandigheid = circumstance onder ogen zien = to face ongelooflijk = incredible ongeneeslijk = terminal onsamenhangend = incoherent ontroeren = to move onverdraagzaamheid = intolerance opgelucht = relieved opgewekt = cheerful opgewonden = excited opgraving = excavation opkomen bij = to occur to oplossen = to solve oplossing = solution opluchting = relief oprechtheid = sincerity opscheppen/pochen = to boast ; to brag opwindend = exciting opwinding = excitement opzicht = respect oud/zeer oud = ancient overblijfsel = relic overdrijven = to exaggerate overheersen = to dominate ; to predominate overheersend/dominant = dominant ; predominant overheersing = dominance ; predominance overlast = a nuisance overreden/overhalen = to persuade overredingskracht = persuasion overtuigen = to convince overwegen = to consider parochie/kerkelijke gemeente = parish Pasen = Easter pauze = interval pijnlijk = embarrassing Pinksteren = Whitsun ; Whitsuntide plagen = to tease plicht = duty preek = sermon priester = priest rassenscheiding = racial segregation rekening houden met = to take into consideration ; to take into account remming = inhibition resten/restanten = remains ; remnants rouwen om = to mourn ruimdenkend/liberaal = liberal samenvatten = to sum up; to summarise schitterend = marvellous ; gorgeous ; magnificent schoot = lap schouwspel = spectacle slepen = to drag sluw/listig = sly ; cunning smeken = to beg smeltkroes = melting pot spanning = suspense spanning = tension spanning/stress = strain spijt = regret standpunt = point of view ; viewpoint staren = to gaze stelling = thesis stemming = mood stilstaan bij/uitweiden over = to dwell on stom = dumb suggereren = to suggest suggereren/laten doorschemeren= to imply Suikerfeest = Sugar Feast te oordelen naar/op grond van = judging from tegen/in tegenstelling tot = contrary to tegenover = towards tegenzin = reluctance teken/bewijs = token teleurstellen = to disappoint teleurstelling = disappointment tevredenheid/voldoening = satisfaction tevredenstellen = to satisfy tikken/kloppen = to tap toestemmen (in)= to consent (to) toestemming = consent toevertrouwen = to confide tolk = interpreter troost = comfort ; consolation troosten = to console ; to comfort trots (op) = proud (of) trots = pride trouw= faithful turen = to peer tussenvoegen = to insert typeren = to characterise uitbrengen = to release uitdrukken = to express uitleggen = to explain uitleggen/interpreteren = to interpret uitstaan = to stand unaniem = unanimous valkuil = pitfall van buiten leren = to memorise van streek = upset van streek maken = to upset vastberaden = firm vastbesloten = determined vasten = to fast veel moeite doen = to take great pains veelzijdig = versatile verbazen = to amaze ; to astonish verbazing = amazement ; astonishment verbazingwekkend = amazing; astonishing verbijsterd/stomverbaasd = staggered; bewildered verbijsteren = to stun ; to baffle verbijstering = bewilderment verdiept in = absorbed in verdraaien = to distort verdriet = sorrow ; grief vereren/aanbidden = to worship vergezocht = far-fetched ; far fetched verklaren = to account for verlangen naar = to long for ; to be eager for verlegen = shy ; timid verlegenheid = embarrassment verlegenheid= shyness ; timidity vermoedelijk = presumably vermoeden = to suspect vernederen = to humiliate vernedering = humiliation veronderstelling = presumption verontwaardigd = indignant verontwaardiging = indignation verraad = betrayal ; treason verraden = to betray verrader = traitor verstandig = sensible vertrouwelijk = confidential vertrouwen = confidence vertrouwen = to trust vervangen = to replace verwachten = to anticipate ; to expect verwarring = confusion verwijzen naar = to refer to verzoenen = to reconcile verzoening = reconciliation vol vertrouwen = confident voldoen (aan) = to comply (with) voldoen aan = to meet ; to come up to ; to live up to volgens = according to volhouden/volharden = to persevere voorgevoel = foreboding voorloper = precursor vooroordeel = prejudice ; bias voorstander = advocate voorteken = omen vooruit = ahead voorwerp = object vorig = previous vreugde = joy ; delight waanzin = lunacy waarderen = to appreciate waardering = appreciation walgelijk = disgusting walgen van = to loathe walging/afschuw = disgust wanhoop = despair wanhopen = to despair wanhopig = desperate wantrouwen = to distrust wat vervelend = what a nuisance wat wordt gezegd over..? = what is the point made about wederzijds = mutual weergeven = to reflect woede = rage woedend = furious wonder = miracle wraak = revenge wreken = to revenge wrijven = to rub wroeging = remorse wrok = grudge zegenen = to bless zich beheersen = to control oneself zich bemoeien (met) = to interfere (with) zich bewust van = conscious of ; aware of zich voorstellen = to imagine zich zorgen maken = to worry zonde = sin
Ingezonden op 09-03-2016 - 509x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!