Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Gemma
› 1 Nederlands - argumenteren
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Gemma
1 Nederlands - argumenteren
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
standpunt = stelling; claim; visie; zeggingswijze argument = uitspraken die je standpunt ondersteunen weerlegging = argument dat aantoont dat een bepaald argument onjuist is subargument = extra ondersteunende informatie bij een argument verzwegen argument/premisse/vooronderstelling = een argument dat niet letterlijk genoemd wordt, maar wel aan het standpunt ten grondslag ligt tegenargument = argumenten die het standpunt ontkrachten 2 typen argumenten = objectief,subjectief; objectieve, subjectieve objectieve argumenten 3x = feiten, wetenschappelijke gegevens, algemeen geldende waardeoordelen subjectieve argumenten 5x = gebaseerd op geloof, vermoedens, persoonlijke indrukken, voorspellingen, niet algemeen geldende waardeoordelen type redeneringen 6x = reden of oorzaak, voor en nadelen, vergelijking, voorbeeld, gezaghebbende bron, kenmerk of eigenschap kritische vragen oorzaak of reden en gevolg 2x = zijn er andere oorzaken of redenen denkbaar, kan de oorzaak of reden ook voorkomen zonder dit gevolg kritische vragen voor en nadelen 2x =doet het voordeel of nadeel zich werkelijk voor, zijn er zwaarder wegende nadelen of voordelen denkbaar kritische vragen vergelijking 2x = zijn de twee zaken goed vergelijkbaar, zijn er belangrijke verschillen aan te tonen kritische vraag voorbeelden 1x = zijn de voorbeelden regel of uitzondering kritische vragen gezaghebbende bron 2x = is de genoemde persoon inderdaad een autoriteit op dit gebied, aanvaard ik hem of haar ook als autoriteit kritische vraag kenmerk of eigenschap 1x = gaat de genoemde eigenschap of het kenmerk van de persoon of zaak (bijna) altijd samen met wat in het standpunt wordt beweerd over die persoon of zaak argumentatiefouten 4x = onjuist beroep op causaliteit, verkeerde vergelijking, overhaaste generalisatie, cirkelredenering argumantatietrucs 4x = persoonlijke aanval, ontduiken van de bewijslast, vertekenen van het standpunt, bespelen van het publiek aanvaardbaarheid van een betoog = auteur, bronnen, kwaliteit argumenten, kwantiteit argumenten, relevantie, stap standpunt naar argumenten
Ingezonden op 30-03-2016 - 450x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
02-04-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!