Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Conversation française
› 3 Conversation 3 leçon 21
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Conversation française
, deel 3
3 Conversation 3 leçon 21
Jaar 8 (volksuniversiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Près de Rome = Bij Rome {zakelijk} Chez le boulanger = Bij de bakker {persoonlijk} Parfois = Soms Malgré = Ondanks À un moment donné = Op een gegeven moment Tout de suite = Meteen D’après moi = Volgens mij Selon moi = Volgens mij En deux minutes = Binnen twee minuten Dans deux minutes = Over twee minuten Moins qu’autrefois = Minder dan vroeger Dehors = Buiten Avant 17 h = na 17.00 uur {tijd} après 17 h = na 17.00 uur {tijd} Devant la maison = Voor het huis {plaats} derrière la maison = achter het huis {plaats} Par la fenêtre = Uit het raam à travers la fenêtre = door het raam S’intéresser à cette affaire = Zich interesseren in deze zaak En arrivant à = Bij aankomst bij ; Bij aankomst op ; Bij aankomst in La foule = De drukte; de menigte Elle en a eu assez = Zij kreeg er genoeg van Va dans ta chambre! = Ga naar je kamer! Sa peau = zijn huid ; haar huid {ook in de betekenis van vel} Le bureau = De werkkamer ; De kamer La chambre = De slaapkamer Faire des allers-retours = Heen en weer reizen Faire des allées et venues = Heen en weer lopen Aller et venir = Heen en weer {kort} Le va-et-vient = Komen en gaan {ook hotelschakelaar} Dans ces circonstances = Onder deze omstandigheden Va voir là-haut ; Va voir en haut = Ga maar boven kijken Il continue à prétendre = Hij blijft maar beweren Que cela nous plaise ou non ; Que ça nous plaise ou non = Of we dat nu leuk vinden of niet Viens à l’heure, ce soir = Kom op vanavond tijd À temps = Net op tijd {bijv. de trein halen} En poche = Op zak Sur eux = Bij zich Sur toi = Bij je Sur moi = Bij mij De la petite monnaie = Kleingeld Faire la monnaie de 50 euros = Een biljet van 50 euro wisselen Rendre la monnaie de sa pièce = Met gelijke munt terug betalen Je lui ai rendu la monnaie de sa pièce = Ik heb hem met gelijke munt terug betaald L’église catholique, protestante, orthodoxe etc. = De kerk ; het kerkgenootschap L’église = Het RK kerkgebouw Le temple = Het PC kerkgebouw Tu es déjà allé à Londres? ; Tu as déjà été à Londres ? = Ben je wel eens naar Londen geweest? {tu as is spreektaal} Le long des canaux = Langs de grachten La tablette = De tablet À une terrasse de café = Op een terras van een café À une terrasse de restaurant = Op een terras van een restaurant Sur une terrasse = Op het terras {thuis} S’intéresser à = Zich interesseren in Agir = Handelen Flâner = Flaneren S’occuper des affaires des autres = Zich bemoeien met andermans zaken
Ingezonden op 08-04-2016 - 328x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Corrigé part Fatima Beddar et bien merci à Harm Jonker
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!