Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Spaans V5
› 23 Woorden P4 S-N
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Spaans V5
23 Woorden P4 S-N
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
sentirse = zich voelen el protagonista = de hoofdpersoon aproximadamente = ongeveer pasar miedo= bang zijn pedir ayuda = om hulp vragen pasar = overkomen anochecer = nacht worden estar perdido =verdwaald zijn ¡Qué divertido! = Wat leuk! comentar = opmerken exclamar = uitroepen el fantasma = het spook ahora mismo = nu meteen tener cobertura = bereik hebben contestar= antwoorden gritar = schreeuwen la luz = het licht ¡Qué suerte! = Wat een geluk! aislado = afgelegen la bruja = de heks acercarse a = dichter bij.... komen despacio = langzaam extraño = vreemd ¡Qué susto! = Wat eng! en fila = in een rij de repente = plotseling llover = regenen el grito = de schreeuw ¡Ayuda! = Help! ¡Qué daño! = Dat doet pijn! estar asustado = geschrokken zijn encantador = allerliefst en verso = in dichtvorm la noticia = het nieuws la orilla del mar = de kust el ave = de vogel el cuerpo = het lichaam la media noche = middernacht la mano = de hand el balcón = het balkon el asesino = de moordenaar la policía = de politie la pista = de aanwijzing el crimen = de misdaad el muerto = de dode solitario = eenzaam cazar = jagen el narrador = de verteller el diálogo = de dialoog la campaña = de campagne el medio ambiente = het milieu el anuncio = de advertentie la marca = het merk el eslogan = de slogan el logo(tipo) = het logo el público = het publiek manipular = manipuleren el consumidor = de consument sexista = seksistisch convencer = overtuigen el cartel = de poster informar = informeren engañar = bedriegen poner (colocar) = neerzetten apartar = opzij schuiven sujetar = vastmaken dejar (poner) = laten, neerzetten la pared = de wand el techo = het plafond el rincón = de hoek ponerse (ropa) = (kleding) aantrekken dejar (prestar) = lenen la organización = de organisatie instrucciones = instructies el encargado = de verantwoordelijke comprobar = controleren funcionar = functioneren envolver = inpakken
Ingezonden op 25-05-2016 - 856x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!