Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Team Deutsch VOOR DE PROHEID
› 15 sport- spiel - spaB
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Team Deutsch VOOR DE PROHEID
, deel 1
15 sport- spiel - spaB
Jaar 2 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
de ringtoon = der klingelton het paardrijden = das reiten paardrijden = reiten de formule 1 = die formel 1 het paard = das pferd de paardenstal = der pferdestall de race = das rennen de autorace = das autorennen opnemen= aufnehmen het ijshockeyen = das eishockey ijshockeyen = eishockey spielen het skateboarden = das skateboarden skateboarden = skateboard fahren het duiken = das Tauchen duiken = tauchen het roeien = das rudern roeien = rudern het surfen = das surfen surfen = surfen het schaatsen = das eislaufen schaatsen = eislaufen het boksen = das boxen boksen = boxen het judo = das judo judoën = judo machen de individuele sport = der Einzelsport de vechtsport = der kampfsport de plaats, de plek = die stelle op de eerste plaats = an erster stelle volgen = folgen de mening = die Meinung naar mijn mening = meiner meinung nach ik ben van mening = ich bin der meinung saai, vervelend = öde onderhoudend, leuk = unterhaltsam ontspannend = erholsam als, dan = als duiken is gevaarlijker dan zwemmen = tauchen ist gefährlicher als schwimmen net zo ... als = genauso ... wie klimmen is net zo spannend als duiken = klettern ist genauso spannend wie tauchen het uithoudingsvermogen = die Ausdauer typisch = typisch het vooroordeel = das vorurteil zwak = schwach rennen = rennen handig = geschickt onvermoeibaar = ausdauernd kloppen = stimmen dat klopt = das stimmt schieten = schieBen het doel, het doelpunt = das tor margit staat in het doel = Margit steht im tor ik maak een doelpunt = ich schieBe ein Tor gooien = werfen precies, nauwkeurig = genau logisch = logisch de uitkomst = das ergebnis de sneeuw = der schnee de accomodatie, het verblijf = die unterkunft het pension = die pension de piste = die Piste de skiër = der schiläufer de skiester = die schiläuferin sneeuwen = schneien het sneeuwt = es schneit de skilift = der schilift storten = stürzen minstens = mindestens kwaad op = sauer auf ben je kwaad op me? = bist du sauer af mich ? weer = wieder waanzin! = wahnsinn! erg, slecht = schlimm de koorts = das Fieber ik heb koorts = ich habe fieber pijn doen = wehtun mijn been doet pijn = mein bein tut weh de pijn = der schmerz ik heb hoofdpijn = ich habe kopfschmerzen de dokter = der arzt de dokter (v) = die ärztin in orde = in ordnung mijn been is weer oké = mein bein ist wieder in ordnung ziek = krank het ziekenhuis = das krankenhaus mankeren = fehlen wat mankeer je? = was fehlt dir? opendoen = aufmachen doe je mond open = mach den mund auf uittrekken = ausziehen trek je jas uit = zieh deine jacke aus het medicijn = das medikament een medicijn voorschrijven = ein medikament verschreiben de tablet = die tablette tabletten innemen = tabletten nehmen terugkomen = wiederkommen kom over een week terug! = komm in einer woche wieder de patiënt = der patient
Ingezonden op 12-04-2016 - 814x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
als er een fout in zit, zet het graag bij de comments!
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!