Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
bovenbouw Van alles en nog meer
› 15 Spaans ¿Cómo se dice?, moeilijke/vergeten woorden 15 16
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
bovenbouw Van alles en nog meer
15 Spaans ¿Cómo se dice?, moeilijke/vergeten woorden 15 16
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
De maximumtemperatuur bedraagt 30 graden. = La temperatura máxima es de 30 grados. licht bewolkt = parcialmente soleado overwegend zonnig weer = predomina el tiempo soleado de weersvoorspelling = el pronóstico del tiempo Het is drukkend. = Hace bochorno. Morgen gaat het onweren. = Mañana va a haber tormenta. de hittegolf = la ola de calor het onweer, de storm = la tormenta, la tempestad de regen = la lluvia de sneeuw = la nieve de vorst = la helada de wolk = la nube Uiteraard. = Por supuesto. Helemaal niet! = ¡En absoluto! Natuurlijk wel/niet. = Claro que sí/no. Je hebt gelijk. = Tienes razón. Het is zeker/waar. = Es cierto. Het is (niet) waar. = (No) es verdad. Je hebt het mis. = Estás equivocado, -a. Nee, joh, echt niet! = ¡No, hombre, no! Helemaal niet. = Ni mucho menos. Ze heeft halflang bruin haar. = Tiene una media melena castaña. Hij is kaal, maar hij heeft een baard. = Es calvo, pero lleva barba. De bruid is mollig. = La novia está rechoncha/regordeta. Ze heeft bruine ogen. = Tiene los ojos castaños/marrones. De bruidegom heeft een snor. = El novio lleva bigote. ambitieus = ambicioso; ambiciosa droevig; somber = triste grappig = divertido; divertida lui = vago; vaga modern = moderno; moderna de perfectionist = el perfeccionista punctueel = puntual spraakzaam = hablador; habladora aantrekkelijk = atractivo elegant = elegante jong = joven; juvenil kaal = calvo; calva klein = bajo; baja knap = guapo; guapa lelijk = feo; fea oud = viejo; vieja zwart = moreno; morena la ceja = de wenkbrauw la cana = het grijze haar bromista = dol op grappen acercarse = naderen; dichterbij komen bajar de = dalen onder agradable = aangenaam alcanzar = bereiken adivinar = raden aburrirse = zich vervelen adorar = dol zijn op; vereren el pelo = het haar el aire = het aanzien; het voorkomen llover a cántaros = gieten {van de regen} No tiene canas ni nada. = Hij heeft helemaal geen grijs haar. Le dan un aire juvenil. = Ze geven hem een jeugdig voorkomen Hace rato que... = Het is lang geleden dat... No hace nada de viento. = Het waait helemaal niet./Het is windstil. de corta duración = van korte duur
Ingezonden op 03-06-2016 - 964x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!