Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Kanters
› 7 blz. 47,48,50
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Kanters
7 blz. 47,48,50
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
nihilominus = niettemin nimius = al te zeer nitor, niti, nisus sum = zich schrap zetten; zich inspannen nix, nivis = sneeuw nobilis = bekend; aanzienlijk; edel nobilitas, nobilitatis = adel noceo, - ere, nocui, nocitum = benadelen; schaden nolo, nolle, nolui = niet willen nomen, nominis = naam nomino, nominare = noemen; vermelden non = niet nondum = nog niet nos = wij nosco, -ere, novi, notum = leren kennen; te weten komen notus = bekend ignotus = onbekend cognosco,-ere = leren kennen, vernemen ignosco, ignoscere = vergeven noster = ons; onze novem = negen novus= nieuw; ongewoon novissimus = laatste nox, noctis = nacht nocturnus = nachtelijk nudus = naakt, licht gewapend; licht gekleed, licht gewapend nullus = geen nonnulli = sommige; enige num = toch niet? numen = knik; wil; wenk; goddelijke macht numerus = getal; aantal numquam = nooit nonnumquam = soms; af en toe nunc = nu nuntio, nuntiare = melden; berichten nuntius = bode, bericht nuper = onlangs; pas nog nusquam = nergens opto, optare = wensen opus, operis = werk ora = zoom, kust; rand, kust orbis, orbis = kring, wereld; schijf, wereld ordo,ordonis = rij, stand; rij, klasse; rangorde, stand; rangorde, klasse origo, origonis = oorsprong; afstamming oior,oriri, ortus sum = ontstaan, opgaan; beginnen, opgaan adorior, adoriri = aanvallen; ondernemen orno, ornare = versieren ornamentum = versiering os, oris = mond; opening oro, orare = spreken; bidden; smeken orator, -oris = redenaar orio, -onis = het spreken; redevoering ostendo, -ere, ostendi, ostentum = tonen ostium = monding; huisdeur otium = rust negotium = bezigheid; handel
Ingezonden op 01-04-2016 - 710x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!