Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Beknopte Thematische Woordenschat

16 BLZ 111-114

Jaar 5 (vwo)

telecommunicatie = die Telekom
telefoonwinkel = der Telefonladen
telefoon = das Telefon
antwoordapparaat = der Anrufbeantworter
mobieltje = das Handy
draadloos = schnurlos
telefooncel = die Telefonzelle
munttelefoon = das Münztelefon
kaarttelefoon = das Kartentelefon
telefoonkaart = die Telefonkarte
opbellen = anrufen
opbellen, telefoneren = telefonieren
kiezen, draaien = wählen
verkeerd nummer kiezen = verwählen (sich)
bezet = belegt, besetzt
telefoongesprek = das Telefongespräch
telefoontje, telefoongesprek = der Anruf
lokaal gesprek = das Ortsgespräch
interlokaal gesprek = das Ferngespräch
Inlichtingen = die Telefonauskunft
kengetal = die Vorwahl
aansluiting = der Anschluss
lijn = die Leitung
apparaat, toestel = der Apparat
hoorn = der Hörer
rinkelen, overgaan = klingeln
opnemen = abnehmen
zich melden, (telefoon) opnemen = melden (sich)
hier = hier
neerleggen, ophangen = auflegen
spreken = sprechen
verbinden = verbinden
wachten = warten
Tot de volgende keer! = Auf Wiederhören!
telefoonboek = das Telefonbuch
gouden gids = gelbe Seiten
telex = das Telex
fax = das (Tele)fax
faxen = faxen
faxnummer = die Faxnummer
faxapparaat = das Faxgerät
posterijen, postkantoor, post = die Post
postkantoor = das Postamt
poste restante = postlagernd
postbode = der Postbote, die Postbotin, der Briefträger, die Briefträgerin
bezorgen, rondbrengen = austragen
postwissel = die Postanweisung
telegraferen = telegrafieren
brievenbus = der Briefkasten
lichten = leeren
brief = der Brief
envelop = der (Brief)umschlag
postzegel = die Briefmarke
briefkaart = die Postkarte
drukwerk = die Drucksache
aangetekende brief = das Einschreiben
expresbrief = der Eilbrief
telegram = das Telegramm
luchtpost = die Luftpost
pakket = das Paket
pakje = das Päckchen
Beste = Lieber, Liebe
Geachte heer, Geachte mevrouw = Sehr geehrter Herr, Sehr geehrte Frau
Geachte mevrouw, meneer, = Sehr geehrte Damen und Herren,
groet = der Gruß
je = dein, deine
jullie, je = euer, eure
Met vriendelijke groeten = Mit freundlichen Grüßen
hoogachtend = Hochachtungsvoll
zenden = senden
sturen = schicken
afgeven, opgeven = aufgeben
afzend(st)er = der Absender, die Absenderin
ontvanger = der Empfänger, die Empfängerin
postcode = die Postleitzahl
porto = das Porto
frankeren = frankieren
afstempelen = stempeln
televisie = der Fernseher, das Fernsehen
televisiekijken = fernsehen
afstandsbediening = die Fernbedienung
overschakelen = umschalten
audiovisueel = audiovisuell
satelliet = der Satellit
aangesloten op het kabelnet = verkabelt
radio = das Radio, der Rundfunk
kijker, kijkster = der Zuschauer, die Zuschauerin
televisieprogramma = das Fernsehprogramm
programma, kanaal = das Programm
kanaal = der (Fernseh-/Radio)kanal
teletekst = der Videotext
kijkgeld = die Fernsehgebühren
live-programma = die Live-Sendung
herhaling = die Wiederholung
uitzending = die Sendung
uitzenden = senden, übertragen
nieuws(uitzending) = die Nachrichten
interview = das Interview
studio = das Studio
omroep(st)er = der Sprecher, die Sprecherin
correspondent(e), verslaggever, verslaggeefster = der Korrespondent, die Korrespondentin
commentaar = der Kommentar
actueel = aktuell
nasynchroniseren = synchronisieren
ondertitelen = untertiteln
foto = das Foto, das Bild
fotograferen = fotografieren
camera, fototoestel = der Foto(apparat), die Kamera

Ingezonden op 08-06-2016 - 732x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Beknopte Thematische Woordenschat

16 BLZ 111-114