Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Aula Internacional 1 nueva edición, deel 1

2 Quiero aprender español

Jaar 3 (hbo)

la música = de muziek
la vida nocturna = het nachtleven
la literatura = de literatuur
la naturaleza = de natuur
el pueblo = het dorp
la ciudad = de stad
mí = mij {{let op het accent. mi (dus zonder accent) betekent mijn}}
mi = mijn {{let op het accent. mí (dus met accent) betekent mij}}
estudiar = studeren
hacer deporte = sporten
la exposición = de expositie
salir de noche = uitgaan
la noche = de nacht; de avond
hacer fotos = foto's maken
ir de compras = winkelen
la excursión = het uitstapje, de excursie
pasear = wandelen
querer = willen
también = ook
pues = nou
fin de semana = weekend
imágenes = afbeeldingen; beelden
por = vanwege; voor; door
su = zijn; haar
el trabajo = het werk; de baan
Sudamérica = Zuid-Amerika
porque = omdat
novio/-a = vriendje/vriendinnetje {schrijf de beide vormen van het woord op gescheiden door een ''/'' teken}
colombiano/-a = Colombiaans
chatear = chatten
vivir = leven; wonen
España = Spanje
Quieres = je wil; jij wilt
el curso = de cursus
la actividad cultural = de culturele activiteit
la cocina española = de Spaanse keuken
el baile = de dans
la salsa = de salsa; de saus
el flamenco = de flamenco
el merengue = de merengue
la literatura española = de Spaanse literatuur
latinoamericano/-a = Latijns-Amerikaans
la pronunciación = de uitspraak
el club social = de sociale activiteiten
el jueves = de donderdag
el partido = de sportwedstrijd; de wedstrijd
la liga española = de Spaanse competitie
el bar = het café; de bar
la semana = de week
la película = de film
el secreto = het geheim
el ojo = het oog
la cata de vinos = de wijnproeverij
chileno/-a = Chileens
el diseño = het ontwerp; het design
el intercambio = de uitwisseling
las clases particulares = de privélessen
Madrid = Madrid
practicar = oefenen
aprender = leren
nativo-a = de moedertaalspreker; de native speaker
la experiencia = de ervaring
hacer = doen; maken
buscar = zoeken
alguien = iemand
el inglés = het Engels
irlandés/-esa = Iers
la universidad = de universiteit
politécnico/-a = technisch
bien = goed
comprender = begrijpen
casi todo = bijna alles
casi = bijna
todo/-a = alles; heel; alle
pero = maar
mejor = beter
chico/-a = jongen/meisje
siempre = altijd
mejorar = verbeteren
muchos = veel
turista = toerist
ni = ook niet
lo comprenden = zij begrijpen het; ze begrijpen het
usted = u
nosotros/-as = wij
el idioma = de taal
el habla = de spraak; de taal
la lengua = de taal
pasar = doorbrengen
América Latina = Latijns-Amerika
compañero/-a = de partner; de collega
visitar = bezoeken
Buenos Aires = Buenos Aires
cada año = elk jaar
el plato = het gerecht
escuchar = luisteren; luisteren naar
hispanoamerciano/-a = Spaans-Amerikaans
el tango = de tango
la montaña = de berg
el vino = de wijn
terminado/-a = eindigend; die eindigt
normalmente = normaal gesproken
ser = zijn
masculino/-a = mannelijk
feminino/-a = vrouwelijk
nuevo/-a = nieuw
muy = heel; erg
bueno/-a = goed
el artículo determinado = het bepaald lidwoord
singular = enkelvoud; het enkelvoud
plural = meervoud; het meervoud
muy bien = erg goed; heel goed
entender = begrijpen
bastante = redelijk
el portugués = het Portugees
la lengua materna = de moedertaal
un poco de = een beetje
el francés = het Frans
¿qué tal ... ? = hoe goed ... ?
la Patagonia = het Patagonië; Patagonië
la familia = de familie; het gezin
Venezuela = Venezuela
el tepuy = de tepui; de tafelberg
la información = de informatie
el internet = het internet
típico/-a = typisch; karakteristiek
las postales = de ansichtkaarten
las noticias = de nieuwsberichten
el fin = het einde
mucho = veel
el periódico = de krant
la revista = het tijdschrift
la canción = het lied
el mundo = de wereld
lugares = plaatsen
la movida = het nachtleven; de beweging
usar = gebruiken
el país = het land
la persona = de persoon
contar = vertellen; tellen
conocer = kennen; leren kennen
el torero = de stierenvechter; de stiervechter
la paella = de paella
la fiesta = het feest
además = bovendien
el gazpacho = de gazpacho {een koude soep van tomaten, komkommer en knoflook}
por ejemplo = bijvoorbeeld
el melón = de meloen
la sopa = de soep
frío/-a = koud
a la plancha = gegrild
Serbia = Servië
la gente = de mensen
la telenovela = de soapserie
la versión original = de originele versie
te amo = ik hou van je; ik houd van je
mi amor = mijn liefste; mijn liefje
es mentira = dat is niet waar
el padre = de vader
hermano/-a = broer/zus {schrijf beide vormen van dit woord op gescheiden door een ''/'' teken}
abuelo/-a = opa/oma {schrijf beide vormen van dit woord op gescheiden door een ''/'' teken}
serbio/-a = Servisch
Italia = Italiaans
todo el mundo = iedereen
algún, alguno/-a = een; enkele
la sangría = de sangria
el macho = de macho; het mannetje
los Estados Unidos = de Verenigde Staten
hasta la vista = tot ziens; dag; doei
la muestra = het teken; het bewijs
la amistad = de vriendschap
relacionado/-a = verbonden
el chile = de chilipeper
la carne = het vlees
el guacamole = de guacamole
la tortilla mexicana = de Mexicaanse tortilla
estadounidense = Amerikaans; uit de Verenigde Staten
la lengua oficial = de officiële taal
el pronombre personal = het persoonlijk voornaamwoord
el infinitivo = het infinitief
los verbos = de werkwoorden
según = volgens; naar
el anuncio = voorspelling; aankondiging; advertentie
las siguientes palabras = de volgende woorden
el cuadro = het schilderij; het vierkant; de vierhoek
las frases = de zinnen
la respuesta = het antwoord
ahora = nu
hor = vandaag
mañana = morgen
ayer = gisteren

Ingezonden op 21-05-2016 - 529x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 30-06-2016.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Aula Internacional 1 nueva edición, deel 1

2 Quiero aprender español