Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via WRTS. Klik op 'Overhoren'

TrabiTour

4 ! alle woordjes

Jaar 4 (vwo)

die Voraussetzung= de voorwaarde
die Ansicht= de mening
sich zeigen= blijken
stimmen= kloppen; juist zijn
zutreffen= kloppen; juist zijn
zuständig= bevoegd; verantwoordelijk
die Werbung= de reclame
die Behörde= de overheid; de autoriteiten
das Gesetz= de wet
zusätzlich= extra
im Gegensatz zu= in tegenstelling tot
je ... desto (umso)= hoe...hoe
denn=want
vor kurzem= onlangs; kort geleden
seitdem= sindsdien
demnächst= binnenkort
der Vorwurf= het verwijt
die Ablehnung= de afwijzing
die Ergänzung= de aanvulling
die Absicht= de bedoeling
betonen= benadrukken
das Bedürfnis= de behoefte
der Knast= de bajes; de gevangenis
der Mangel= het gebrek
der Umweltschutz= de milieubescherming
die Frist= de termijn
die Wahl= de keuze; de verkiezing
bewerten= beoordelen
kaum= nauwelijks
die Wirtschaft= de economie; het bedrijfsleven
ja= immers
die Zinsen= de rente
verwenden= gebruiken
ehe= voordat
endgültig= definitief
obwohl= hoewel
die Tatsache= het feit
die Schlussforgerung= de conclusie
erst= pas
speichern= opslaan
deel 2
de accu= die Batterie
de auto= das Auto
de auto's = die Autos
de band= der Reifen
de banden= die Reifen
de benzine= das Benzin; der Sprit
de bumper= die Stoßstange
het dashboard= das Armaturenbrett
de airco= die Klimaanlage
de kofferbak= der Kofferraum
de lekke band= die Reifenpanne
de motorkap= die Motorhaube
het navigatiesysteem= das Navi
het stuur= das Lenkrad
de stuurbekrachtiging= die Servolenkung
de voorruit= die Windschutzscheibe
de uitlaat= der Auspuff
het wiel= das Rad
de wielen= die Räder
de koplamp= der Scheinwerfer
de koplampen = die Scheinwerfer
de wagen= der Wagen
de wagens= die Wagen
het motorvoertuig= das Kraftfahrzeug (Kfz.)
het onderhoud= die Wartung
het (auto)-onderdeel= das Teil
de (auto)- onderdelen= die Teile
loodvrije benzine= bleifreies Benzin
met de auto= mit dem Auto
met de wagen= mit dem Wagen
op de achterbank= auf dem Rücksitz
in de eerste versnelling= im ersten Gang
ondanks deze reparatie= trotz dieser Reparatur
autopech hebben= eine Autopanne haben
de veiligheidsgordel omdoen= sich angurten; sich anschnallen
Hij had geen gordel om.= Er war nicht angeschnallt
Ik ben gek op rode auto's= Ich stehe auf rote Autos
Ik heb 700 kilometer gereden.= Ich bin 700 Kilometer gefahren
inhalen= überholen
instappen= einsteigen
uitstappen= aussteigen
in de auto stappen= ins Auto steigen
liften= trampen; per Anhalter fahren
remmen= bremsen
schakelen= schalten
claxonneren; toeteren= hupen
stoppen= halten (hielt- hat gehalten)
verbruiken= verbrauchen
Ik zou dat anders doen= Ich würde das anders machen
De wagen werd gerepareerd= Der Wagen wurde repariert
anders dan= anders als
Zou u me kunnen helpen= Könnten Sie mir helfen?
deel 3
de automobilist= der Autofahrer
de automobilisten= die Autofahrer
de autodealer= der Autohändler
de auto-eigenaar= der Autobesitzer
de auto-eigenaren= die Autobesitzer
het rijbewijs= der Führerschein
de botsing= der Zusammenstoß
de botsingen= die Zusammenstöße
de doodlopende straat= die Sackgasse
het fietspad= der Radweg
de fietspaden= die Radwege
de kleur= die Farbe
de kleuren= die Farben
de luchtvervuiling= die Luftverschmutzung
de maximumsnelheid= die Höchstgeschwindigkeit
het openbaar vervoer= die öffentlichen Verkehrsmittel
de vertraging= die Verspätung
de snelweg= die Autobahn
de snelwegen= die Autobahnen
de stoep= der Gehweg; der Gehsteig
het verkeerslicht= die Ampel
de verkeerslichten= die Ampeln
de tolweg= die Mautstraße
de tweedehandswagen= der Gebrauchtwagen
de uitlaatgassen= die Abgase
de benzinepomp=die Tankstelle
de WA-verzekering= die Haftpflichtversicherung
de straat met eenrichtingsverkeer= die Einbahnstraße
het verkeer= der Verkehr
Dat is niet handig= Das ist nicht praktisch
in de file staan= im Stau stehen
jawel;jazeker= doch
zonder mijn wagen= ohne meinen Wagen
met de bus= mit dem Bus
met de fiets= mit dem Fahrrad
met de trein= mit der Bahn
lopend naar school gaan= zu Fuß zur Schule gehen
naar Berlijn gaan= nach Berlin fahren
vol tanken= voll tanken
op de snelweg= auf der Autobahn
bij de volgende afrit= an der nächsten Ausfahrt
links aanhouden= links halten
rechts voorsorteren= (sich) rechts einordnen
naar rechts afslaan= nach rechts abbiegen
haast hebben= es eilig haben
zich haasten= sich beeilen
omruilen= umtauschen
minder dan= weniger als
beslist; per se= unbedingt
milieuvriendelijk= umweltfreundlich
voordelig= günstig; preisgünstig
Ik zou u dankbaar zijn, als...= Ich wäre Ihnen dankbar, wenn ...

Ingezonden op 22-05-2016 - 1463x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 15-02-2017.
Waardering 10 (aantal stemmen: 4)

voting system
1
2
3
4
5

Deze overhoring is meer dan vier jaar geleden ingestuurd!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere druk en wijkt jouw boek af van de oefening hierboven.

Vakken

TrabiTour

4 ! alle woordjes