Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Sorghvliet Frans // Klas 3 en 4
› 5 Woordenlijst P5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Sorghvliet Frans // Klas 3 en 4
5 Woordenlijst P5
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
nourrir = voeden soigner = verzorgen le loisir = de vrije tijd adapter = aanpassen le droit = het recht la nationalité = de nationaliteit exploiter = misbruiken l'égalité = de gelijkheid l'origine = de afkomst la justice = het gerecht la guerre = de oorlog protéger = beschermen avant = voor (tijd, ik was er voor/eerder dan...) devant = voor (plaats, ik sta voor de...) pour = voor (bestemd voor, een cadeau voor...) de = voor (bedanken, bedankt voor...) remercier = bedanken près de = bij (plaats, bij de voetbal/enz) chez = bij (persoon, bij de familie de Vries) chez = bij (winkel, bij de bakker) sur = bij (op je dragen, bij je hebben) sous = onder (plaats, onder de tafel) au-dessous de = onder (lager dan, onder de nul) au-dessus de = boven (plaats, boven de tafel) parmi = onder (tussen, onder de mensen) pendant = onder (tijdens, onder het eten) par = door à travers = (dwars) door à = in, naar (steden) en = in, naar (vrouwelijke landen) au = in, naar (mannelijke landen) aux = in, naar (meervouds landen) de ce côté-ci = aan deze kant du côté de ... = aan de kant van ... s'exprimer = zich uiten élaborer = uitwerken comparer = vergelijken redoubler = blijven zitten la protection = de bescherming aller = gaan avoir = hebben battre = slaan boire = drinken conduire = leiden, sturen connaître = kennen courir = hollen, rennen couvrir = bedekken croire = geloven devoir = moeten dire = zeggen dormir = slapen écrire = schrijven envoyer = sturen, zenden être = zijn faire = maken, doen falloir = nodig zijn, moeten, nodig hebben lire = lezen mettre = zetten, leggen partir = vertrekken pouvoir = kunnen, mogen prendre = nemen, pakken rire = lachen savoir = weten sentir = voelen, ruiken sortir = uitgaan il vaut mieux = het is beter om jeter = weggooien une canette = een blikje pousser = groeien le chauffage = de verwarming le transportien commun = het openbaar vervoer sans = zonder économiser = bezuinigen suivre = volgen tenir = houden la gare = het station lentement = langzaam il va à Paris = hij gaat naar Parijs (en wil daar aankomen) il va vers Paris = hij gaat naar Parijs (in de richting van il est parti pour Paris = hij is naar Parijs vertrokken à = in dans = in (nadruk op dat het er in zit en niet erbuiten) au printemps = in de lente en été = in de zomer en automne = in de herfst en hiver = in de winter au mois de mai = in de maand mei au mai = in mei en (jaartal) = in (jaartal) à l'étranger = in het buitenland à pied = te voet en voiture = per auto au ... étage = op de ... verdieping au ... siècle = in de ... eeuw à (Noël, Pâques, enz) = met (Kerst, Pasen, enz) dans une semaine = over een week en une semaine = in/binnen een week dans la rue = op straat dans un île = op een eiland au nord de, au sud de = ten noorden van, ten zuiden van à l'est de, à l'ouest de = ten oosten van, ten westen van par mois, par an = per maand, per jaar le train de ... = de trein naar ... vers dix heures = tegen tienen la ville de Paris = de stad Parijs Paris est situé sur la Seine = Parijs ligt aan de Seine le/la ... est long de ... mètre = de/het ... is ... meter lang entrer dans une chambre = een kamer binnengaan monter en voiture = instappen selon; d'apres = volgens (hem, haar) la majorité des ... ; un grand nombre de ... = de meerderheid van de ... la minorité des ... ; un petit groupe de ... = de minderheid van de ... en ce qui concerne = wat betreft en rapport avec = van belang est l'obligation de = is verplicht om on a le droit de = men heeft het recht om te dénoncer = aanklagen garantir = garanderen parce que = omdat à cause de = vanwege ... dû/due à = de schuld van grâce à = dankzij il y a tellement de (choses) = er zijn zoveel (dingen) il est si ... que je ... = hij is zo (grappig) dat ik (om hem moet lachen) = manifester = protesteren servir = dienen ne (ww) pas = niet ne (ww) plus = niet meer ne (ww) pas plus que = niet meer dan ne (ww) pas non plus = ook niet ne (ww) point = helemaal niet ne (ww) pas encore = nog niet ne (ww) jamais = nooit jamais = nooit ne (ww) ni... ni... = noch... noch... ne (ww) aucune ... = geen enkele ne (ww) que... = slechts si! = jawel! déjà = al personne = niemand ne (ww) rien = niets rien = iets avoir droit à (+zelfst.nw.) / de (+ww) = recht hebben op la priorité = de voorrand l'éducation = het onderwijs s'inscrire = zich inschrijven avoir l'obligation = de verplichting hebben om augmenter = stijgen en rapport avec = die te maken hebben met l'amitié = de vriendschap le peuple = het volk la violence domestique = het huiselijk geweld un monde juste = een rechtvaardige wereld agir = handelen les ressources = de grondstraffen la peine de mort = de doodstraf en avant! = vooruit! l'environnement = het milieu cela n'a aucun sens = dat slaat nergens op dénoncer = aangeven/aangifte doen il a raison = hij heeft gelijk il a tort = hij heeft ongelijk s'opposer = zich verzetten la loi = de wet la pollution = de vervuiling la manque = het gebrek tu te rends compte? = realiseer je dat? inacceptable = onacceptabel je trouve cela scandaleux = ik vind dat schandalig trouver = vinden (van mening zijn) c'est n'importe quoi = dat doet er niet toe
Ingezonden op 18-05-2016 - 598x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
24-06-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!