Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Intertaal
› 1 1.1 Naam, geslacht, geloof, familie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Intertaal
1 1.1 Naam, geslacht, geloof, familie
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Person, die Personen = de persoon, de personen der Mensch, die Menschen = de mens, de mensen heißen = heten der Name, die Namen = de naam, de namen der Vorname, die Vornamen = de voornaam, de voornamen der Nachname, die Nachnamen = de achternaam, de achternamen der Familienname, die Familiennamen = de familienaam, de familienamen der Mann, die Männer = de man, de mannen der Herr, die Herren = de heer, de heren die Frau, die Frauen = de vrouw, de vrouwen das Fräulein, die Fräulein = de (me)juffrouw, de (me)juffrouwen das Kind, die Kinder = het kind, de kinderen der Junge, die Jungen = de jongen, de jongens das Mädchen, die Mädchen = het meisje, de meisjes sein = zijn katholisch = katholiek evangelisch = protestants ledig = ongehuwd verheiratet = gehuwd die Scheidung, die Scheidungen = de scheiding, de scheidingen geschieden = gescheiden der Witwer, die Witwe = de weduwnaar, de weduwe die Witwer, die Witwen = de weduwnaren, de weduwen nennen = noemen der Zuname, die Zunamen = de achternaam, de achternamen der Doppelname, die Doppelnamen = de dubbele naam, de dubbele namen geborene = met haar meisjesnaam der Titel, die Titel = de titel, de titels das Geschlecht, die Geschlechter = het geslacht, de geslachten männlich = mannelijk weiblich = vrouwelijk die Konfession, die Konfessionen = de geloofsgemeenschap, de kerk, de geloofsgemeenschappen, de kerken angehören = lid zijn van der Familienstand = de burgerlijke staat alleinstehend = alleenstaand der Single, die Singles = de alleenstaande, de alleenstaanden der Ehemann, die Ehemänner = de echtgenoot, de echtgenoten die Ehefrau, die Ehefrauen = de echtgenote, de echtgenotes getrennt = apart verwitwet = als weduwe, als weduwnaar
Ingezonden op 11-03-2016 - 496x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!