Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans klas 4 periode 4 Sorghvliet
› 111 ww stamtijden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans klas 4 periode 4 Sorghvliet
, deel 111
111 ww stamtijden
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
avoir, ayant, eu, j´aie = hebben être, étant, été, je sois = zijn parler, parlant, parlé, je parle = spreken finir, finissant, fini, je finisse = eindigen attendre, attendant, attendu, j´attende = verwachten recevoir, recevant, reçu, je reçoive = ontvangen faire, faisant, fait, je fasse = maken, doen aller, allant, allé(e), j´aille = gaan dormir, dormant, dormi, je dorme = slapen pouvoir, pouvant, pu, je puisse = kunnen vouloir, voulant, voulu, je veuille = willen mettre, mettant, mis, je mette = zetten, leggen prendre, prenant, pris, je prenne = nemen tenir, tenant, tenu, je tienne = houden écrire, écrivant, écrit, j´écrive = schrijven acquérir, acquérant, acquis, j´acquière = verkrijgen, kopen naître, naissant, né(e), je naisse = geboren worden mourir, mourant, mort(e), je meure = sterven courir, courant, couru, je coure = rennen, hollen conduire, conduisant, conduit, je conduise = rijden boire, buvant, bu, je boive = drinken voir, voyant, vu, je voie = zien valoir, valant, valu, je vaille = waard zijn suivre, suivant, suivi, je suive = volgen taire, taisant, tu, je taise = verzwijgen savoir, sachant, su, je sache = weten rire, riant, ri, je rie = lachen rompre, rompant, rompu, je rompe = breken résouldre, résolvant, résoulu, je résolve = oplossen, besluiten craindre, craignant, craint, je craigne = vrezen dire, disant, dit, je dise = zeggen connaître, connaissant, connu, je connaisse = kennen suffire, suffisant, suffi, je suffise = voldoende zijn pleuvoir, pleuvant, plu, il pleuve = regenen se battre, se battant, se battu, je me batte = vechten s´asseoir, s´asseyant, s´assis, je m´asseye = baseren, funderen se taire, se taisant, se tu, je me taise = zwijgen
Ingezonden op 19-05-2016 - 342x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!